De electronische Catechismus: Oktober 1998


 

 

De schepping De erfzonde

Archiv



 

Het team dat aan deze catechismus werkt biedt u elke maand twee teksten aan. Suggesties om deze teksten te verbeteren worden met dank aanvaard. We zouden deze catechismus graag zien groeien als iets waaraan we samen bouwen.

Voorstellen voor nieuwe onderwerpen zijn ook altijd welkom.

 

 

 





Actualite





Aide

email

DE SCHEPPING

 

"God heeft de wereld geschapen". Vaak denken mensen dat men met deze uitspraak het bestaan van het heelal uitlegt. In de Middeleeuwen werd deze gedachte zelfs in formules uitgedrukt: 'God is de eerste oorzaak', 'God is de uiteindelijke oorzaak' van alles wat bestaat. Maar bij het grondig onderzoeken van de natuur hebben de moderne wetenschappen alleen maar een chaos gevonden waarin soms orde lijkt op te duiken. Het absurde domineert.

De evolutie zou een enorm samenspel zijn van toeval en noodzaak. Onmogelijk om daarin het resultaat te zien van een weloverwogen plan. Hedendaagse fysici vormen zich op die manier hun eigen idee over het begin van het heelal.

Wetenschappelijk gezien heeft de uitspraak "God schept" geen enkele betekenis. Het beeld van een God die met veel wijsheid en goedheid over de aarde waakt kan niet langer standhouden. De ntdekking van het onvermijdbare karakter van het lijden belet ons dat.

In de plaats daarvan, en heel terecht, wordt het beeld van God verbonden met liefde en gerechtigheid. Deze twee realiteiten helpen ons niet om de feitelijke loop van de wereld te verstaan. Ze zijn echter onmisbaar als we tenminste, in een onmenselijke wereld, duidelijk willen maken dat we 'mens' zijn.

Als ik zeg "God heeft de wereld geschapen", dan druk ik mijn geloof uit in de liefde en de gerechtigheid. En dat geloof heb ik nodig om alles wat menselijk in mij is, niet verloren te laten gaan. Zonder deze overtuiging zou het leven van de mensen helemaal gedicteerd worden door de wet van de jungle.

Om op een menselijke manier een ander menselijk wezen te ontmoeten, om recht te doen aan zijn vrijheid en zijn eigen persoonlijkheid, moet ik in hem nog iets anders zien dan het product van zijn biologische, psychologische en sociale erfenis. Hij is een tot niets te herleiden mysterie.

Ik mag aan de hele wereld vragen waarom hij bestaat, ik zal geen antwoord krijgen. Maar zodra ik in deze wereld door iemand erg geboeid raak, ontdek ik plots dat zijn bestaan onmisbaar is!

Het is in deze ontdekking dat God mij ontmoet. Hij openbaart mij aan mijzelf en daagt me uit om me in te zetten tegen het zo absurd lijkende lijden van zoveel kwetsbare mensen. Het geloof in God stelt me in staat de uitzichtloosheid van het niets te boven te komen. Het vervult me met dankbaarheid en vreugde en geeft me, telkens als het nodig is, de moed om te vechten.


 

 





Actualite





Aide

email

DE ERFZONDE

 

Over het algemeen hoort men zeggen dat de erfzonde teruggaat op het eerste koppel: Adam en Eva zouden ongehoorzaam geweest zijn tegenover God. Als straf zou daardoor heel de natuur aangetast zijn. Ziekte en dood zouden het gevolg zijn van de erfzonde, net als de voor de mens onweerstaanbare neiging tot het kwaad.

Als men haar op deze manier voorstelt is de idee van een erfzonde natuurlijk een absurditeit. Dit valt in de eerste plaats niet te rijmen met de basisgegevens van de menselijke biologie. En evenmin met de elementaire eisen van de gerechtigheid. Het is toch ondenkbaar dat een heel nageslacht verantwoordelijk zou worden gesteld voor de daden van één individu! Maar het belangrijkste is wel dat deze opvatting onverenigbaar is met alles wat wij weten over de opkomst van de mens. Of moeten we misschien aannemen dat Adam en Eva overeenstemmen met de Australopiticus van drie miljoen jaar geleden? Met de homo erectus van een miljoen jaar geleden? Met de Neanderthaler van honderdduizend jaar geleden? Met de mens van Cro-Magnon van dertigduizend jaar geleden? Of met de eerste boeren van achtduizend jaar geleden?

Het bijbelse wereldbeeld bestrijkt zesduizend jaar. Dat is een beetje weinig om de symbolische verhalen over de erfzonde in het begin van het boek Genesis te kunnen interpreteren als informatieve gegevens over 'historische' feiten. In werkelijkheid gaat het daar om uitbeeldingen van het menselijk bestaan. Ze tonen het alternatief waarvoor elk van ons staat:
zal ons leven bepaald worden door de angst of door een houding van verdiept vertrouwen?
 
De verst geëvolueerde dieren worden gegrepen door angst wanneer ergens gevaar dreigt. Zij voelen het aan als hun leven bedreigd is en zoeken te ontsnappen. Bij de mens is het de dood die hem het meeste angst inboezemt.
In tegenstelling tot de dieren dragen wij in ons de zekerheid dat we aan die dood niet zullen ontsnappen.

In de mythische taal is het de slang die ons met wijdopen muil - de weg naar de vernietiging - het voorstel doet, de vraag stelt: wat ga je doen met de angst die inherent is aan je bestaan? Aan die angst komt geen einde en hij jaagt de naar een uitweg zoekende mens voortdurend vooruit, op de vlucht.

Uit angst voor de honger hoopt het noordelijk halfrond het geld en de goederen op, die aan de twee derden van de mensheid ontbreken. Die twee derden van de mensheid zijn daardoor gedompeld in ellende en hongersnood.

Uit angst voor een mogelijke vijand bewapenen wij ons tot we in staat zijn ons allen te vernietigen. Uit angst alleen maar een 'stofje op de aarde' te zijn proberen we onszelf te verabsoluteren en willen we door iedereen erkend worden. De wil om "als God te zijn" verbergt in feite onze totale

verwarring. Zo heeft de spiraal van de angst ons in haar greep, als een eindeloze schroef. De erfzonde beschrijft dus niet een daad van ongehoorzaamheid of hoogmoed, maar wijst ons op de misvorming van een bestaan dat helemaal doordrongen is van de angst.

Het uitoefenen van morele druk, geboden of aansporingen zullen de mens nooit uit deze ellende kunnen bevrijden. De menselijke angst wordt niet opgelost in de eenzaamheid, door een krachtige wilsdaad en goede voornemens. Alleen in een ontmoeting die op vertrouwen gebaseerd is kan die angst bedaren.

Dan, en dàn alleen, kunnen we werkelijk inzien hoe absurd al onze vluchtmechanismen zijn. Alleen diegene die opnieuw ontdekt dat hij bemind wordt, ondanks alles, kan zich werkelijk thuis voelen in deze wereld. Door die genade gered begrijpt hij hoe onnodig het was bang te zijn of zich schuldig te voelen.
Als de erfzondeleer ons enigerwijze tot nut kan zijn, dan zal het niet zijn door de mens in staat van beschuldiging te stellen, maar door hem de ware aard van zijn vervreemding te laten inzien.

 

 

 








Actualite





Aide

email

Archiv :