|
|
De bijbel, spontaan vertaald |
|
- De roeping van de eerste leerlingen
- (Matteus 4, 18-22)
"Terwijl hij langs het meer van Galilea trok, zag
hij twee broers, Simon en Andreas, die hun netten in zee gooiden,
want ze waren vissers. Hij zei hun: Kom en volg mij, en ik zal
van u mensenvissers maken."
Toen we die tekst bestudeerden merkten de kinderen van de
catechese direct op dat het over een verandering van job ging.
Gewend geraakt aan een vlugge wisseling van jobs merkten ze onmiddellijk
de woordspeling op: "Het waren vissers. Hij zei hun:
Kom, volg mij, en ik zal van jullie mensenvissers maken".
Als je ziet hoe vlug de leerlingen op het aanbod ingaan, dan
zou je wel denken dat ze er beter aan toe zullen zijn dan op
hun vorig werk. Een beter salaris? Boeiender werk? Een job met
meer mogelijkheden i.p.v. een job zonder toekomst? Meer afwisselende
contacten? Minder lastig werk? Een nieuwe, aantrekkelijke baas?
Ze konden er niet op antwoorden, maar het vervolg van de tekst
laat iets ongewoons vermoeden: "Onmiddellijk lieten ze
hun netten in de steek en volgden hem
Onmiddellijk lieten
ze hun boot en hun vader achter, en volgden hem.
De kinderen namen deze radicale formulering niet letterlijk
op. In een dergelijke plotse breuk geloofden ze niet. En het
klopt, in een aantal passages van het evangelie staan dusdanige
radicale formuleringen dat mensen ze naast zich neerleggen of
zeker geen aandacht meer besteden aan de weg die op die manier
als onmogelijk wordt voorgesteld. De beperkte ervaring van de
kinderen verhinderde hen evenwel om die mannen als warhoofden
of onverantwoordelijken te beschouwen. Voordat ze inscheepten
voor een ànder avontuur, hebben de leerlingen heel zeker
een aantal dringende zaken moeten regelen: het onderhoud voor
het gezin (Petrus was gehuwd, en had waarschijnlijk kinderen),
hun beroepsstatuut (Jacobus en Johannes werkten in familieverband
en hadden loonarbeiders in dienst), de zorg voor het materiaal:
boten, netten
(In meerdere episodes ziet men Jezus in de
boot stappen, en na de dood van Jezus hebben de leerlingen hun
vroeger beroep weer opgenomen.)
Toen ze naar de tekst terugkeerden, vroegen de kinderen zich
toch af wat dan de betekenis was van het tot tweemaal toe herhaalde
gebruik van het woord 'onmiddellijk'. Ze weten dat wisselen van
job altijd een risico blijft, indien niet voor de persoon in
kwestie, dan toch zeker voor diegenen die van hem of haar afhankelijk
zijn - ook als men alle nodige voorzorgsmaatregelen getroffen
heeft. Men komt altijd op een terrein dat voor een stuk onbekend
is. En daarmee moet men vrede kunnen nemen, zelfs na lang nadenken.
Maar van het nieuwe gaat ook altijd een aantrekkingskracht uit,
de hoop op beter en meer.
Het is het moment om iets te zeggen over de persoonlijkheid
van Jezus. Wat de leerlingen hier bij het eerste contact ervaren,
zal bevestigd worden in het vervolg van het verhaal. Dit eerste
contact openbaart een sterke aantrekkingskracht. De blik van
deze man, de manier waarop hij vertrouwen schenkt, mensen doet
groeien, rechtop helpt - dit alles moet bepalend geweest zijn
voor de beslissing van de eerste leerlingen. Er is iets dat hun
hart geraakt heeft. Dank zij een ontluikende aanhankelijkheid
en het vertrouwen dat ze kregen werden de laatste obstakels overwonnen
en waagden ze de sprong in het onbekende. |