bible
 
“We zijn gewonnen”  
   
“Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt.” (Lucas 24,5-6)  
   
In de Paasnacht horen de christenen deze aankondiging van de verrijzenis van Jezus.  
   
le tombeau est vide Vroeg in de ochtend hebben vrouwen parfum aangebracht om het lichaam van Jezus te balsemen. Voor hen is alles voorbij. Er is niets meer aan te doen. Jezus is wel degelijk dood. Ze trekken er hun conclusies uit en komen een dode balsemen. Om hem in de dood te bewaren. Deze vrouwen blijven opgesloten in hun rouw.
 
   
Maar zie, ze vinden het graf leeg en horen twee mannen, in schitterende gewaden, die hen verkondigen: “Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt.”  
   
In deze boodschap steekt een ontgoocheling: “Hij is niet hier”. De vaststelling van een afwezigheid. God is nooit te vinden op de plaats waar men dacht hem opgesloten te hebben. We moeten hem niet zoeken onder de doden. Jezus is gestorven buiten de muren. Om de zon van Pasen te zien, moet je buiten de muren gaan.  
   
Zijn wij ook niet zoals die vrouwen die naar het graf gekomen zijn? In de maalstroom van de gebeurtenissen zeggen we: “Er is niets meer aan te doen” en we kruisen de armen. Net als zij geloven we dat de toekomst afgesloten is. We aanvaarden dat met de dood alles gedaan is en dat er niets meer te verwachten valt. Zo zitten we gevangen in de netten van het noodlot.  
   
Welnu, die vrouwen stemmen ermee in weg te gaan van het lege graf om aan de elf apostelen en aan de leerlingen te gaan zeggen wat ze gezien en gehoord hebben. Maar die geloven hen niet.  
   
résurrection Met de Christus die levend uit het graf gekomen is zijn we niet langer de gevangenen van het verleden. We kunnen de cirkel van het onmogelijke doorbreken. De wereld van de verrijzenis is reeds begonnen. Tekens van een nieuwe wereld zijn ons gegeven.
 
   
Zo is het ook wanneer over heel de wereld gebaren van solidariteit aaneen worden geweven opdat het Haïtiaanse volk het hoofd weer zou kunnen oprichten en opnieuw zou kunnen hopen.  
   
Of wanneer mannen en vrouwen, in plaats van te overleven en “elk voor zich” te leven, zich inzetten aan de kant van vreemdelingen zonder papieren, opdat die in ons land zouden kunnen blijven en er wonen zoals elke burger.  
   
In ons eigen leven ervaren wij momenten van verrijzenis, momenten van volheid die betekenis geven aan ons handelen. De zon van Pasen zet plots in het licht wie we zijn: het moment waarop we in opstand komen tegen het onrecht, het moment waarop solidariteit ons tot het uiterste doet gaan, het moment waarop broederlijkheid ons met elkaar verbindt en ons diepgaand verandert.  
   
Met de Verrezene van Pasen zal het leven altijd het laatste woord hebben. Nooit zal nog iets verloren gaan.  
   
“We hebben gewonnen!” Deze kreet bij het verlaten van de stadia is verhelderend. Ook zij die geen voet op het terrein hebben gezet zeggen “wij hebben gewonnen”, heel eenvoudig omdat zij supporters waren. Die kreet is ook de hunne. De overwinning van Pasen wordt de onze. Zij kan die van de mensheid worden.
on a gagné