|
|
In het licht van de Galileeër (Matteüs 4, 12-23)
Toen Jezus hoorde dat Johannes
gevangen was genomen, week hij uit naar Galilea. Hij verliet
Nazaret en ging in Kafarnaüm wonen, een stad aan het meer
van Galilea, in het gebied van Zebulon en Naftali. Zo ging in
vervulling wat God door de profeet Jesaja gezegd heeft: "Land
van Zebulon, land van Naftali, aan de weg naar zee, aan de overkant
van de Jordaan, Galilea, woonplaats van de heidenen: het volk
dat in duisternis zat heeft een groot licht aanschouwd. Over
hen die wonen in het land van schaduw en dood is een licht opgegaan."
Van toen af begon Jezus te verkondigen: "Keer u om, want
het Koninkrijk der Hemelen is heel dichtbij."
|
Toen hij langs het meer van Galilea
liep, zag hij twee broers, Simon en Andreas, hun net in het water
uitgooien. |
Hij zei tot hen: "Kom, volg
mij." (
) Hij trok heel Galilea door, verkondigde het
goede nieuws van het Koninkrijk en genas elke ziekte
Korte tijd na zijn doopsel in Judea,
in het water van de Jordaan, komt Jezus terug naar Galilea, een
beetje als een incognito bezoeker. Een paradoxaal gegeven voor
iemand die met zijn openbaar leven begint. Hij 'trekt zich terug',
buiten het bereik van de vijanden van Johannes de Doper, maar
het gebied waarin hij zich terugtrekt is het tegenovergestelde
van een veilige zone. Jezus kiest de stad, "op een kruispunt
van de naties, aan de weg naar zee", een plaats waar
velen voorbijkomen, elkaar ontmoeten, handel drijven
Hij begint met zelf het voorbeeld
te geven. Als ware "zoon van Abraham" (Matteüs
1,1) verlaat hij zijn land: "Hij verliet Nazaret en ging
in Kafarnaüm wonen". In de ruimte is dit slechts
een kleine verplaatsing (zowat 30 km), maar de betekenis is groot.
Jezus laat het anker los. Voortaan zijn er dingen die voorgaan
op zijn familie en zijn dorp. Zijn nieuw adres is 'Kephar
Nahum', 'het dorp van de getrooste'. Heeft de oude Simeon
niet aangekondigd dat hij Israël zou 'troosten'?
Het ouderlijk huis verlaten is nooit
gemakkelijk, of het nu voor een zending is of om als volwassene
zijn eigen leven te gaan. Niet weinig jonge mensen hebben dat
voorgevoel. In de familiale cocon hebben ze het goed warm. En
zijn ze soms niet bang voor het avontuur van de volledige zelfstandigheid?
Buiten wacht hen al te vaak een soort 'Kafarnaüm': een heterogene
wereld, koud of vijandig, en heel terughoudend als er oproepen
weerklinken voor een beter samen-leven - al die 'keer-u-om' 's
die in het luchtledige lijken te vallen. Zou het zo evident zijn
dat het Koninkrijk der hemelen nabij is? Durven zien, en openstaan
voor het licht dat op weg zet, daar is moed voor nodig.
Ook om tot zichzelf te durven zeggen
dat de wereld nog niet zo slecht is als sommigen beweren. "Kephar
Nahum" heeft mensen zien groeien tot echte edelmoedigheid:
Simon, de eerste van de apostelen, die een tijdlang aan de Meester
onderdak zal verlenen; de vissers van het meer die wachtten op
de komst van de Messias
Galilea, land van ontmoetingen
Jezus neemt de tijd om mensen te bekijken en te verstaan. Als
hij Simon en Andreas, Jacobus en Johannes roept om hem te volgen,
toont hij zich menselijk: hij zal de band die broers met elkaar
verbindt niet breken. De eerste apostelen worden twee aan twee
geroepen. De netten, de boot en de vader achterlaten, dat is
al genoeg gevraagd!
Galilea, symbool van individuele mensen
en volkeren die binnengeleid zijn in het licht van iemand die
mensen opricht. |
|
Jezus neemt hen mee in zijn kielzog
voor een lange weg, waar niets apriori onmogelijk is, zelfs niet
de overgang naar de andere oever. |