De electronische Catechismus: Januari 1999

Euthanasie

Archiv
Staatsburgerschap





Actualite





Aide

email

 

Het team dat aan deze catechismus werkt biedt u elke maand twee teksten aan. Suggesties om deze teksten te verbeteren worden met dank aanvaard. We zouden deze catechismus graag zien groeien als iets waaraan we samen bouwen.

Voorstellen voor nieuwe onderwerpen zijn ook altijd welkom.


EUTHANASIE

 

De euthanasie stelt bijzonder delicate vragen aan de orde. Wetgevers kunnen er zich steeds minder aan onttrekken. Hoe mensen omringen en ondersteunen zodat de laatste etappe van hun leven menswaardig kan blijven? Welke hulp bieden, tot welke vorm van solidariteit oproepen, om aan hen wier gezondheid achteruitgaat, de mogelijkheid te bieden om in de meest leefbare
omstandigheden verder te leven? Maar ook: welke maatregelen treffen om iemand, in bepaalde gevallen, te beschermen tegen hen die de dood zouden willen verhaasten, omdat het hen teveel wordt, of omdat ze op een erfenis zitten te azen Zij die verantwoordelijkheid dragen voor het algemeen welzijn zien zich geplaatst voor een hele waaier van uiteenlopende situaties.
Zeker, de groei van de palliatieve zorgen - en waar het mogelijk is, thuis, in de natuurlijke omgeving - is een bijzonder goede zaak. Toch komt hiermee geen eind aan de meest fundamentele bevraging waarmee we allen te maken hebben: welke zin heeft het leven? Hoe bewaren we het verlangen, de zin om te leven, ook in moeilijke en pijnlijke omstandigheden, ook wanneer iemands gezondheid op fysisch en/of psychisch gebied steeds slechter wordt?
Fortuin, lichamelijke schoonheid, moordende concurrentie, uiterlijk succes -daar lijkt het om te gaan in onze tijd. Zodat mensen geneigd zijn te denken dat het leven geen zin meer heeft als dit begint weg te vallen. Maar wat geeft aan het leven zin en betekenis? Wanneer is het leven de moeite waard geleefd te worden? Hoe moet men staan tegenover zichzelf en de anderen om daarin een bron van levenslust te kunnen vinden? Mensen behouden hun waarde en hun diepste eigenheid, ook als hun gezondheid vermindert, als hun krachten afnemen.
De euthanasie stelt ons dus op de allereerste plaats voor deze vraag: wat geeft smaak en zin aan het leven, wanneer is het feit dat we leven een bron van geluk? Menselijk onderzoek en religieuze perspectieven kunnen elkaar hier aanvullen en wederzijds verrijken.
 
We weten dat er gewetensvolle mensen bestaan, met zin voor verantwoordelijkheid, die vinden dat hun bestaan te zwaar geworden is, zowel voor henzelf als voor hun naastbestaanden. Moeten we hen veroordelen?
Moeten we hen verbieden maatregelen te treffen om aan hun leven een einde te maken? Het is zeer de vraag of dergelijke verbodsbepalingen hen zullen helpen om opnieuw zin te hebben om te leven, en zin te geven aan de beproeving
Natuurlijk moet de maatschappij maatregelen treffen om misbruiken en ongegronde ingrepen in het leven van anderen te vermijden. Toch blijft deze cruciale vraag overeind: mag een mens de verantwoordelijkheid op zich nemen zelf te bepalen in welke omstandigheden hij zijn aards bestaan beëindigt en de dood ingaat? Is dit strijdig met ons geloof in God, in Gods tederheid voor ieder mens? Is dit strijdig met de eerbied voor het leven dat ons werd toevertrouwd, met het uitoefenen van de vrijheid en de verantwoordelijkheid die ons werden gegeven?
Stel dat je op zekere dag verneemt dat je ongeneeslijk ziek bent, en je weet dat je de mogelijkheid, ja zelfs het recht hebt aan je leven een einde te maken - zul je dan werkelijk zonder nadenken naar deze oplossing grijpen? Zal je levensdrang het niet halen op deze ultieme mogelijkheid?
Misschien kies je tóch voor het leven, hoe moeilijk ook, niet omdat je ertoe gedoemd bent, maar uit vrije wil. Vrijheid betekent dat je de uitzonderlijke kans krijgt om vanuit jezelf een persoonlijke keuze te maken en je voor die keuze in te zetten.
 
Het verlangen om te leven, de gehechtheid aan het leven, de gehechtheid aan anderen in levengevende relaties, dit kan mensen moed geven.
Verbodsbepalingen - wettelijke, morele of religieuze - zullen nooit hetzelfde effect hebben. Het valt te vrezen dat velen, botsend op die verbodsbepalingen, de laatste fase van hun bestaan alleen maar zullen 'ondergaan'. Terwijl het vooruitzicht in vrijheid te mogen kiezen, met zin voor solidariteit en verantwoordelijkheid, hen juist zou kunnen stimuleren om hun levenseinde op een meer intense manier te beleven. Zou de mens niet in staat zijn om in volle vrijheid te kiezen voor het leven, ook wanneer hij de grenzen en de pijn moet verdragen? Hierdoor krijgt hij in elk geval de gelegenheid om aan deze laatste levensfase zin en betekenis en een persoonlijke waarde toe te kennen.
De verschillende vragen die we hiermee naar boven hebben gehaald vragen om een open debat. Iedereen wordt uitgenodigd eraan deel te nemen.
Top





Actualite





Aide

email

 

STAATSBURGERSCHAP

 

Gelijkheid van rechten is een essentiële en levensnoodzakelijke vereiste voor een democratische staat. Elke dag worden we dan ook opgeroepen om te vechten voor de erkenning en de eerbiediging van de rechten van de allerarmsten, van mensen die men over het hoofd zou zien, die verpletterd zouden worden, als er geen staatsburgerschap bestond dat eist om hen te beschermen.
In de strijd voor de eerbiediging van de rechten van elk mens komt wat wij 'staatsburgerschap' noemen op een heel concrete manier tot uiting. Maar staatsburgerschap is nog meer dan dat. Het betekent ook een geheel van houdingen, in kleine en grote zaken, die het samenleven mogelijk en waardevol maken. Staatsburgerschap is een kwestie van opvoeding.
Van bij het begin zoekt elk mens in zijn leven erkenning, hij wil als een persoonlijk wezen zijn plaats vinden. Maar het is belangrijk dat dit streven, hoe gerechtvaardigd ook, zich geleidelijk verbreedt tot de erkenning en de aanvaarding van de anderen, van alle 'anderen'. Wat men terecht voor zichzelf opeist, moet men toch evenzeer voor de ander willen?
 
Staatsburgerschap is de grondhouding van diegene voor wie het welzijn van de anderen - en in het bijzonder van zijn medeburgers - onlosmakelijk verbonden is met zijn persoonlijk welzijn. Dit leert men aan. Het is een houding die al in kleine dingen van elke dag tot uiting komt. De verpakking waarin je wafel zat, of het metroticket dat geen waarde meer heeft, gooi je niet op straat. Zoiets. Je kiest ervoor om de openbare weg netjes te houden, zowel voor jezelf als voor de anderen!
Als we aandachtig worden voor de gevolgen van ons eigen gedrag op anderen, dan leren we reflexen aan die het menselijk samenleven bevorderen. Het begint met heel eenvoudige dingen, en verdiept zich tot een zelfde soort aandacht voor de anderen in veel belangrijkere situaties, als we voor ernstige keuzes staan in ons eigen leven en in de samenleving. Wat de anderen overkomt, hun vreugden evengoed als hun moeilijkheden, raakt op een bepaalde manier ook onszelf. Zo verwerven we geleidelijk een bekwaamheid tot meeleven met ieder mens, met zijn noden, zijn levensbehoeften, zijn welzijn.
Het staatsburgerschap heeft ook een politieke dimensie. Het begint met respect voor de regels die werden uitgevaardigd voor het algemeen welzijn.

Maar staatsburgerschap gaat verder. Het betekent ook dat men bereid is om te helpen maken dat wetten evolueren, dat ze aangepast worden aan nieuwe situaties. Die zijn op vandaag bijzonder dringend en dulden geen uitstel - denk maar aan de aanwezigheid van de vreemdelingen onder ons: uitgesloten mensen, die bij ons hun toevlucht zoeken om te ontsnappen aan de onmenselijke omstandigheden in hun eigen land. Bestaande wetten en vroegere rechtspraak vergen voortdurende aanpassing. Alleen zo kunnen we een antwoord bieden aan de uitdagingen waartoe een staatsburgerschap met een diep-menselijke dimensie oproept.

De aandacht voor de anderen is het vertrekpunt en het hart van het morele leven. Deze houding toont aan wie we zijn: relatie-wezens, waarvan de eigen groei en het persoonlijk geluk verbonden zijn met het welzijn van de anderen. Dit is toch ook waartoe Jezus ons uitnodigt: "onze naaste liefhebben als onszelf"? Een dergelijke bezorgdheid om de naaste, de 'andere', de immigrant, de vreemdeling is meer dan een kwestie van edelmoedigheid. We ervaren zoiets als een dwingende plicht, waarvan we echter zelf in hoge mate de vruchten plukken, want het gaat om iets dat ons hart verruimt.
Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel ontwikkelt ons leven zich tot een ongebreidelde, nooit te bevredigen poging om eigen belangen veilig te stellen, ofwel ontplooit het zich tot een samenleven-met-anderen. In dit laatste wegen waarden als gerechtigheid, billijkheid en solidariteit door en blijven we niet steken in een uiterst nauwgezet afwegen van geven en
krijgen. Alleen dan zullen wij in staat zijn om een leefbare samenleving uit te bouwen voor alle mensen, zo verschillend als ze zijn.
Top






Actualite





Aide

email

 

Archiv :



Top