Drie vragen
 
Nicolas Sarkozy werd met een grote meerderheid verkozen tot president van Frankrijk. In zijn toespraak op de Place de la Concorde heeft hij verklaard dat hij zich ijverig zou toeleggen op de strijd “voor de verdrukten van de wereld”, omdat dit de rol en de geschiedenis van Frankrijk is. Hoe reageert u op die toespraak?
 
   
Ik ben blij dat hij het heeft over het opnemen “voor de verdrukten van de wereld”. Dat is een prachtige uitspraak. Beter kon de nieuwe president het niet zeggen!  
   
Nicolas Sarkozy Maar op dit ogenblik is dit maar een belofte. Laten we wachten op de daden. Toen Jacques Chirac in 1995 tot president werd verkozen, heeft hij zich ertoe verbonden de sociale kloof in Frankrijk te verminderen.
 
   
Op het einde van zijn tweede mandaat is de sociale kloof breder geworden. In de politiek volgt de daad maar zelden op het woord. Het is ook daarom dat de burgers sceptisch blijven bij zulke beloftes.  
 
Er is in Frankrijk een polemiek ontstaan over de twee luxueuze vakantiedagen die de familie Sarkozy op een jacht van zijn vriend-industrieel Vincent Bolloré heeft doorgebracht daags na zijn verkiezing. Vindt u deze polemiek nuttig of misplaatst?  
   
De eerste daden die een president stelt, hebben veel symboolwaarde. Alle ogen zijn op hem gericht. Nicolas Sarkozy heeft gekozen voor de luxe. Zoiets ervaar als spotten met de miserie. Families die in armoede leven, die geen werk of geen woning hebben, verwachtten andere gebaren van iemand die wil doorgaan voor president van alle Fransen. Wat een politicus geloofwaardig maakt, is de overeenstemming tussen wat hij doet en wat hij zegt.
premiers gestes
 
   
Bent u optimistisch wat de dossiers betreft die u verdedigt (mensen zonder papieren, armen) en bent u van plan contact op te nemen met de nieuwe politieke machthebbers om voort te maken met deze dossiers?  
   
lutter ensemble Ik ben niet optimistisch. De wetten die men heeft gestemd met betrekking tot de mensen zonder papieren zal men moeten toepassen. Het zijn repressieve wetten. Maar niets is definitief. Met de verenigingen zullen we blijven dialogeren, verzet bieden en strijden. Vaak haalt men het als men sàmen strijd voert.
 
   
vragen: Robert Galzi