Brief van Jacques Gaillot: 1 Januari 1999

Het jubeljaar 2000: een keerpunt?! Archiv


Partenia

De brief

Notities

Catechismus

Terugblik

LInk

email

 

HET JUBELJAAR 2000: EEN KEERPUNT?!

 

Het jaar 2000 nadert met rasse schreden. Zoals alle uitzonderlijke gebeurtenissen - zoals een komeet aan het firmament! - spreekt dit feit tot onze verbeelding. Betekent dit niet het einde van een oude wereld, het begin van een nieuwe wereld? Een eeuw, meer nog, een millennium dat ten einde loopt, biedt de kans om onbevreesd hardop te dromen van een betere wereld. Samen de drempel van een nieuw millennium overschrijden is méér dan iets symbolisch, het heeft iets magisch!

Eigenlijk is het derde millennium al voor de geplande datum in onze geschiedenis ingetreden. Gebeurte-nissen zoals de val van de Berlijnse muur hebben de mensheid uit haar evenwicht gebracht en haar binnengeleid in een nieuwe wereld. Onze tijd wordt gekenmerkt door een aantal breuken, diepgaande veranderingen. Waartoe deze ons zullen leiden, hebben we niet in de hand. Alles gaat heel snel. De ont-dekkingen op het gebied van de genetica openen ongehoorde mogelijkheden. De cybernetische revolutie veroorzaakt een explosie in de wereld van de communicatie. De mondialisering maakt een serieuze internationale rechtsorde dringend noodzakelijk. En ondertussen wordt de ongelijkheid tussen de bewo-ners van onze planeet steeds schrijnender, blijft het onrecht hemeltergend.

Kan men in dergelijke, voor velen moeilijke omstandigheden, blijven geloven in een betere wereld? Zullen de Kerken die dit jubeljaar voorbereiden de wereld verrassen met een keerpunt in hun manier van optreden? Zullen ze nieuwe impulsen geven aan de strijd voor gerechtigheid? Zullen ze de toekomst helpen ontsluiten met nieuwe, gedurfde voorstellen? De oude joodse traditie wilde dat om de vijftig jaar schulden werden kwijtgescholden en slaven bevrijd. Gedaan met het uitbuiten van de arme, met het benadelen van de vreemdeling. Het uur van de sociale rechtvaardigheid was aangebroken, iedereen moest in zijn rechten worden hersteld. De samenleving probeerde de tellers weer op nul te zetten, voor een nieuw begin. Het was een utopie die beantwoordde aan een behoefte. Een jubeljaar droeg een belofte in zich: het wordt een bevrijdingsjaar! De 'kleine' mensen waren de eersten die ervan genoten. Zonder hen had een jubeljaar geen betekenis.

De jonge profeet van Nazareth zal deze jubileumpraktijk helemaal vernieuwen. Hij wordt "gezonden om het goede nieuws te brengen aan armen, vrijlating aan gevangenen, om blinden weer te doen zien en vrijheid te brengen aan verdrukten, om een genadejaar van de Heer aan te kondigen" (Lucas 4, 18-19). Een keerpunt in de geschiedenis! En Jezus laat het niet bij woorden alleen, hij voegt de daad bij het woord. Hij gaat staan aan de kant van de armen en zal zijn leven voor hen geven. Daardoor zal het arme volk weer hoop krijgen en zich oprichten. Een nieuwe wereld wordt toegankelijk voor hen.

Het verschil met vandaag is groot. Als ik met jongeren die geen werk of geen papieren hebben over het jubeljaar spreek, dan halen ze de schouders op. "Wie zal daarvan profiteren? Wij in elk geval niet! Het zal ermee zijn zoals altijd: zij die al alles hebben, zullen er het meest van profiteren!" Bekijk de samenleving met de ogen van iemand die aan de onderkant staat - en je ziet alles in een ander daglicht. Leer van hen die in heel moeilijke omstandigheden moeten leven, luister naar hun verwachtingen en vragen - en je krijgt een andere kijk op de gebeurtenissen. De viering van het jaar 2000 zal een feest zijn voor iederéén, als het op de eerste plaats een feest wordt voor de mensen zonder rechten!

Zij zijn zeer gevoelig voor elk bevrijdend gebaar, uit welke hoek het ook mag komen. Daalt de werkloosheid? Een hoopvol teken! Hetzelfde geldt voor een vredesvoorstel bij de Basken, de terugtrekking van Israëlische militairen uit een deel van de Overjordaanse gebieden, de opstand van landloze boeren in Brazilië, het verzet van de Chiapas-Indianen, de kwijtschelding door Frankrijk van de schuldenlast van de Midden-Amerikaanse staten

Ze verheugen zich als ze horen dat het recht niet wordt omgebogen om de machten te sparen of onder de mom van staatsbelangen. Ze applaudisseren als de Spaanse rechter Garzon generaal Pinochet in beschuldiging stelt, en nog meer als de Engelse lords een historische beslissing nemen. Ze betuigen steun aan de burgemeester van Limeil-Brévannes, Joseph Rossignol, die op het gemeentehuis mensen-zonder-papieren verwelkomt tijdens hun hongerstaking. Ze zijn voorstander van PACS - die ze beschouwen als een stap vooruit in de erkenning van ieders rechten. Ze herademen als het Front Natio-nal door de Franse Republiek in de ban wordt gedaan.

Het zijn voorzichtige kiemen, hier en daar, die doen dromen dat gerechtigheid in aantocht is, bronnen van hoop voor alle verdrukten op onze planeet: de afschaffing van de doodstraf, de kwijtschelding van de schul-denlast in de derde wereld - zonder dat daarvoor een cycloon nodig is die hen ruïneert -, de opheffing van het embargo tegen de Irakese bevolking - dat vooral de kinderen treft, de afschaffing van de dubbele straf, de sluiting van de gesloten opvangcentra in Europa, de terugkeer van de Palestijnse gevangenen naar hun land, en vooral de toepassing van artikel 13 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, 50 jaar geleden in Parijs ondertekend. Het artikel 13 telt twee alinea's en luidt als volgt: "1. Elke persoon heeft het recht zich vrij te verplaatsen en zijn woonplaats te kiezen binnen zijn land. 2. Elke persoon heeft het recht om het even welk land te verlaten, met inbegrip van het zijne, en het recht om naar zijn land terug te keren."

De viering van het jaar 2000 werd onlangs officieel aangekondigd door paus Johannes-Paulus II. De katholieke kerk maakt zich klaar om dit gebeuren te vieren, en riskeert dit feest helemaal naar zich toe te trekken. De jubileumviering zal gepaard gaan met grootse festiviteiten die uiteraard veel geld zullen kosten - hoeveel, dat zal men wel geheim houden! Maar massabijeenkomsten en talrijke grote bede-vaarten zullen niet voldoende zijn om van dit jubeljaar goed nieuws te maken voor de uitgeslotenen.

Het gerucht doet de ronde dat de dominicaan Savonarola, die 500 jaar geleden in Firenze op de brandstapel stierf, in ere hersteld zal worden. Sommigen hopen dat de excommunicatie tegen Luther ingetrok-ken zal worden. Hoe gedurfd! Maar zelfs als daar iets van in huis komt - dit alles heeft alleen met het verleden te maken. De man in de straat heeft daaraan geen boodschap. Voor hem telt het nù!

De Kerk bekent berouwvol dat ze schuldig is, in alle richtingen. Ze organiseert colloquia om toch maar te begrijpen hoe het ooit zover kon komen dat ze de Heilige Inquisitie instelde. Maar tegelijkertijd blijft ze mensen marginaliseren, allen die zich niet schikken naar wat die Kerk als de enige manier van denken voorhoudt, als het 'dogmatisch correcte'. Als de jonge profeet van Nazareth zou terugkeren, wat zou hij doen? Wat zou hij zeggen? Men heeft ons toch altijd verzekerd dat zijn wegen de onze blijven kruisen?

Wat staat ons te doen? Als we dit eens, met de onbevangenheid van een kind, aan de mensen-zonder-papieren zouden vragen, aan hen die onze kerken bezetten? Het is duidelijk dat ze een symbolische plaats hebben gekozen om er te schuilen en bescherming te zoeken. Maar steekt er niets méér achter? Handelen zij niet vanuit een voorgevoel dat de Kerk, in zich, een grote boodschap van bevrijding draagt voor de mensen? Als ze met aandrang blijven kloppen aan de poorten van onze oude instelling, is het dan niet om de Kerk eraan te herinneren dat ze nooit zichzelf zal zijn, zolang er geen plaats is voor hén? Eigenaardig toch hoe mensen uit andere culturen onze Kerk helpen om zichzelf te zijn en haar van haar angsten bevrijden. Als onze Kerk de vreemdelingen welkom heet, dan zal ze misschien ook leren haar deuren wijdopen te zetten voor christenen die gemarginaliseerd werden, die aan de kant werden gescho-ven of vierkant uit de instelling gezet en de eucharistie geweigerd. Dan kan ze opnieuw worden wat ze altijd had moeten zijn: de kerk van de uitgeslotenen, en niet van de uitsluiting. Dan ontdekken we opnieuw welke ommekeer de man van Nazareth teweegbracht - de menselijkheid van Christus.

Als een nieuwe wereld mogelijk is, dan zal ook een nieuwe Kerk het licht zien. De twee zijn met elkaar verbonden. Het jubeljaar 2000 moet een keerpunt worden. We maken er werk van. Je zal zien: allen zullen deelnemen aan het feest.


Jacques Gaillot


Top


Partenia

De brief

Notities

Catechismus

Terugblik

Link

email

 

Archiv:

 


Top