carnet de route
 
Hoop doet leven  
Bezoek in het hospitaal  
Met autisten  
Vrees voor veranderingen  
   
   
Hoop doet leven  
   
68 arbeiders zonder papieren zijn sinds 12 oktober 2009 in staking, in de vakbondsgebouwen (Bourse du Travail) van Creil, 50 km ten noorden van Parijs. Dat is lang. Hun moreel wordt zwaar op de proef gesteld. Het steuncomité nodigt me uit op een persconferentie.  
   
Creil sans papiers Onverwijld neem ik de trein om naar hen toe te gaan. In het station van Creil wachten grote Malinezen me op en brengen me naar de Bourse du Travail. Allen begroeten me als een van de hunnen. Nadat ik iedereen gegroet heb, beluister ik wat ze voorbereid hebben.
 
   
Issa begint: “Wij werken als interims, in de bouw, openbare werken, groenzones, de horeca, de veiligheid, schoonmaakbedrijven… We strijden samen met de 6000 arbeiders zonder papieren uit de streek van Parijs die staken voor hun regularisatie. We zijn drie, vijf, acht jaar en meer aan het werk, zonder onderbreking. We hebben wettelijk erkende arbeidscontracten en onze loonfiches zijn in orde. Wij betalen bijdragen voor alle kassen. We betalen huur. We betalen belastingen. Een aantal van ons heeft een gezin gesticht en stuurt zijn kinderen naar school. Maar hoe moeten we verder leven in een land waar we geen enkel recht hebben? Als men langs de muren strijkt, met buikpijn van de angst, om naar het werk te gaan? Als men op elk moment gevaar loopt aangehouden en uitgewezen te worden? Sinds we staken hebben we alles verloren: onze baan, onze woning. We hebben niets meer. Ons rest alleen nog onze waardigheid en de sterke wil om door Frankrijk erkend te worden als menselijke wezens.”  
   
De oudste van de Malinezen komt op zijn beurt tussen, zijn ogen staan rood van de emotie: “Wij lijden vandaag, en niemand weet wanneer hieraan een einde komt. Hier slapen we op de grond, sommigen zijn ziek, vaders kunnen de schoolmaaltijden niet meer betalen voor hun kinderen, de huur…”  
   
sans papiers Hun woorden zijn goud waard, want ze komen uit henzelf. De regionale televisie is er. Ze zullen op televisie komen. Fotografen nemen veel foto’s. De Malinezen zijn zo gelukkig als men foto’s van ze neemt! Onophoudelijk hoor je: “Nog een!”
 
   
Daarna zet men grote rijstschotels op de tafels. Staande steken de Malinezen hun hand in de schotel om rijst te nemen. Ik ben blij dat ik zittend kan eten, met een bord en een lepel.  
   
Iedereen heeft weer hoop.  
   
haute en page  
   
Bezoek in het hospitaal  
   
Een oproep op mijn gsm: “Hier Pierre-André. Ik ben in het hospitaal Bichat. Het is ernstig.” Het is lang geleden dat ik nieuws van hem kreeg. Ik heb hem vroeger gekend als militante ecologist, verdediger van de dierenrechten. Als vegetariër, geweldloos, zich voedend met planten, verplaatste Pierre-André zich graag met de fiets. Het soort humanist dat men graag ontmoet op zijn weg. Hij heeft eerbied voor de verschillende geloofsovertuigingen, maar deelt geen enkele.  
   
Ik laat alles vallen en vertrek naar het hospitaal Bichat. Ik herken hem bijna niet, de man die ik gekend had, zo vermagerd is hij. Hij dommelt, zittend op zijn bed. Wanneer hij wakker wordt, herkent hij me en glimlacht. Ik leg zijn hand in de mijne en geef hem een zoen op zijn voorhoofd.  
   
souffle Pierre-André moet ongeveer 50 zijn. Hij kan het bed niet meer verlaten. “Ik doe op dit ogenblik een ervaring op die ik nooit eerder heb opgedaan” zegt hij zachtjes, terwijl hij naar adem snakt. Daarna houdt hij eraan me te zeggen “Ik weiger chemo. Men dient me twee morfinepiekuren toe per dag, opdat ik niet zou afzien. Aan mijn vriendinnen die je kent, aan niemand heb ik gezegd dat ik een tumor had, tenzij…”
 
   
“Het verplegend personeel moet je grote menselijkheid wel waarderen.”  
   
“En ik erken dat zij die mij verzorgen formidabel zijn.”  
   
Om hem niet te vermoeien, kort ik mijn bezoek in. Pierre-André bekijkt me met zijn grote moede ogen: “Kom nog maar eens langs” zegt hij me.  
   
haute en page  
Met autisten  
   
Pascal, een gespecialiseerd opvoeder, nodigt me uit om te komen dialogeren met autisten, op een woensdagochtend in het Théatre du Lucernaire te Parijs. Hij is zeer verrast als ik daar onmiddellijk op inga. Hij houdt eraan me te waarschuwen dat ik wel eens verbijsterd zou kunnen zijn vanwege de vragen die ze me zullen stellen. Maar ik kom met plezier, het plezier hen te ontmoeten.  
   
Ik kom aan het theater op hetzelfde ogenblik als zij. Ze zijn vergezeld van hun opvoeders en opvoedsters. Nadat ik elk van deze grote jongeren heb begroet, ga ik op scène, gehinderd door het licht van de projectoren. Het theater is volgelopen, en ondertussen wordt een camera geplaatst om de bijeenkomst, die twee uur moet duren, te filmen.  
   
Te midden van dit publiek voel ik me gelukkig. Op dat ogenblik kwam me een herinnering voor de geest. Toen ik eens een huis met volwassen gehandicapten bezocht, was ik in de war toen ik hun misvormde gezichten zag. De animator die hen begeleidde merkte dit op en zei me: “Ik, ik hou zoveel van hen, dat ik ze mooi vind!”  
   
avec les autistes
 
   
De vragen van de jonge autisten volgen elkaar snel op, maar brengen me niet van mijn stuk. “Mag ik je tutoyeren? Mag ik je Jacques noemen? Geloof jij? Verliest u de moed als u mensen ontmoet die in moeilijkheden zijn? Als u weet dat een gevangene iemand gedood heeft, aanvaardt u dan om hem te groeten, om hem de hand te schudden? Als je geen bisschop was geweest, wat zou je dan gedaan hebben? Geloof jij in mirakels? Ben je op bedevaart gegaan naar…”  
   
De tijd vliegt. De communicatie lukt. Ik voel me er welkom.  
   
haute en page  
   
Vrees voor veranderingen  
   
Ik heb ingestemd met een interview in een zeer populair dagblad in parijs, naar aanleiding van het pedofiliedrama dat de katholieke Kerk door elkaar schudt. Dat interview bracht iets op gang, radio’s en televisies kwamen bij mij om informatie.  
   
Deze crisis die doorheen de Kerk trekt kan heilzaam zijn voor haar. Het is een kans om aan te grijpen. Op voorwaarde dat de kerk zich vragen stelt over het functioneren van haar instelling en de nodige obstakels overwint om de weg te openen voor de toekomst.
crise de l'Eglise
 
   
Velen hebben de indruk, en dat sinds lange tijd, dat het statuut van de priesters niet aangepast is aan onze samenleving. De celibaatsverplichting is een anachronisme geworden. De vrouwen hebben nog altijd niet een volwaardig statuut als partner. Homoseksuelen worden uitgesloten en hebben geen toegang tot verantwoordelijke posities. De kerk houdt vast aan een visie op seksualiteit die geen recht doet aan de verworvenheden van de moderniteit. Vandaar de onophoudelijke aanvaringen met de samenleving, of het nu gaat over in vitro fertilisatie, contraceptie, abortus, homoseksuele koppels… Een autoritaire en centralistische Kerk zal niet lang meer kunnen opleggen wat zich niet laat opleggen.  
   
vent de Pentecôte Mag men dromen van een grote Pinksterwind voor de katholieke kerk? Een wind die haar zou afhelpen van haar vrees voor veranderingen, en haar doen verlangen naar een vrijheid die creatief maakt?