carnet de route
 
“Dat wens ik niemand toe”  
Men kan ook aan een belangrijk gebeuren voorbijgaan  
Europa op het matje  
Een jaar nadien, we zijn het niet vergeten  
   
   
“Dat wens ik niemand toe”  
   
Ik begeef me naar een Parijse boekhandel die ik niet zo gemakkelijk vind. Tot mijn verrassing staan de mensen er al opeengepakt om deel te nemen aan een debat dat boeiend beloofd te worden. De man die zijn boek signeert, omhelst me, blij dat ik er ben. Terwijl hij het woord neemt gaan mijn gedachten naar de gevangenis waar ik hem ontmoette. We hadden daarna met elkaar gecorrespondeerd. Ik ben blij deze avond Saïd – zo heet hij met zijn voornaam – te mogen beluisteren.  
   
larmes “Ik heb twintig jaar in de gevangenis doorgebracht, waarvan negen in afzondering, een eenzaamheid die gek maakt. Ik heb levenslang gekregen voor moord, na de dood van een bewaker die gekwetst werd toen ik een ontsnappingspoging deed. Ik heb het ergste meegemaakt van wat zich in Franse gevangenissen afspeelt.”
 
   
Het publiek luistert naar deze getuige die uit de grote beproeving komt.  
   
Saïd is gehuwd in de gevangenis. Hij zal een tweeling hebben.  
   
Toen ik hem ging bezoeken studeerde hij heel gedreven het internationaal recht, dat voorrang heeft op het Frans recht. Hij voerde een geweldloze en wettelijke strijd voor de verbetering van de levensomstandigheden van de gedetineerden. Wat hem heel wat moeilijkheden bezorgde en maakte dat hij van de ene gevangenis naar de andere werd overgebracht.  
   
Nu staat Saïd voor een nieuwe uitdaging: de gevangenis overleven. Hij heeft nu de taak zijn leven opnieuw uit te bouwen. Een zware taak! Dat is het wat hij met ons deelt in zijn boek: “Dit wens ik niemand toe.” Erg ontroerend!  
   
haute en page  
   
Men kan ook aan een belangrijk gebeuren voorbijgaan  
   
sans papiers travailleurs Opnieuw begeef ik me naar de arbeiders zonder papieren van het gebouw in het centrum van Parijs. Van ver zie ik al de vakbondsvlaggen wapperen in de wind en spandoeken die de regularisatie eisen van deze werknemers zonder rechten.
 
   
Op het voetpad staat een groep grote Afrikanen onder elkaar te discussiëren, met infobladen in de hand, bestemd voor de voorbijgangers. Het is een genoegen hen weer te zien en met hen te praten. Ondanks hun benarde situatie tonen ze zich zeer open en hartelijk.  
   
Mahamadou stelt me voor een kop thee te drinken vooraleer de kelderverdieping te bezoeken. Ik ontwaar die ruimte en groet persoonlijk allen die zich daar bevinden. Sommigen rusten op matrassen, anderen kijken tv of discussiëren onder elkaar. Vanavond zullen ze niet nalaten naar de voetbalmatch te kijken!  
   
Ze zijn met 248 stakers. Sinds oktober 2009 leven ze onder de dreiging van een evacuatie van hun stakingspiket door de politie. Gelukkig genieten ze van een indrukwekkende solidariteitsbeweging en van een breed front van vakbonden en verenigingen. Ze maken deel uit van de 6000 arbeiders zonder papieren in de Parijse regio. Het merendeel van hen betaalt belastingen en sociale bijdragen (pensioen, ziekteverzekering,werkloosheid…).  
   
Bij het weggaan ga ik, enkele meters verder, binnen in het aanpalende gebouw: een onthaal- en vormingscentrum, gerund door priesters. De econoom, ook een priester, vervangt de gardiaan aan de ingang. Als hij me ziet verlaat hij het portiershokje om me te komen groeten.  
   
“Ik ben net bij uw Afrikaanse buren op bezoek geweest. Ze wachten op een bezoek van u” zeg ik hem. Het antwoord kwam onmiddellijk: “Ze kunnen altijd wachten!”
solidarité
 
   
En onmiddellijk begaf de priester zich weer naar zijn portiershokje.  
   
haute en page  
Europa op het matje  
   
In Barcelona vindt het Russelltribunaal over Palestina plaats, in het befaamde advocatencollege, dat de mensenrechtenschendingen en de schendingen van het internationaal recht door Israël onderzoekt.  
   
Herinneren we eraan dat Russell, winnaar van de Nobelprijs literatuur, in 1967 het initiatief nam tot de oprichting van een tribunaal om de oorlogsmisdaden die in Vietnam werden bedreven vast te stellen. Hij wou het misdadige zwijgen verhinderen. Jean-Paul Sartre zat dat tribunaal voor.  
   
crime de guerre Verleden jaar, na de oorlog die door Israël tegen Gaza werd ontketend, kwamen burgers in beweging om een tribunaal over Palestina voor te bereiden, bestaande uit deskundigen in internationaal recht en juristen met wereldfaam. Ooggetuigen komen getuigenis afleggen voor de rechtbank: Israëlische en Palestijnse dokters of advocaten, Europese afgevaardigden, verpleegsters… Toen ze ter plaatse kwamen en zagen hoe de Palestijnen leven, is hun visie en hun opinie veranderd.
 
   
Ik vind het bijzonder boeiende dagen. We zijn met ongeveer driehonderd. Het ontbreekt ons niet aan ontmoetingskansen. Als de nacht valt gaan we op stap in de grote lanen van Barcelona, waar de Catalanen graag wonen.  
   
De Europese Unie krijgt ervan langs omwille van haar vriendjespolitiek ten opzichte van Israël. Of het nu gaat over preferentiële handelsakkoorden met Israël, de wapenhandel, het vernielen van natuurlijke hulpbronnen in de Bezette Gebieden, het niet respecteren van de UNO-resoluties, de dagelijkse schending van de mensenrechten, de bezetting van Oost-Jeruzalem, de stilte rond het Golstone rapport…  
   
de Europese Unie laat al deze koloniale praktijken van een ander tijdperk toe. Ik dacht aan dat woord van Aimé Césaire in 1955: “Het kolonialisme brengt de koloniaal in diskrediet”.
pratiques coloniales
 
   
Vandaar het belang van druk vanwege de civiele maatschappij op de verantwoordelijken van de Europese Unie, opdat die opnieuw de politieke moed zouden hebben om te spreken en te handelen.  
   
haute en page  
   
Een jaar nadien, we zijn het niet vergeten  
   
innocent Cécile, 20 jaar oud, vond de dood in Cairo bij een bomexplosie. Jonge scholieren die ze begeleidde werden gewond. Ze waren vertrokken om de hoofdstad van Egypte te ontdekken, maar werden het slachtoffer van deze blinde aanslag, die onschuldigen treft. Een drama voor die jongeren en hun families! Een schok voor de stad vanwaar ze afkomstig zijn! Een jaar later vragen de ouders en vrienden van Cécile me om een oecumenische viering te houden in de kerk.
 
   
Als ik de metro verlaat om me naar die kerk te begeven, wacht een jongere me op: het is Vincent, een vriend van Cécile. Hij overhandigt me twee bladen met de vraag te lezen wat hij geschreven heeft en te zeggen wat ik ervan denk. Langzaam ontcijfer ik iets waarvan ik het voorgevoel had dat het voor hem heel veel betekende. Zijn blik blijft op mij gericht, aandachtig voor de minste reactie van mijn kant, maar mijn gezicht blijft onbewogen. Ik ben niet vertrouwd met de taal van een rapper. Daarom concentreer ik heel mijn aandacht op zijn blad.  
   
Vincent moet wel vinden dat ik niet vlug ben! Hij vraagt me dus ook: “Wat vindt u van mijn tekst?” “Ik hou van het slot ervan, dat interpelleert: niet toegeven aan de haat of aan het geweld. De solidariteit bewaren. Bedankt voor die woorden.”  
   
“Kan ik die tekst lezen in de kerk? Ik heb nooit een voet gezet in een kerk.” Ik bewonder zijn eenvoud. Hij denkt dat wat voor hem belangrijk is, dat niet noodzakelijk is voor hen die naar de kerk komen. Ik stel hem onmiddellijk gerust. “Men heeft er behoefte aan in de kerk jouw stem te horen”.  
   
Er is veel volk in de kerk: joden, moslims, christenen, naast mensen zonder religie. De godsdienstige verantwoordelijken omringen me. De bijeenkomst is geladen met emotie, met liefde, maar ook met hoop en woede omwille van die aanslag, waarvan de daders tot op heden ongestraft blijven. Voor het altaar glimlacht een grote en mooie foto van Cécile ons toe.  
   
Wanneer hij aan de beurt is, gaat Vincent naar het spreekgestoelte om het woord te nemen. Al vlug begint hij luid te spreken, als een rapper, op het ritme van zijn lichaam. De aanwezigen zijn stomverbaasd. Als hij aan het einde komt, een daverend applaus. Het eerste applaus in deze viering.  
   
Cécile glimlacht nog altijd. Het is omwille van haar dat we daar zijn. Voor haar ook dat die jongeman voor de eerste keer in een kerk het woord genomen heeft.