Als we de bijbel openslaan:
Juni 2002 

la bible ouverte 

 
Jezus, de man die kwistig uitdeelt wat van de Vader komt





Actualite

Bijbel

Archiv

Aide

email

 

Jezus, de man die kwistig uitdeelt wat van de Vader komt (Lucas 15,1-3 en 15-32)

Noot van de vertaler:
"de verloren zoon" heet in het Frans "l'enfant prodigue", letterlijk "het kind dat alles verkwist", "dat alles kwistig uitdeelt". Woordspeling die aansluit bij Lucas 15 en die onvertaalbaar blijft - we kunnen Jezus bezwaarlijk "de verloren zoon" noemen!

Het is een titel die we niet gewoon zijn, hoewel hij bij de kerkvaders hoog in aanzien stond. "De tollenaars en zondaars kwamen allen naar Jezus om naar hem te luisteren" zegt Lucas bij wijze van inleiding. Zo gedraagt Jezus zich blijkbaar. Zonder enige terughoudendheid gaat hij vriendelijk om met tollenaars - zoals Matteüs, die hij tot een van de twaalf zal maken, en Zacheüs, bij wie hij zichzelf publiek aan tafel uitnodigt. Hij vertoeft vaak in het gezelschap van vrouwen van lichte zeden - zoals Maria Magdalena, die hij tot de eerste boodschapper zal maken van zijn verrijzenis (Johannes 20,11-18). Meer nog, hij eet en drinkt met hen, wat men niet doet als men een beetje eergevoel heeft.

En dat is nog niet alles. Hij ontvangt de marginalen, de uitgeslotenen, hen die in onze samenleving op de bank moeten blijven, de melaatsen, de blinden, de doven, de zieken, al die paria's van die tijd die bij hem hun toevlucht zoeken. marginaux

Ze zijn welkom bij hem, en vaak verhoort hij hen. En in dat alles vindt hij zijn vreugde. Jezus is werkelijk de zoon die kwistig uitdeelt wat van de Vader komt.

Niet zijn zoals de oudste zoon.

"De Farizeeën en schriftgeleerden morden tegen Jezus: deze man ontvangt zondaars en eet met hen!" Deze tegenstanders zitten opgesloten in hun kant-en-klare ideeën en hun deugdzaamheid. Ze vinden dat ze God iets kunnen verwijten, omdat zij hem sinds jaar en dag dienen zoals het hoort, zonder ook maar één gebod van hem te hebben overtreden. Het klopt dat ze hun godsdienst nauwgezet onderhouden - maar dan zonder de anderen te beminnen. Ze verkiezen de wet boven de liefde.

Père et deux frères  Let op de taal die Lucas gebruikt. De oudste spreekt over zijn jongste broer met een vanzelfsprekend misprijzen als over "die zoon van jou".De Vader heeft het in zijn antwoord over "jouw broer". 

Tussen die twee aanspreekvormen gaapt een afgrond, die maar overbrugd zal worden als de oudste geraakt zal worden door dat woord "broer". Alleen dan zal hij werkelijk weten wie zijn vader is en de draagwijdte begrijpen van de woorden: "Jij, mijn kind, bent altijd bij me, en al wat van mij is is ook van jou".

De parabel zegt ons niet wat de oudste zoon gedaan heeft. Is hij binnengegaan in de feestzaal om er zijn broer terug te vinden en met al de anderen mee feest te vieren? Of bleef hij koppig vasthouden aan zijn weigering: "Ik ben een rechtschapen mens, ik ga niet om met zondaars"? Aan het einde van de parabel weten we het niet. En dat heeft ook geen enkel belang. Essentieel is het te weten wat wij denken, wijzelf, wat wij doen, wijzelf, en hoe wijzelf ons gedragen. Zijn we zoals de oudste zoon of zoals Jezus, die kwistig uitdeelt wat van de Vader komt?