De electronische Catechismus: Januari 2000

De Overtreding

Archiv
Wie of wat is heilig? Vergis je niet!





Actualite





Aide

email

 

Het team dat aan deze catechismus werkt biedt u elke maand twee teksten aan. Suggesties om deze teksten te verbeteren worden met dank aanvaard. We zouden deze catechismus graag zien groeien als iets waaraan we samen bouwen.
Voorstellen voor nieuwe onderwerpen zijn ook altijd welkom.


De Overtreding

Wetten en voorschriften bakenen onze weg af en helpen ons op die manier vooruit in het leven. Burgerlijke wetten, morele wetten, eventueel ook religieuze wetten. In principe zijn ze bedoeld om de mens te beschermen en om het samenleven tussen mensen mogelijk te maken, en dit zo harmonisch mogelijk. Uiteraard zijn deze wetten niet volmaakt, zoals alle mensenwerk.

Het is de taak van de wetgever de wetten aan te passen en te verbeteren. Ondertussen vormen ze een nuttig kader, niet weg te denken uit ons persoonlijk en sociaal leven.

Hoeveel aandacht en eerbied men ook moet hebben voor dit geheel van voorschriften, toch zijn er momenten waarop een andere houding noodzakelijk is, die vaak in een verkeerd daglicht wordt gesteld: de overtreding. Dat woord heeft bij sommigen een slechte weerklank, het lijkt immers te wijzen op het miskennen, het misprijzen van zelfs de meest waardevolle wetten. Onze opvoeding heeft ons altijd geleerd ons aan te passen. We mochten geen stap verder gaan dan wat voorgeschreven was. Wie het wel deed, moest zich schuldig voelen.

Toch zijn er omstandigheden en etappes in ons bestaan waarin we, in naam van de doelstellingen en waarden die de wet geacht wordt te verdedigen, ons innerlijk opgeroepen weten, vanuit ons diepste geweten, om de wet te overtreden.

Overtreden (of zeggen we in het Nederlands beter 'overschrijden'?) betekent vérder gaan dan de gebaande wegen, inspelend op concrete situaties waarin mensen zich bevinden en die om een radicale aanpak vragen. Het is daden stellen die men, in de strijd tegen schreeuwend onrecht, onontbeerlijk acht om de gevestigde orde te doen evolueren. Het is in zekere zin een wereld voorbereiden die méér rekening houdt met de mens, en in het bijzonder met de meest benadeelde mens.

Waar hij ook maar voorbijkwam schonk Jezus vertrouwen, hielp de lamme om rechtop te staan, genas de zieke. Waar het nodig was overtrad hij bestaande wetten, zoals die van de sabbat. "De sabbat is gemaakt voor de mens, niet de mens voor de sabbat" (Marcus 2, 27). De wet, de gevestigde orde, hinkt altijd voor een deel het leven achterna. Wie op een verstandige manier de wet overtreedt, baant de weg voor een evolutie die noodzakelijk is. Denk aan de moed van de eerste gewetensbezwaarden, aan het koppig verzet van vrouwen die strijden voor de gelijkberechtiging van de vrouw in kerk en samenleving.

Het overtreden van een wet kan getuigen van kinderachtigheid, onvolwassenheid. Maar het kan ook een profetische daad zijn: als dit gedrag niet beperkt blijft tot negatieve kritiek, maar wegen uittekent naar een meer rechtvaardige samenleving, met meer aandacht voor concrete situaties en mensen. Dit vraagt helderheid van geest, maar ook moed. Men moet bereid zijn om een eenzame weg te gaan, tegen de heersende overtuigingen in. Men moet ook nederig zijn, want alleen de toekomst zal uitmaken of het om een constructieve stap ging. Maar hoe dan ook, het is nù dat we aandacht moeten besteden aan situaties die onduldbaar zijn en dat we met de nodige veranderingen moeten beginnen, in het licht van wat we nù zien.

Elke gemeenschap, elke samenleving, elke kerk verstart als er geen voorlopers meer zijn die - ook als zij niet begrepen worden, door de goegemeente verworpen of geminacht - de weg banen naar een toekomst die rechtvaardiger is en waar meer eerbied is voor iedereen.

Top





Actualite





Aide

email

 

Wie of wat is heilig? Vergis je niet!

Als hij met lijden en dood, het kwaad en de oorlog, of natuurrampen te maken heeft, staat de mens er ontredderd bij. Hij begrijpt het niet. Het leven heeft geen zin meer. Zijn wereld is in de war. En dan voelt hij zich geneigd om de hulp in te roepen van een hogere macht, waarop hij een beroep kan doen om in heel die warboel tussenbeide te komen. Hoe stem je die hogere macht gunstig en verkrijg je zijn bescherming? Door gaven, offers, en rituelen die bedoeld zijn om het noodlot te bedwingen. Mensen branden een kaars, zeggen gebeden op, eren afbeeldingen, dragen medailles, brengen offers, gaan op bedevaart Op die manier kunnen ze in contact treden met het goddelijke. De plaatsen waar ze daarvoor naartoe trekken, de tekens en de voorwerpen die ze gebruiken worden zelf 'heilig'. Het aanvoelen dat er in deze wereld méér is dan de mens, dat iets of iemand hem te boven gaat, is wijd verspreid in de ruimte en de tijd. Het staat aan de oorsprong van de godsdiensten. De godsdienst legt de brug tussen de mens en het heilige.

In die religieuze praktijken is vaak het verlangen aanwezig om de goddelijke wil te plooien naar de eigen behoeften en wensen. Een soort handel, waar marchanderen op zijn plaats is. Ik geef u dit en dan doet u dàt voor mij. Maar het omgekeerde leidt ook niet tot betere resultaten: wanneer de mens in zijn kleinheid door de heilige macht verpletterd wordt, tot niets gereduceerd, en zonder hoop zit te wachten op de dood die onafwendbaar is.

Heel anders is het wanneer een mens, vanuit zijn diepste ellende, met een laatste noodkreet nog om hulp roept, van waar die ook mag opdagen.

Het Godsbeeld dat Jezus Christus ons openbaart is niet dat van een dove God, die ongevoelig is, of uit op winstbejag, maar van een God die zijn gaven gratis uitdeelt, zonder tegenprestatie. De laatste krijgt evenveel als de eerste (Mattheus 20, 1-16). De tekens van de broodvermenigvuldiging (Marcus 6, 35-44), van het wijnwonder (Johannes 2, 1-11) of de wonderbare visvangst (Lucas 5, 1-11) tonen hem als niet te evenaren inzake weelde en overvloed.

Zijn vergeving en zijn geluk schenkt hij aan iedereen, zonder voorwaarden. Sociale klasse, ras of godsdienst spelen geen rol. Zelfs zuiverheid is geen voorwaarde: hij komt voor de zondaars, wat ze ook mogen misdaan hebben.

Jezus is daarenboven gekomen om de grenzen tussen het heilige en het profane uit te wissen. Uiterlijke gedragingen bij de cultus of het gebed, bestemd om gezien te worden, zijn waardeloos in zijn ogen (Mattheus 6, 1-8). Wat zich afspeelt in de binnenkamer van het geweten, dat is belangrijk: wat zich afspeelt "in geest en waarheid" (Johannes 4, 23). Hij is gekomen om ons te bevrijden van "heilige" machten die ons schrik inboezemen en gevangen houden.

Is dan niets meer heilig? Er is geen enkel domein meer dat uitsluitend voorbehouden is voor het heilige. God alleen is heilig, en met alles wat bestaat mogen wij naar goeddunken handelen. Maar hoe herken je en vier je dan wat voor God heilig is? De mens, man en vrouw, geschapen naar Gods beeld, die is belangrijk. Dat laat Jezus blijken door zijn woorden en zijn daden. Hij zegt ons: "Wat jullie gedaan hebben aan de minste van mijn broeders, dat hebben jullie aan mij gedaan." (Mattheus 25, 40). De mens, en vooral de kleinste, de meest berooide, de zwakste, dié is heilig.

We mogen ons dus niet vergissen als we het hebben over het "heilige". Onze gebaren, tekens en rituelen hebben maar één doel: ze moeten ons eraan herinneren dat we ons moeten inspannen voor meer welzijn voor de mensheid. Het is in het gelaat van onze broers en zusters dat het heilige gelaat van God zich aan ons manifesteert, en nergens elders. De strijd aanbinden tegen ziektes, stervenden bijstaan, vechten tegen het kwaad, in ons en rondom ons, om een einde te stellen aan elke aanslag op het leven en de waardigheid van de mens - dat is onze taak. Ons verdiepen in de mechanismen van deze planeet Aarde, om toekomstige generaties te beschermen en om steeds beter catastrofale natuurverschijnselen te voorkomen - dat is onze opdracht.

Een geweldige opdracht, die voor iedereen heilig moet zijn!

Top






Actualite





Aide

email

 

Archiv :



Top