Adieu Jean-Pol
"Ik wou de zon niet meer zien opgaan.
Ik wou de zon niet meer zien ondergaan." (Jean-Pol)
Hij leek een gekwetste vogel die niet meer wist waar neer
te strijken. Anarchist, antiklerikaal, werd hij levend gevild.
Hij verdroeg geen onrecht. Soms slikte hij wel eens drugs of
zat hij aan de alcohol
Op zekere dag kon hij een langgekoesterde droom waarmaken:
mij uitnodigen in een restaurant van de Buttes Chaumont in Parijs.
Hij was in de wolken. In al zijn broosheid zag hij er zo menselijk
uit.
Ik hield van Jean-Pol. Hij sprak me over zijn plannen om met
zijn vriendin, die voor hem àlles betekende, naar de Dordogne
te vertrekken. Ik dacht niet dat het een afscheidsmaal zou worden.
De Dordogne werd voor hem een mislukking, het vertrek van
zijn vriendin een drama. Zijn laatste brief was aan mij gericht,
met een gedicht erbij.
"Kijk, het is zover. Ik heb besloten deze rotwereld
te bevrijden van mijn ongelukkig bestaan
Ik heb pijn, weet
je. Ik ben een vat vol haat. Hoewel ik vol hoop was toen ik in
de Dordogne aankwam.
Er is alleen nog cynisme in mij. Ik haat mezelf. Ik was nochtans
graag van nut geweest, maar heel mijn leven is een puinhoop.
Ik vind het erg van mezelf dat ik je pijn doe, beste Jacques.
Maar wat wil je, jij bent de enige aan wie ik mij heb kunnen
toevertrouwen." |