De electronische Catechismus: Juni 1999

Zelfdoding

Archiv
De ambten in de kerk





Actualite





Aide

email

 

Het team dat aan deze catechismus werkt biedt u elke maand twee teksten aan. Suggesties om deze teksten te verbeteren worden met dank aanvaard. We zouden deze catechismus graag zien groeien als iets waaraan we samen bouwen.
Voorstellen voor nieuwe onderwerpen zijn ook altijd welkom.


ZELDODING

Wie van ons heeft het in zijn naaste omgeving nog niet meegemaakt: een zelfmoordpoging, een zelfmoord? Het schudt ons door elkaar. We staan sprakeloos. Schuldgevoelens overvallen ons: "Heb ik wel genoeg geluisterd, gezocht om te begrijpen, een helpende hand geboden, zijn of haar eenzaamheid doorzien?"

Angst en verwarring maken zich van ons meester. De gedachte alleen al dat wij zonder iets te vermoeden aan een drama zijn voorbijgegaan. De dierbare die voor de dood gekozen heeft, neemt zijn geheim mee in het graf. Het zal een raadsel blijven. We staan machteloos. We zullen nooit begrijpen wat er gebeurd is. Het is moeilijk om met dit gevoel van onmacht te leven. Toch moeten we aanvaarden dat we nooit met zekerheid zullen weten wat zich heeft afgespeeld.

Een zelfdoding bevat een boodschap aan ons adres. We hebben de taak die boodschap te ontcijferen. We moeten aandachtig luisteren naar alles wat de zin om te leven kan dwarsbomen. Een zelfdoding wordt altijd in de eenzaamheid voorbereid. Al te veel jongeren vinden hun plaats niet meer in de maatschappij. Ze zien geen toekomst. Ze lijden onder ontwrichte gezinsrelaties. Ze zijn als gekwetste vogels. Ze weten niet wat liefde is, kunnen zich niet meer oriënteren, hebben geen werk. Ze leven met het gevoel mislukkelingen te zijn die voor niemand iets betekenen. Ze willen sterven om aan dat soort leven een einde te maken. Maar evenzeer omdat ze willen léven. Hun verlangen naar de dood drukt hun verlangen uit om ànders te leven.

Zelfdoding is van alle leeftijden, maar de zelfmoordpogingen bij jongeren groeien aan. In Frankrijk zijn er op dit ogenblik meer zelfdodingen dan slachtoffers van verkeersaccidenten. Wereldwijd gezien worden vooral Finland, Denemarken, Oostenrijk en Frankrijk met dit probleem geconfronteerd.

De katholieke kerk heeft lange tijd mensen die zelfmoord hadden gepleegd, buitengesloten. In onze tijd kijkt ze daar anders naar: zelfdoding is de wanhoopsdaad van een mens die uit een hopeloos verwarde situatie een uitweg zoekt. Het is een daad die om barmhartigheid vraagt, niet om veroordeeld te worden. Alleen God weet wat zich heeft afgespeeld. Hij neemt deze mensen op in zijn barmhartigheid, in zijn volheid van leven.

Top





Actualite





Aide

email

 

DE AMBTEN IN DE KERK

 

Het woord ambt of ministerie betekent 'dienst', zowel in de politiek als in de godsdienst. 'Ministerie van Binnenlandse Zaken' betekent: de 'dienst' die zich bezighoudt met wat zich in het binnenland afspeelt. Een kerkelijke ambtsdrager oefent een 'ministerie' uit, een dienst - hij is een kerkelijk 'bedienaar'. Spijtig genoeg wordt in beide gevallen het woord 'ministerie' meer geassocieerd met de dimensie van 'macht' die aan die functies verbonden is, dan met het aspect 'dienstbaarheid'. Als de mensen dat zo zien, dan kan die beeldvorming alleen het resultaat zijn van de manier waarop die 'ministers' hun functie uitoefenen. De macht waarmee ze het beleid van een land bepalen, de macht die ze uitoefenen op de burgers. Of in een religieuze context: de macht die deze bedienaren uitoefenen op de gewetens van de mensen.

In beide gevallen vergemakkelijkt dit de relaties niet: tussen de Staat en de burger, tussen de Kerkelijke Hiërarchie en de christenen. Vooral in laatstgenoemd geval is dit bijzonder erg, omdat in de Kerk niet dezelfde democratische principes gelden als in de staat (de macht van de priesters wordt 'wijdingsmacht' genoemd) en omdat ze daarmee bovendien ontrouw is aan de evangelische boodschap die ze geacht wordt door te geven. In het evangelie zien we Jezus, de Meester, optreden als een dienaar. Hij buigt zich voor zijn leerlingen terwijl hij hen de voeten wast, hij kijkt naar hen op. Zo keert hij de rollen om: hij wordt de 'ondergeschikte'. Zijn kruisdood is het toppunt van zijn 'neerdaling'. En wat beveelt hij zijn leerlingen aan? Dat ze op dezelfde manier zouden omgaan met elkaar! Macht is een vorm van relatie. Als de kerkelijke bedienaren macht konden uitoefenen, dan is dat omdat christenen, mannen zowel als vrouwen, dit van hun herders verwachtten. Het was tot voor kort de gewone relatie tussen clerus en leek, een asymmetrische relatie tussen leraar/leerling, bestuurder/bestuurde, celebrant (voorganger)/de aanwezigen.

In onze tijd zien we gemeenschappen van volwassen christenen ontstaan, mannen en vrouwen die zowel op profaan als op religieus gebied een degelijke vorming hebben genoten. Ze verlangen echt medeverantwoordelijkheid te dragen bij het kiezen van de ambtsdragers, het bepalen van het beleid in de gemeenschap en het vervullen van haar zending.

Ze hebben nood aan animatoren, mensen die kunnen 'samenbrengen', competente communicatie-deskundigen, zowel op menselijk als op geestelijk vlak, méér dan aan gewijde personages die, afgescheiden van de wereld, over mensen en goederen macht uitoefenen. We stellen vast dat er in de ambten al een verscheidenheid bestaat. Naast bisschoppen en priesters doen gehuwde diakens hun intrede. En vooral de leken kennen een explosieve aangroei: zij nemen de catechese op zich, verzorgen het onthaal, de uitvaartplechtigheden en de liturgische animatie.

Deze nieuwe bedieningen zullen als vanzelf de actuele toelatingsvoorwaarden tot het priesterschap versoepelen. Die zijn niet meer aangepast aan de culturele veranderingen in onze samenleving. We zouden ook de mogelijkheid kunnen overwegen om soepeler vormen van bedieningen in het leven te roepen: ambten die aanpasbaar zijn, deeltijds, voorlopig, voor specialisten en voor niet-specialisten, heroriënteerbaar. Het gevaar dat ambtsdragers zich krampachtig aan hun macht vastklampen zou wel eens beduidend kleiner kunnen zijn dan bij ambtsdragers die zich voor het leven engageren. Als levensstaat, leeftijd of geslacht geen rol meer zouden spelen, zou de verscheidenheid in de ambten nog rijker worden, meer gevarieerd. De celibaatsverplichting zou meteen gerelativeerd worden.

De sacralisering van de ambtsdragers zou wijken voor een meer nabije relatie. Deze nieuwe vormen, die tot stand komen als een antwoord op bestaande noden, moeten natuurlijk in botsing komen met het instituut en de regels die daarin gelden. Uiteraard reageert dit instituut, stelt het grenzen aan een dergelijke ontwikkeling. Maar kan de letter van de wet gehandhaafd blijven als hij ingaat tegen wat levensnoodzakelijk is?

Top






Actualite





Aide

email

 

Archiv :



Top