Brief van Jacques Gaillot: 1 Mei 2001 
    Het Palestijns drama 
   
 

Partenia

De brief

Notities

Catechismus

Terugblik

Archiv

LInk

email

 

Het Palestijns drama
 
Ik heb deelgenomen aan een delegatie van parlementairen, journalisten en vertegenwoordigers uit het verenigingsleven die vanuit België, Frankrijk en Griekenland naar Palestina gegaan zijn om een humanitair konvooi naar het vliegveld van Gaza te begeleiden.
 
à Gaza 
Délegation ONG pour Palestine, prêtre G.Vimard, Mgr. Gaillot avec les jeunes de Gaza, Mars 2001
 
Drie jaar geleden heb ik ook de Gazastrook bezocht. Ze is een onmetelijke gevangenis geworden waarin het leven langzaam wordt verstikt. Versperringen, willekeurige opsluitingen, de sluiting van scholen, het ontoegankelijk maken van geneeskundige verzorging, het uitroeien van bomen, de met de grond gelijk gemaakte woningen… De werkloosheid is er verdrievoudigd. Blokkades maken dat Palestijnse werknemers niet naar Israël kunnen. Boeren die leefden van de aardbeien-, tomaten- en komkommerteelt hebben vandaag geen inkomen meer. Er wordt bijna niets meer geoogst.
 
Onze afvaardiging heeft het getuigenis beluisterd van boeren die met hun gezin op zeer vruchtbare landbouwbedrijven woonden. Ze werden onteigend en Joodse kolonisten kwamen in hun plaats, van wie de veiligheid ononderbroken wordt verzekerd door talrijke militairen. Enkele minuten nadat we daar vertrokken waren is het leger er een bom komen gooien. Een van de boeren werd gewond.
 
We kwamen langs de plaats waar een klein kindje in de armen van zijn vader dodelijk werd verwond. Dat beeld is de wereld rondgegaan, de publieke opinie was diep geschokt. Nu was er alleen nog een braakliggend stuk grond te zien. Bulldozers van het leger hebben alles weggeveegd om elk spoor van het gebeuren uit te wissen.
Alles gaat er op achteruit. Ik heb er een zwaar beproefde bevolking gezien in haar ellende. Een bevolking die dagelijks in onzekerheid leeft en vernederd wordt. Maar die toch ook hardnekkig standhoudt en de moed niet opgeeft.
 
Mgr. Gaillot avec les enfants de Gaza  Ik werd uitgenodigd in een familie met tien kinderen. Ik verneem dat de oudste zoon, 22 jaar, in een gevecht werd gedood. En dat de tweede zoon, 20 jaar oud, ergens in Israël in de gevangenis zit. 
 
Voor het avondmaal ben ik bij een andere familie. De jongeren zeggen dat de Israëliërs om het even wat mogen doen. Ze mogen zich alles veroorloven. Ze zijn de baas. Ze hebben de macht in handen. Toch blijven ze vechten, hoe ongelijk de strijd ook is.
 
partager le destin 
Le prêtre Georges Vimard partage le destin du peuple palestinien 
 
Ik vier de eucharistie met een bevriend priester en de zusters van Charles de Foucauld die al 25 jaar in Gaza wonen. Ik heb bewondering voor die zusters, die het lot van de Palestijnse bevolking delen. Zolang dat dagelijkse onrecht blijft duren, zeggen ze, zal er geen vrede zijn. Het onrecht is de oorzaak van het geweld. Recht en gerechtigheid leiden naar vrede.