Brief van Jacques Gaillot: 1 Juni 1999 | ||
Neen aan de lonende contracten op de rug... Toont het Westen dan helemaal gegen... |
De mensen nemen het niet dat de leiders... En de samenwerking dan, de solidariteit... | |
|
CONGO BRAZZAVILLE: Van Congo Brazzaville is er tegenwoordig weinig sprake. Toch speelt zich daar een echt drama af en leeft de bevolking er in zeer moeilijke omstandigheden. Een vriend-missionaris heeft mij een ernstig en beklemmend getuigenis toevertrouwd. Om de situatie goed te verstaan heeft Joachim Mbanza voor een chronologische toelichting gezorgd. Het interview met Lucien Fabre is samen met de bijlage van Joachim Mbanza zojuist verschenen in het tijdschrift "Pentecôte sur le monde", nr. 785 (mei-juni 1999) - Een woord van dank aan beiden!
NEEN AAN DE LONENDE CONTRACTEN OP DE RUG VAN DE BEVOLKING!
Pater Lucien Favre, spiritijn van Zwitserse nationaliteit, is
37 jaar en sinds 1992 in Congo werkzaam. Eind januari 1999 verdween hij
uit Dolisie. Samen met 2 confraters en duizenden Congolezen, op de vlucht
voor de gevechten tussen Angolezen in dienst van Sassou Nguesso en 'Cocoye'
van Lissouba, bracht hij drie dagen door in het oerwoud. Het heeft hem getekend.
Uitleg. "De mensen nemen het niet dat de leiders misbruik
maken van de godsdienst" Je bent samen met duizenden Congolezen gevlucht
voor de slachtpartijen? We zijn met de mensen het oerwoud ingetrokken. We namen alleen het strikt noodzakelijke mee, wat ons erg solidair maakte met elkaar. Op de 2e dag vernamen we via Radio France Internationale (RFI) dat enkele Europeanen verdwenen waren. Dat bericht maakte ons enorm verontwaardigd. De RFI vroeg zich af of wij soms gegijzeld waren door de rebellen, terwijl wij samen met duizenden van die mensen opgejaagd waren en aan ons lot overgelaten. We hebben het zelf ondervonden, en weten het dus maar al te goed: de dramatische gebeurtenissen waar Afrika mee te maken heeft, worden maar interessant vanaf het ogenblik dat enkele blanken erbij betroken zijn. Dàt maakt ons zo woedend. Wanneer een rijkswachter wordt neergeschoten voor de Franse ambassade, is het een drama. Maar wanneer tezelfdertijd 1500 Congolese burgers verdwijnen bij de bombardementen van de zuidelijke wijken in Brazzaville, dan spreekt daar niemand over. Toont het Westen dan helemaal geen belangstelling voor Afrika?
Toch wel. Het Westen interesseert zich voor Afrika voor zover dit de gegijzelde is van het economisch liberalisme. Een voorbeeld? De bodem in Dolisie is zeer rijk en kan het hele jaar door groenten en maïs voortbrengen. Ook kippen kan men er probleemloos kweken. Maar we zijn ongelukkig genoeg het slachtoffer van de overproductie, o.a. in de Europese gemeenschap. Hier komen hele cargo's aan, vol diepgevroren kippen. Ze worden op de markten te koop aangeboden, tegen prijzen buiten alle concurrentie. Een diepgevroren kip kost 500 CFA. Wil je een hier in Dolisie een kip kweken en met een kleine winst verkopen, dan moet je al 2500 CFA vragen. Zo wordt Afrika de vuilnisbelt van onze economie. Alles wordt zo georganiseerd dat Afrika die producten verbruikt die het Westen anders zonder aarzelen in de zee zou gooien. Gespecialiseerde bedrijven zorgen ervoor dat de koelkasten van de Europese markten leeggemaakt worden, om er in Afrika winst mee te maken. Op dit ogenblik maakt het Wereldvoedselprogramma in de conflictzone de lokale handel kapot met duizenden kilo's maïs. Toen ik tijdens de oorlog van 1997 in naam van Secours Catholique (nvdr: bij ons Caritas Internationaal) een cadeau van 2000 ton maïs weigerde, met de woorden: "Laat de vrouwen hun eigen maïs verkopen!" , verstond de directeur het niet En zo zijn er veel vergiftigde geschenken. Kijk naar de kledingstukken die men voor 'de armen van ginder' verzamelt en die daar voor een appel en een ei verkocht worden. Zo ondermint men de economie van de katoenproducerende landen. Als ontwikkelingshelper in Madagaskar heb ik mensen gezien die liever geld uitgaven voor een versleten jeanshemd dan voor een nieuw hemd, ter plaatse gemaakt. Gewoon omwille van de aantrekkingskracht van alles wat uit het Westen komt Dergelijke 'geschenken' leggen soms de productie van hele families lam. Daarbij gaat het niet om politiek in de enge zin van het woord. Het gaat om economische politiek. De grote westerse maatschappijen hebben er alle belang bij de natuurlijke rijkdommen van de arme landen te ontginnen. Wat veel minder geweten is, is het voordeel dat zij halen uit de uitvoer naar ginder van alles waar ze in het Westen problemen mee hebben. Onze boeren die teveel produceren (terwijl ze de bodem uitputten, die ze eerst volstoppen met chemische, weinig ecologisch verantwoorde producten) gaan protesteren in Brussel en Parijs of gooien hun kolen op onze wegen. Niemand weet hoe ze ertoe te brengen minder te produceren. Dé oplossing? Verkoop de overschotten aan de jonge landen! De markt wordt er altijd maar aantrekkelijker, omdat de bevolking er aangroeit en de behoeften enorm groot zijn. Men moet er dus vooral voor zorgen dat die landen niet zelf beginnen te produceren. Men moet maken dat ze zoveel mogelijk verbruiken, zodat de economieën van de Westerse landen er maximaal profijt uit kunnen halen. En de samenwerking dan, de solidariteit tussen Franstalige landen?
Spreken van een band tussen Franstalige landen, dat is spotten met de mensen. De 'francofonie' kan moeilijk verbergen dat het economische belang centraal staat. Het is inderdaad gemakkelijker voor Franse maatschappijen om binnen te geraken in Franstalige landen om er zeer lonende contracten af te sluiten met partners die dezelfde taal spreken. Misschien is het wel hiér dat de politiek zijn rol speelt. Men zoekt overal presidenten die de Franse belangen genegen zijn - verbonden met de Franse politiek, die economische belangen heeft in Togo, Kameroen, Gabon, Congo-Brazzaville.
Zijn er dan Franse maatschappijen die in Congo invloed uitoefenen op de politiek?
Elf-Aquitaine is de maatschappij die het meest invloed uitoefent op de politiek ter plaatse. De petroleumontginning gebeurt ver van de kust. Het land mag volledig teloorgaan, Elf zal geen druppel van het zwarte goud verliezen. Ze gaan daar trouwens trots op. Verder zijn er ook nog veel Libanezen, geboren handelaars, en de maatschappijen die bossen ontginnen - zij vertegenwoordigen ook een sterke macht.
Bezorgen de petroleummaatschappijen (en andere handelsmaatschappijen) wapens aan de rebellen, aan de militairen?
De mensen verlangen wat goed is voor het algemeen welzijn. Ze willen niet weten van chefs die hen manipuleren, die etnische argumenten gebruiken om op oorlog aan te sturen. Ze nemen het ook niet dat de chefs de godsdienst gebruiken en op de eerste rijen plaatsnemen in onze kerken en kathedralen. Wie kan iets doen voor Congo?
(naar een interview van het agentschap Fides - Rome)
Misdaden tegen de mensheid.
"Men mag niet vergeten dat Congo in 1993 een burgeroorlog gekend heeft. De oorlog van 1997 is de tweede sinds de terugkeer nar de democratie in 1991, na de Nationale Conferentie onder leiding van mgr. Ernest Kombo. Die tweede oorlog was veruit de wreedste. De strijdende partijen bombarderen volkswijken met zware wapentuigen, resultaat: 10.000 doden en zeer zware vernielingen in Brazzaville. Generaal Denis Sassou Nguesso verslaat het vroegere staatshoofd Pascal Lissouba, die de oorlog ontketend heeft en dan samen met zijn eerste minister Bernard Kolélas in ballingschap vertrokken is. Hun aanhangers kunnen Congo niet verlaten en gaan schuilen in verafgelegen dorpen en zelfs in de wouden. Hun milities worden 'ontwapend', maar de werkelijkheid is anders. Wanner Sassou Nguesso het bewind overneemt, na zijn overwinning op Lissouba, wordt een Nationaal Forum van Verzoening opgericht. Daarin worden alle politieke krachten die in het land gebleven zijn, gebundeld. De civiele maatschappij wordt opgericht in Brazzaville. Het is januari 1998.De nieuwe machthebbers behandelen de vroegere gezagsdragers als 'verantwoordelijken voor de volkerenmoord' en beschuldigen hen van misdaden tegen de mensheid. De aanhangers van Lissouba en Kolélas worden er zenuwachtig van. Vanaf augustus 1998 breken een reeks incidenten uit in de streek van de Pool. Schermutselingen tussen de gewapende macht (vooral samengesteld uit vroegere miliciens van de huidige president) en de ex-ninjas (de militie van Kolélas). De gebeurtenissen worden ernstiger wanneer de ex-ninjas in de Pool een aantal plaatselijke leiders vermoorden, die beschuldigd werden van collaboratie met het huidige bewind. Het leger treedt op in die streek en veroorzaakt ernstige onlusten: plunderingen, verkrachtingen en nieuwe moordpartijen. Het bisdom Kinkala, dat geografisch grenst aan de Pool ten zuiden van Brazzaville, wordt letterlijk leeggeplunderd. Joachim Mbanza hoofdredacteur van La Semaine Africaine, katholiek weekblad in Congo-Brazzaville. | |
Top |
|
In januari 1995 werd Jacques Gaillot brutaal afgezet als bisschop van Evreux. Hij werd benoemd tot hoofd van een fictief bisdom- het klinkt een beetje surrealistisch -, het bisdom Partenia in Algerije, dat al sinds eeuwen niet meer bestaat. Zo werd hij een soort virtuele bisschop, met potentiële parochianen overal op deze planeet Een jaar nadien nam hij de kerkelijke autoriteiten letterlijk op hun woord. Hij opende een website op Internet om in contact te treden met gesprekspartners uit de hele wereld. Het initiatief oogstte onmiddellijk succes. Duizenden internetters uit heel Frankrijk, uit Canada, Australië en tientallen andere landen - priesters en leken, christenen en niet-christenen, sympathisanten en tegenstanders - gingen sindsdien over de meest uiteenlopende onderwerpen een gesprek aan. Dit boek laat zien waar Partenia 2000 voor staat: een bijzonder geschikte plaats om met elkaar van gedachten te wisselen, het prototype van een Kerk voor morgen, waar de geografische indeling in bisdommen - een erfenis uit de middeleeuwen - niet veel zin meer zal hebben. In dit boek laat Jacques Gaillot ons kennismaken met teksten die hij ontving; ze werden voor ons geselecteerd door Philippe Huet en Elizabeth Coquart. Ze hebben het over uitsluiting, over racisme, over de doodstraf en zoveel andere hete hangijzers. Ze doen dromen van een Kerk die méé is met haar tijd, ze brengen het gevecht en de hoop van een hele generatie in beeld. Bisschop Gaillot staat open voor al deze getuigenissen. Met het geloof dat hem eigen is luidt hij op die manier een nieuw en nog onuitgegeven genre van 'pastoraal' in. | |||
Top |