GENEZING Historisch gezien is het zeker dat Jezus, in tegenstelling met Johannesde Doper, zieken heeft genezen. Het nieuwe testament vindt in deze genezingenhet bewijs van de goddelijke kracht die in Jezus woont. Een onweerlegbaarbewijs dat aan elke religieuze theorie voorafgaat. Toch wordt in het evangelie van Marcus (6, 5) gezegd dat Jezus in Nazarethgeen enkel wonder kon doen, met uitzondering van de genezing van enkelezieken door hen de handen op te leggen, en dat hij verwonderd was over hungebrek aan geloof. Inderdaad, Jezus bleek des te meer in staat om zieken te genezen in demate dat het hem lukte om vertrouwen te laten groeien bij diegenen die naarhem luisterden. Als men, zoals in de eerste brief van Sint-Jan (4, 8) God "Liefde"noemt, dan kan men terecht zeggen dat Jezus in staat was, met de krachtvan die God, de ziekelijke angsten van mensen te overstemmen. Psychischeen psychosomatische angsten. Jezus heeft nooit op verschillende wijzen tot de mensen gesproken overGod. Wat hij wilde bereiken was dat alle gevoelens van angst - eenzaamheid,wanhoop, die uiteindelijk kunnen leiden tot zelfvernietiging -zouden omgevormdworden tot zelfaanvaarding, een vorm van rijpheid, rust en sereniteit, waardooreen nieuwe relatie mogelijk wordt met zichzelf en met de anderen. Jezus heeft verwijten op zich geladen toen hij zich bevrijdde van deketenen van een verstarde religie die zelf angst voortbracht. Men heefthem beschuldigd van opstandigheid tegenover God. Men heeft gezegd dat zijngenezingen een soort van zwarte magie waren, dat hij onder de invloed stondvan de prins van de demonen (Marcus 3, 22). Maar voor Jezus betekende degenezing van de ziekten van de ziel, dat God begon te leven in het hartvan die mensen. Voor hem waren deze twee onlosmakelijk met elkaar verbonden:het vertrouwen in God en de bevrijding van de mens met betrekking tot zijnangsten. Dit dienstwerk van de genezing heeft Jezus aan zijn apostelen toevertrouwdtoen hij hen naar Galilea stuurde: "Zij vertrokken dus, en gingen vandorp tot dorp, kondigden het Goede Nieuws aan en verrichtten overal genezingen."(Lucas, 9,6). Op die manier heeft Jezus laten blijken hoeveel belang hij hechtte aande zorg voor de ziel, een echt therapeutische zorg. Hij zocht te begrijpenwat aan menselijke wezens ontbrak om tot vervulling te komen, in plaatsvan hen te veroordelen op grond van morele uitspraken over hun fouten entekortkomingen. |