De electronische Catechismus: December 2000

  Geloof en moraal   
  Epifanie: de openbaring is toevertrouwd aan alle volkeren 
  Archiv   
  Geschiedenis van het Bisdom Partenia, Biografie van Bisschop Jacques Gaillot





Actualite



Archiv

Aide

email

 

Het team dat aan deze catechismus werkt biedt u elke maand twee teksten aan. Suggesties om deze teksten te verbeteren worden met dank aanvaard. We zouden deze catechismus graag zien groeien als iets waaraan we samen bouwen.
Voorstellen voor nieuwe onderwerpen zijn ook altijd welkom.


Geloof en moraal

 De godsdiensten hebben de bedoeling een brug te slaan tussen God (het 'Hiertegenover') en de mensheid en werken dus ook allemaal een leefregel uit voor hun aanhangers. Als onze wereld en de hemel in verbinding staan met elkaar, dan is het normaal dat het menselijk bestaan een andere betekenis en een nieuwe kleur krijgt, en dat dit per definitie een weerslag heeft op de weg die we hier op aarde gaan. Le soutien 

Oorspronkelijk is het die godsdiensten te doen om een verbond dat ons overstijgt. Maar dikwijls lopen ze het gevaar van gedaante te veranderen en handboeken van moraal te worden, die zich dan op God beroepen om des te meer gezag, vaak absoluut gezag, toe te kennen aan de regels die ze zelf uitvaardigen. Daarmee praten ze elke vorm van verstarring goed, in de naam dan van een zogezegde goddelijke orde die zich boven de tijd situeert. Het gevaar is groot dat ze zich daarmee onttrekken aan elke vorm van gezond wetenschappelijk onderzoek en aan de permanente uitzuivering vanuit de doorleefde ervaring.

In plaats van ten dienste te staan van een moraal die normen voorschrijft, die zonder ophouden nieuwe en steeds preciezere gedragsregels oplegt, zou de godsdienst voor alles de horizon van de menselijke zoektocht moeten opentrekken en wijzen op de draagwijdte van het aardse bestaan, de betekenis van onze openheid op het eeuwige.

Godsdienst zou mensen aandachtig moeten maken voor de wondere werkelijkheid dat ze zich door God bemind mogen weten. Een verwondering die ons met nadruk herinnert aan onze verantwoordelijkheid als creatieve wezens.

Jezus heeft geen precieze gedragsvoorschriften meegegeven. Hij heeft iedereen aangespoord om op eigen verantwoordelijkheid te durven handelen ("Waarom vormen jullie jezelf geen oordeel?"). Hij heeft de kreupele, de blinde, de lamme geholpen, hen de ogen geopend, hen helpen opstaan: "Ga, uw geloof heeft u gered!" Hij hield niet op te vechten tegen verstikkende wetten. Zijn Blijde Boodschap is een bevrijdende boodschap van liefde die haar volheid bereikt waar ze het perspectief biedt van een aanwezigheid, van een onvoorwaardelijke liefde - in het hart zelf van die moeilijke tocht van mensen onderweg. Er is een God die ons het eerst heeft liefgehad.

Het spreekt vanzelf dat het godsdienstig geloof een wijziging teweegbrengt in het menselijk handelen. Maar niet in de zin van een steeds minutieuzer reglementering van wat we moeten doen. De God van Jezus is een God van liefde die bevrijdt, een God die gelooft in de mens, in zijn bekwaamheid om verantwoordelijkheid op te nemen en op een gezonde manier zijn vrijheid uit te oefenen.

Als de godsdiensten te weinig door hun manier van 'zijn' getuigen van het heerlijk besef 'God is met ons', dan vertonen ze de neiging zich terug te trekken in een moraliserende rol. Dan is hun moraal niet meer bevrijdend, maar verstikkend, hij geeft geen zuurstof meer, geen hoop. Als morele instanties zijn ze geneigd om iedereen direct voor te schrijven hoe hij zou moeten handelen. Maar daarmee compromitteren ze heel dikwijls hun eerste opdracht, die erin bestaat ieder mens te helpen om de menselijke waardigheid te bereiken, 'iemand' te zijn.

Trouwens, de eerste opdacht van een authentieke moraal is niét het menselijk gedrag te reglementeren. Dat is de taak van het Recht. Een morele opvoeding moet niet op de eerste plaats vastleggen wat we concreet moeten doen. De allereerste impuls van een morele opvoeding moet het geweten wekken, d.w.z. de bekwaamheid doen groeien om zelfstandig te oordelen, om vanuit de eigen persoon te handelen, om een vrijheid te verwerven waarin plaats is voor verantwoordelijkheid en solidariteit. Het eerste wat we moeten ontdekken is niet "Wat moet ik doen?", maar wel "Hoe moet ik handelen opdat mijn daden niet bepaald zouden worden door wat mén doet, maar authentiek menselijk zouden zijn?" Een doelstelling die des te essentiëler is, als het gaat om een moraal die godsdienstig geïnspireerd is. Want God, de God van Jezus Christus, wil vrije mensen ontmoeten, bekwaam om een persoonlijk antwoord te geven. "Als je ooit hebt mogen ervaren wat het is, door vrije mensen bemind te worden, zegt God, dan zegt de kruiperige onderworpenheid van slaven je niets meer!" (Péguy)





Actualite



Archiv

Aide

email

 

 Noël Epifanie: de openbaring is toevertrouwd aan alle volkeren

Het woord 'epifanie' betekent 'verschijning', 'openbaring'. Op het feest van de Openbaring des Heren (1e zondag na kerstmis) vieren we God die zich openbaart. God heeft zich op een verrassende manier geopenbaard toen Jezus onder ons, mensen, kwam. Het feest van de Openbaring is het feest van de 'incarnatie'. God is 'vlees en bloed' geworden. 'Emmanuel' betekent 'God met ons'. Kerstmis!

In de Oosterse tradities zijn het feest van Kerstmis en het feest van de Openbaring geen aparte feesten. Het gaat om hetzelfde gebeuren. In het Westen heeft men er twee feesten van gemaakt, kort na elkaar. Op het feest van de Openbaring staat het bezoek van de wijzen aan de kleine Jezus centraal, naar het verhaal in het evangelie van Matteüs. Waarschijnlijk waren daarmee astrologen bedoeld, maar de volkse vroomheid heeft van hen koningen gemaakt, de drie koningen, die elk een van de toen bekende rassen voorstellen: een zwarte, een gele en een blanke. Daardoor krijgt dit feest van de Openbaring een nieuwe betekenis. God openbaart zich niet alleen aan het volk waarin Hij gekozen heeft om geboren te worden, Hij komt voor iedereen. De Blijde Boodschap dat God zich aan ons geopenbaard heeft, is niet beperkt tot één cultuur, tot één volk of een elite. Zij is er voor iedereen!

Iedereen kan ook vandaag nog zien dat God zich aan ons openbaart. In de levensdrift, in het hongeren en dorsten naar gerechtigheid, in het menselijke zoeken naar vooruitgang en waarheid. Zonder ophouden verspreidt die Blijde Boodschap zich verder en openbaart ze zich onder nieuwe gedaanten. Ieder mens eigenlijk, die uniek is door de culturele, sociale en raciale herkomst die hij in zich heeft opgenomen, verrijkt die blijde boodschap met zijn eigen inbreng. Zoals de wijzen langs een àndere weg naar hun land terugkeerden, zo openbaart God zich langs nieuwe wegen, langs nieuwe kanalen, en krijgt dan een onvermoede inkleuring.

Internet is als communicatiemiddel één van die wegen. Internet biedt informatie aan waarvan iedereen zich naar willekeur kan bedienen. Internet breekt de grenzen open. Nu we van dit instrument gebruik maken, komt de openbaring van God weer op een nieuwe manier aan het licht. Naar de mate waarin de openbaring van God aan àlle volkeren, aan àlle culturen, aan àlle communicatiemedia wordt toevertrouwd, in die mate ook zal ze tot volle ontplooiing kunnen komen.