|
- De strijd van
- John Lennon
- voor de vrede
|
|
- Peinture d'un enfant en Amérique
du Sud
- "ENFANTS CONTRE LA
GUERRE"
|
|
|
In Israël en de Bezette Gebieden woedt de oorlog.
Elke dag vallen er doden. Een muzikale vredesavond ter nagedachtenis
van John Lennon geeft nieuwe hoop.
Deze internationaal bekende zanger zette zich in tegen de
oorlog in Viëtnam. Hij nam de verdediging van de zwarte
minderheden op zich. Met de Beatles bracht hij zijn eerste single
uit, die een immens succes kende: "Love me do".
"Wij hadden geld en waren beroemd," zegt hij
"maar we wisten niet wat vreugde was. En dan heb ik Yoko
leren kennen
We kwamen tot het besef dat de liéfde
ons gemeenschappelijk doel in het leven was. En vanuit die liefde
is de vrede ontstaan. Dan hebben wij besloten ons in te zetten
voor de vrede in de wereld."
In volle Vietnamoorlog laat hij de betekenisvolle song "Give
peace a chance" opnemen. Het ereteken dat hij van
de Britse koningin had gekregen, stuurt hij terug, als protest
tegen de deelname van de Britten aan de strijd tussen Nigeria
en Biafra en aan de oorlog in Vietnam.
Met een hele waaier van initiatieven proberen John en Yoko
de publieke opinie te beïnvloeden en de gewetens van de
mensen te raken. Hun politieke strijd kent veel weerklank. Ze
sturen eikels op naar de staatshoofden van de hele wereld met
de vraag ze te planten in naam van de vrede. Ze verkopen per
opbod hun haar, in een poging om de terechtstelling van een zwarte
activist te verhinderen. Ze verdedigen de zaak van de Black Panthers.
Hun strijd voor de vrede moest onvermijdelijk onbegrip, moeilijkheden
en zelfs bedreigingen uitlokken. Het FB.I. viseert John Lennon.
Hij krijgt het bevel de Verenigde Staten binnen de 60 dagen te
verlaten. Op 8 december 1980 wordt hij vermoord voor zijn woning
tegenover Central Park.
Twintig jaar later begrijpt men hoe juist en belangrijk zijn
strijd tegen de oorlog in Vietnam was. Spijtig dat hij er niet
meer is om nu in het Midden-Oosten een even geladen "Give
peace a chance" te laten horen, om zo het onrecht
tegenover het Palestijnse volk aan te klagen.
|