De electronische Catechismus: Januari 2001

  Mens en dier  Een moraal die nooit af is 
  Archiv   
  Geschiedenis van het Bisdom Partenia, Biografie van Bisschop Jacques Gaillot





Actualite



Archiv

Aide

email

 

Het team dat aan deze catechismus werkt biedt u elke maand twee teksten aan. Suggesties om deze teksten te verbeteren worden met dank aanvaard. We zouden deze catechismus graag zien groeien als iets waaraan we samen bouwen.
Voorstellen voor nieuwe onderwerpen zijn ook altijd welkom.


Mens en dier 
La cigogne 

In deze tijd, met zijn markteconomie, de globalisering van de handel en de demografische explosie, zijn de dieren consumptievoorwerpen geworden. Met de technische middelen waarover de mens vandaag beschikt kan hij gemakkelijk zijn wreedheid botvieren op dieren, van de manier waarop hij hen dagelijks behandelt tot het folteren toe. Het kweken van kippen in batterijen, de industriële productie van dieren voor de voedselconsumptie, de schandalige manier van transporteren of de gruwelijke manier van slachten, het onderzoek op levende dieren in laboratoria, het klonen…

 La catastrophe écologique In Frankrijk alleen al worden ieder jaar voor dierlijke experimenten 2,6 miljoen dieren gedood. We worden ons bewust van de catastrofale gevolgen voor vissen en vogels van de olievervuiling op zee. We kennen het drama dat veroorzaakt werd door het dierlijk meel.  

Het gevaar bestaat dat bepaalde diersoorten verdwijnen. Gezaghebbende stemmen komen op om de uitroeiing te beletten van olifanten, walvissen en jonge zeehondjes…

Zelfs de dierentuinen, een attractie voor de toeristen, staan onder verdenking ten gevolge van de abnormale en soms ronduit betreurenswaardige omstandigheden waarin de dieren moeten leven. Maar ja, de wetten van de handel zijn dwingend!

De internationale gemeenschap is bij deze situatie in actie geschoten. In 1978 heeft de Unesco de "Universele verklaring van de dierenrechten" afgekondigd. Daarin wordt gemikt op gelijke rechten voor elke levende soort.

Experimenten op dieren hebben het ons mogelijk gemaakt om geneesmiddelen zoals de insuline op punt te stellen. Maar vandaag kunnen deze proeven meer en meer vervangen worden door alternatieve methodes. Daardoor zullen we kunnen vermijden dat dieren moeten lijden.

Deze evolutie stelt vragen bij onze houding tegenover dieren, en bij onze tweeslachtige relatie met hen. Door ze te temmen hebben we de dieren afhankelijk gemaakt van ons, en zo hebben we tegenover hen ook een verantwoordelijkheid opgenomen. De troeteldieren die wij koesteren kunnen ons ongevoelig maken voor de problemen van mensen. Denk aan de overdadige uitgaven voor gesofistikeerde dierenvoeding, terwijl er zoveel armoede is! Het is zelfs mogelijk dat iemand het opneemt voor de dieren en daarmee zijn misprijzen voor de mens verbergt.

We worden uitgenodigd om met de natuur opnieuw een relatie aan te gaan die op éénheid gericht is, om weer de solidariteit te ontdekken die ons verbindt met al wat leeft. Dieren zijn geen voorwerpen. Zij maken net als wij deel uit van de kosmos, waarin alles met alles verbonden is. "Wie een bloem plukt, verstoort een ster" zei Francis Thompson, een dichter.





Actualite



Archiv

Aide

email

 

Een moraal die nooit af is.

Individuele mensen staan tegenwoordig, net als openbare instanties, vaak oog in oog met totaal nieuwe ethische problemen. Denk aan aids, aan pedofilie, of - zoals heel recent - de schadeloosstelling die een diep gehandicapte heeft gekregen omdat een dokter hem heeft laten geboren worden tegen de wil in van zijn ouders. Als een nieuwe situatie opduikt kunnen we niet meer, zoals vroeger, in een meer stabiele maatschappij, verwijzen naar onaangevochten morele normen die in brede kringen erkenning vinden, om te oordelen wat ons te doen staat. We moeten elke keer weer aanvaarden dat we risico's lopen bij het uitwerken van iets nieuws, ook als we omzichtig te werk gaan.

Om te weten wat we in het gewone leven moeten doen volstaat het dat we vaste regels toepassen, waarmee we vanuit ons eigen innerlijk instemmen. Maar wanneer we met een nieuwe vraag te maken hebben, waarvoor geen pasklaar antwoord bestaat, dan wordt onze ethische zin aangesproken en uitgedaagd. Op dat moment worden we niet meer geleid door vooraf vastgestelde regels, maar wordt in ons binnenste een beroep gedaan op ons geweten en onze zin voor verantwoordelijkheid. Geprefabriceerde oplossingen doen dan niet ter zake. Enkele grote perspectieven die met moraal te maken hebben spelen dan een rol. Dààrmee zullen we in staat zijn om een welafgewogen antwoord te bieden op de nieuwe situatie waarvoor we staan.

Gaat het om vragen die ons direct aanbelangen, dan is het op de eerste plaats belangrijk dat we wat afstand nemen van onszelf, en van de gevoelens die ons heen en weer slingeren. Alleen zo kunnen we met voldoende doorzicht de reële proporties van het probleem in kaart brengen. In zo'n geval is het beter te praten met iemand in wie we vertrouwen hebben. Niet om van hem een antwoord te krijgen, maar hij kan ons helpen om beter alle elementen van het probleem onder ogen te zien. Klakkeloos een voorstel van een buitenstaander overnemen (wat trouwens een fout zou zijn van zijn kant), dat ware onze verantwoordelijkheid afgeven. En dat zou ook betekenen dat we nog moeite zouden hebben om de genomen beslissing tot de onze te maken, want een mens engageert zich slechts ten volle als hij zélf een beslissing heeft genomen. Onze gesprekspartner moet geen ideale oplossing uitwerken, maar ons helpen om zoveel mogelijk rekening te houden met de diverse elementen, die soms onverzoenbaar zijn met elkaar - waardoor de situatie ook zo complex is! Hij leert ons aanvaarden dat elke concrete oplossing ook haar schaduwkant heeft.

Het is noodzakelijk dat we ons tezelfdertijd ook betrokken voelen op de grote maatschappelijke problemen. We zouden ongelijk hebben als we de uiteindelijke beoordeling van wat waardevol en goed is aan de 'deskundigen' zouden overlaten. Deskundigen, die al te vaak getekend zijn door een welbepaald onderzoeksterrein, zijn niet noodzakelijk het meest geschikt om de weerslag en de gevolgen van hun onderzoek voor het concrete leven in te schatten. Het is in laatste instantie de beoordeling van allerlei mensen aan de basis die zal maken dat waarden en wetten uitgewerkt kunnen worden om het samenleven in goede banen te leiden. Waardevolle gedragslijnen kunnen slechts gevonden worden vanuit de doorleefde ervaring en de permanente beoordeling daarvan.

Al te vlugge en definitieve oordelen zijn een gevaar. Wie a-priori en al te haastig een oordeel velt over nieuwe situaties, maakt dat hij zich geen rekenschap kan geven van de vele complexe elementen die daarin meespelen. Uiteraard moeten we - in de mate van het mogelijke - manifest onaanvaardbare experimenten vermijden. Maar afgezien daarvan, moeten wij niet de tijd zijn werk laten doen, zodat met de tijd geleidelijk aan helder kan worden wat opbouwend en waardevol is voor mens en maatschappij?

Een normatieve moraal (die gedragsregels voorschrijft) geeft pasklare antwoorden - legt die zelfs op. Een ménselijke moraal wekt in ons de bekwaamheid om ons zelfstandig een oordeel te vormen en verantwoordelijk te handelen. Daardoor worden we bekwaam om het hoofd te bieden aan de vaak totaal nieuwe situaties waar het leven van elke dag ons voor plaatst.