De electronische Catechismus: December 1999

Adventstijd

Archiv
Onvolmaakt, en dus moeizaam op weg





Actualite





Aide

email

 

Het team dat aan deze catechismus werkt biedt u elke maand twee teksten aan. Suggesties om deze teksten te verbeteren worden met dank aanvaard. We zouden deze catechismus graag zien groeien als iets waaraan we samen bouwen.
Voorstellen voor nieuwe onderwerpen zijn ook altijd welkom.


Adventstijd

De liturgie biedt ons vier weken aan om ons voor te bereiden op het feest van Kerstmis. Vier weken waarin op een dubbele manier over de komst van Christus gesproken wordt. Hij is reeds gekomen, toen hij ons menselijk lot deelde - en hij zal terugkomen, bekleed met zijn heerlijkheid. De christenen bereiden zich voor om de geboorte te vieren van het kind van Betlehem. Maar tegelijk richten zij hun ogen naar de toekomst, om hoopvol uit te zien naar de wederkomst van Christus in heerlijkheid. Ze vieren wat gebeurd is en wat nog gebeuren moet. Om ons binnen te leiden in het mysterie van Kerstmis plaatst de liturgie de figuur van Sint Jan de Doper op de voorgrond. Hij is degene die door God werd gezonden om de weg te effenen voor de Heer.

Adventstijd is een tijd van verlangen. Een verlangen dat altijd levend wordt gehouden, nooit onbevredigd blijft, dat ons vooruitstuwt in het vreugdevolle besef dat we Hem zullen ontmoeten die we zonder ophouden zoeken. Waar een verlangen is, is een weg.

Het is niet zoals het ongedurige wachten op een trein die maar niet komt. Het is niet als het angstige wachten bij een dierbare in levensgevaar. En ook niet als het bedrieglijke wachten van mensen die slechts uitzien naar de terugkeer van een tijd die voorgoed voorbij is.

Het is als het blijde verwachten van ouders die zich voorbereiden op de geboorte van hun kind. Het is het wachten van de wachters op de dageraad.

Ze weten het heel goed: hoe lang de nacht ook mag duren, hij zal moeten wijken voor het licht van de dag. Het is het wachten van mensen die heel veel van het leven houden, die openstaan voor wat komt. Leven is openstaan voor wat komen zal. Open voor wat komen zal, voor wat gebeuren kan, voor het onverwachte, voor wat nog niemand heeft gezien. Zulke mensen gaan volop in op het avontuur van het leven.

Maar er zijn ook mensen die door het leven ontgoocheld werden, die van het leven niets meer verwachten. Van zichzelf niet en ook niet van de anderen. Van God niet, van de kerk niet, van de maatschappij niet. Je zou kunnen zeggen dat ze reeds opgehouden hebben te leven. Dat ze al dood en begraven zijn.

Als God onder ons komt wonen, dan is alles nieuw, moet alles nieuw zijn. Het is goed nieuws, dat aan ons leven een nieuwe wending geeft. Adventstijd is tijd van herbeginnen. Altijd weer kunnen we opnieuw beginnen, ongeacht onze leeftijd of de omstandigheden waarin we leven. God doet ons naar de toekomst kijken.

De adventstijd breidt zich uit tot de hele mensheid. Er is een grote advent, vol hoop: een andere wereld is mogelijk. Hoe verminkt onze planeet ook wordt door ongelijkheden en geweld, toch kan ze gerechtigheid en vrede voortbrengen. Het noodlot is niet onafwendbaar. Waar God onze geschiedenis binnentreedt, biedt hij perspectieven voor de toekomst en spoort hij ons aan om ons met hart en ziel in te zetten voor wat hier en nu mogelijk is.

Top





Actualite





Aide

email

 

Onvolmaakt, en dus moeizaam op weg

In elk van ons wellicht, en zeker bij het grote publiek, bestaat de behoefte om van sommige mensen te denken dat ze 'heel anders' zijn, gespaard gebleven van kleine kantjes en zwakke plekken. De intuïtie dat de mensheid tot heel wat meer in staat is dan wat we zelf realiseren? Het zou echter ook kunnen dat we op sommigen, die erg in de kijker lopen, een ideaal projecteren dat we voor onszelf bijna onbereikbaar vinden. Een ideaal dat ons doet dromen. Terwijl we sommige mensen als "buiten reeks" beschouwen, kunnen we misschien gemakkelijker aanvaarden dat we zelf een middelmatig bestaan blijven leiden?

Toch blijft, in het diepste van elk van ons, de hunker om te groeien. Het is een diep verlangen, vaak onderbedolven, soms verstikt door de moeilijke omstandigheden waarin we hebben moeten leven of opgevoed werden. Sommigen vonden te weinig hulp om zelfvertrouwen te verwerven, om uit hun schulp te komen, om met anderen open en eerlijke relaties aan te gaan, om te leren geloven in hun eigen bekwaamheid om goede dingen te doen. Al te vaak werd ons ook een theoretische volmaaktheid voorgehouden als een te bereiken ideaal. Maar dat lag dan op geen enkele wijze in de lijn van wie we eigenlijk waren. Waaruit dan weer ontmoediging volgde, na vergeefse pogingen om dit ideaal te bereiken. De overwaardering van wat men 'de staat van volmaaktheid' noemde, heeft er eveneens toe bijgedragen dat we ontgoocheld tot de werkelijkheid teruggeroepen werden, tot de weg die we zelf moeten gaan. Jezus ging, zoals de evangelies het tonen, anders te werk. Hij hielp iedereen om vertrouwen te hebben in zichzelf. "Sta op en loop" zei hij tot de lamme. En let wel, we zijn allen in mindere of meerdere mate door het bestaan verlamd!

We mankeren, zowel voor onszelf als voor het aanvaarden van van de andere, een pedagogie die ons leert om als onvolmaakte mensen moeizaam samen op weg te gaan. Het is inderdaad vaak in moeilijke omstandigheden, op een weg die doorkruist wordt door uiteenlopende behoeften en uitdagingen, dat we moeten kunnen verder gaan. In het bewustzijn dat iets kan verbeteren, dat hier en nu een stap vooruit realiseerbaar is. als we dat kunnen eisen we niet meer van de anderen dat ze zonder fouten zouden zijn. En ontdekken we opnieuw, met een groter vertrouwen in de eigen mogelijkheden, bij onszelf het verlangen om aan onszelf te werken, om als mens te groeien. Wie bevrijd is van een verlammend schuldgevoel bij elke verkeerde stap, kan aandachtig worden voor de uitnodiging om het beste in zichzelf te ontplooien.

Laten we toch nooit, van onszelf noch van anderen, een volmaaktheid verwachten die aan niemand gegeven is bij het begin. We zijn altijd op weg in die richting, moeizaam, stap voor stap, elk op zijn ritme. De aandacht die we besteden aan de anderen en het vertrouwen dat zij in ons stellen, houden ons op de been. In een wereld-in-wording ontwikkelt zich op die manier een echte zin voor verantwoordelijkheid. De bijdrage van eenieder, ongeacht zijn afkomst of zijn milieu, is een onmisbare schakel voor een groter welzijn van allen.

Top






Actualite





Aide

email

 

Archiv :



Top