De electronische Catechismus: November 1999

Het geestelijk leven

Archiv
God is relatie





Actualite





Aide

email

 

Het team dat aan deze catechismus werkt biedt u elke maand twee teksten aan. Suggesties om deze teksten te verbeteren worden met dank aanvaard. We zouden deze catechismus graag zien groeien als iets waaraan we samen bouwen.
Voorstellen voor nieuwe onderwerpen zijn ook altijd welkom.


Het geestelijk leven

In de tweede helft van deze twintigste eeuw heeft het geestelijk leven zich losgemaakt van de godsdiensten. Dat is een typisch kenmerk voor deze tijd: voor velen is het geestelijk leven autonoom geworden en niet meer verbonden met een religieuze praktijk, in de betekenis van deelname aan de cultus, de riten, de sacramenten van een gemeenschap. We kennen allemaal mensen die op weg zijn, die zoeken naar een zin voor hun bestaan, die zich niet afsluiten, maar openstaan voor hun medemensen - en die hun licht niet gaan opsteken bij officiële vertegenwoordigers van een kerk of een godsdienst.

Als wij onze tijdgenoten oppervlakkig noemen, materialistisch, dan surfen wij over de realiteit heen, dan spreken we al te lichtvaardig en doen we onze tijd geen recht. Je moet maar eens luisteren naar interviews met jongeren en naar de teksten van hun liederen.

We onmoeten graag mensen die we 'wijs' noemen, mensen met een zekere ervaring. Zij bevinden zich op dezelfde weg als wij, maar ze zijn een stapje verder, en kunnen ons iets meedelen vanuit hun ervaring. Zijn we bij voorbeeld in rouw gedompeld, dan zijn we blij als we met iemand kunnen praten die het ook heeft meegemaakt, die kan zeggen hoezeer hij ons verdriet begrijpt en hoe hij het aan boord heeft gelegd om niet de hele tijd door te blijven denken aan diegene die ons verlaten heeft.

Het geestelijk leven verenigt. We kunnen de andere niet louter meer van buitenaf bekijken als we iets hebben gedeeld van wat met ons mens-zijn te maken heeft. Hetzelfde is waar als we elkaar weerzien op een manifestatie voor de rechten van mensen-zonder-papieren of tegen uitsluiting; als we mee op weg gaan met een gezin in moeilijkheden, of samen een belangrijke gebeurtenis herdenken. Nadien is het nooit meer als voorheen. We zijn ergens 'medeplichtigen', we zijn in zekere zin familie van elkaar geworden.

We voelen heel goed aan dat we niet meer alleen zijn. Vele van onze tijdgenoten zetten zich in voor een of andere geestelijke waarde. Deze geestelijke waarde heeft met ons diepste bestaan te maken, wie we ook zijn: gelovig, agnost of ongelovig. Ze ligt op het domein van ons verlangen. Ze stelt ons in staat om onszelf te zijn, om toegang te hebben tot onszelf, om dieper binnen te dringen in onszelf en om woorden te vinden die uitspreken wat ons bezielt.

Als we dat doen, sluiten we aan bij het krachtigste wat in onze tradities te vinden is - en wat de geschiedenis (met, binnen de instituties, de strijd om de macht) ons vaak belet heeft te zien. Zo zal een christen denken aan Jezus, aan wat deze man heeft bijgedragen tot ons mens-zijn.

Jezus van Nazareth had inderdaad zeer veel aandacht voor elke mens, en toonde een voorkeurliefde voor de uitgeslotenen. Dat hebben Petrus en Johannes zeer goed verstaan. Ze ontmoetten een lamme aan de rand van het bad in de tempel en zegden hem: "Goud of zilver hebben wij niet - maar in Jezus' naam, sta op en ga!"

Top





Actualite





Aide

email

 

God is relatie

Jezus openbaart ons in de evangelies dat hij gezonden is door de Vader en dat hij zonder ophouden in relatie staat tot hem, één is met hem. Hij spreekt ook van de heilige Geest die hij moet zenden: degene die ons allen zal doen begrijpen wat hij gezegd heeft, en die na zijn heengaan bij ons zal blijven.

Hiermee openbaart hij, verrassend, iets heel nieuws, waarvan de profeten van het Eerste Testament geen flauw vermoeden hadden. De God van de christenen is een complexe God, tegelijk één en bestaande uit drie personen - een drievuldige God, Vader, Zoon en Heilige Geest genoemd. God is niet alleen geen eenzaat in zichzelf, maar hij opent zich ook nog verder, als hij ons zijn Zoon zendt, en daarna zijn Geest. God en mens zijn daardoor nog meer met elkaar verbonden. Door als een van de onzen bij ons te komen, leidt de Zoon ons binnen in de intimiteit van God zelf: geen gesloten wereldje, maar een milieu vol beweging, waar elk gezonden wordt naar de ander en slechts leeft voor en door de anderen. Alléén kan niemand bestaan.

Vaak denkt men zo: er zijn mensen, en vervolgens: eventueel treden die in relatie met elkaar. Verkeerd! Zo lang er geen relatie is, is er geen mens.

Alleen als er een relatie is, ontstaat de mens. En zo lijkt het ook te zijn bij God. God is relatie - of hij bestaat niet. De Heilige Geest personifieert deze relatie, en maakt er een warme relatie van, vol aandacht voor de ander, vergelijkbaar met een relatie zoals we die kunnen vinden tussen een vader, liefdevol en teder als een moeder, en een zoon.

Ons 'credo' zegt dat de Vader de Zoon voortbrengt. Dat is waar. Maar we mogen daarbij niet denken aan een verticale, hiërarchische en niet-wederkerige relatie. Het gaat wel om een relatie van wederkerigheid, want de Vader wordt pas Vader dank zij de Zoon. Mensen worden slechts ouder (vader of moeder) als ze kinderen hebben. We hebben onze identiteit aan elkaar te danken.

De Geest 'komt voort' uit de Vader en de Zoon. Zonder hen zou hij niet bestaan. Hij is het die hen in staat stelt om hun identiteit te ontplooien en tot ontwikkeling te brengen, door een 'driehoeksverhouding', een verbreding. Hij manifesteert zich op de dag van Pinksteren als wind en vuur. Hij is de ruimte waarin de lucht circuleert; hij verhindert de fusie tussen de mensen, waarbij de ene in de andere verdwijnt - maar ook, dat ze losraken van elkaar in hun zoektocht naar onafhankelijkheid. Hij zorgt voor de juiste afstand waardoor elk zijn eigen originele identiteit tot ontwikkeling kan brengen. Hij is de warme ruimte waarin vertrouwen heerst

en wederzijdse aandacht, die de ander niet in beslag neemt, niet overheerst of er zich aan onderwerpt. Hij is de liefdesrelatie tussen de Vader en de Zoon - die niet in fusie leven, niet gescheiden, en niet in een hiërarchische verhouding tot elkaar staan. Zonder hem zouden zij niet zijn wat ze zijn. Zo zijn ze dus op hun beurt afhankelijk van hem. Door deze onderlinge afhankelijkheid tussen de personen van de Drievuldigheid kan men zeggen dat ze gelijk zijn en dezelfde natuur hebben. Het is dus een relationele werkelijkheid die de drie personen maakt tot wie ze zijn. De Drievuldigheid is gemeenschap. Daarbinnen wordt eenheid beleefd en verscheidenheid, onderscheid en gelijkwaardigheid, verschil en gelijkenis.

Deze drievuldig liefde stroomt belangeloos over op elk van ons, die zonen en dochters van God zijn, dank zij Jezus, die het project van zijn Vader tot het zijne heeft gemaakt. En wij, die op onze beurt naar de anderen worden gezonden, worden door de Geest bekwaam gemaakt om ruimte te geven aan de ander - zonder daarom onszelf uit te schakelen of onze identiteit te verliezen. In staat om de ander te laten zichzelf blijven, zonder hem op te slorpen of met hem in conflict te gaan. De Geest garandeert onze bekwaamheid om elkaar lief te hebben zoals Jezus, de Zoon, ons heeft bemind.

Top






Actualite





Aide

email

 

Archiv :



Top