|
|
- Drie vragen aan het adres
van Jacques Gaillot
-
- Wat denkt u van wat we waarschijnlijk
best 'de terugkeer van de oorlog' in Libanon noemen?
-
|
Het is een misdadige onderneming, een
misprijzen van de conventies van Genève, een grove schending
van de mensenrechten, een collectieve bestraffing van het volk
van Libanon. Deze koloniale oorlog verdient de strengste veroordeling.
Maar ik denk ook aan Gaza dat onophoudelijk gebombardeerd wordt
door het Israëlische leger en geteisterd door moorddadige
commando's. |
-
- Als het door de Israëli's
beoogde doel legitiem is (de veiligheid garanderen voor de mensen
die in het Noorden van hun land wonen), wat dan te denken volgens
u van de daartoe gebruikte middelen?
-
- Als men veiligheid wil, dan zoekt
men om vrede te sluiten, dan stuurt men niet aan op oorlog. Dit
veronderstelt onderhandelen met de Palestijnen, de Syriërs,
de Libanezen.
-
|
Het is al lang geweten waarover onderhandeld
moet worden: de terugtrekking van het Israëlische leger
uit de bezette gebieden, de evacuatie van de Golan en van de
boerderijen van Chebaa, de ontmanteling van de nederzettingen,
de kwestie van het recht op terugkeer van de vluchtelingen, het
probleem van het water, de verdeling van Jeruzalem, de bevrijding
van de gevangenen. |
-
- Er zijn meer dan 8000 Palestijnse
gevangenen, waaronder honderden vrouwen en kinderen en tientallen
Libanezen - o.a. de communistische militant Samir, die al 25
jaar opgesloten zit.
-
- Kiezen voor de oorlog en niet voor
politieke onderhandelingen zou wel eens tot een impasse kunnen
leiden. Men heeft nog nooit meegemaakt dat een leger het wint
op de guerrilla.
|
|
-
- Opnieuw blijkt de internationale
gemeenschap niet in staat te zijn een regeling uit te werken
voor het conflict. Hoe komt dat volgens u?
-
|
Het Witte Huis streeft ernaar een 'Groot
Midden Oosten' tot stand te brengen en om met behulp van de Israëlische
regering de voorwaarden te scheppen voor een wijziging in de
regio. Wie verzet zich daartegen? Daarin zie ik de oorsprong
van de machteloosheid van de internationale gemeenschap. |
(vragen: Robert Galzi)
|