|
|
- Het verbazende parcours
van een blinde
(Johannes 9, 9-14)
|
Jezus ziet in het voorbijgaan iemand die blind is vanaf zijn
geboorte. Hij vraagt niets, maar Jezus zal hem genezen en hem
vergezellen tijdens heel zijn geschiedenis. Stap voor stap ziet
de blinde klaarder, verder. |
-
- De blinde maakt een metamorfose mee. Een totale verandering
in de manier waarop hij de wereld waarneemt: hij ziet voor de
eerste keer zijn dorp, zijn ouders - die hij tot hiertoe alleen
kon aanraken; hij legt het verband tussen de geuren van de aarde
en het gras dat er groeit, tussen de smaak van het brood en dat
'ding' dat hij vroeger brak. Hij dankt de hemel. Diegene die
hem genezen heeft, is een profeet.
-
- Maar daarmee gaat hij voor de Farizeeërs te ver.
De Meesters van de Tempel zijn gekwetst en verdragen niet dat
ze van een bedelaar iets zouden moeten leren. Hij is voor hen
een zondaar en ze trekken zich terug in hun zekerheden.
-
- Op dit moment ziet men de blinde, die gevraagd wordt te
zeggen wat hij er zelf van denkt, zijn eigen antwoord ontdekken.
Hij wordt onderworpen aan een nauwgezette ondervraging: ben jij
het wel die dat heeft meegemaakt? En wie heeft dat gedaan?
- De blinde blijft bij de feiten: ik was blind - ik zie.
Maar bij de tweede ondervraging wordt hij zenuwachtig op het
einde en riskeert zich ver voor de Farizeeën: "Was
deze man een zondaar, dan zou hij niets kunnen doen!"
Het is nog geen geloofsbelijdenis, maar hij is op weg. De stappen
in zijn evolutie zijn herkenbaar aan de titels die hij aan Jezus
toekent: "een man die men Jezus noemt en waarvan ik niet
weet waar hij vandaan komt"; wat later: "Jezus
is een profeet"; en uiteindelijk, in aanwezigheid van
Jezus gelooft de blinde in "de mensenzoon". Om dit
alles wordt hij uit de synagoge gegooid.
-
Dit verhaal zegt ons iets over onze eigen ervaring. Soms komen
we tot de vaststelling dat "onze ogen zijn opengegaan"
en dat alles veranderd is. Het leven heeft een nieuwe smaak gekregen,
we hebben een woord gehoord dat we nog niet kenden, en dat zin
heeft. |
|
-
- We maken ook mee - net als de blinde - dat we op bepaalde
plaatsen buiten gegooid worden, dat mensen uit onze kring ons
niet meer herkennen, en ons helemaal alleen ons plan laten trekken.
Helemaal alleen met Jezus. Het is op die plaatsen dat onze 'geloofsbelijdenissen'
evolueren. Anderen, veel anderen zullen ze horen.
-
- Hoe kunnen we weten of dat alles van de Geest komt of
van de Duivel? "Wat we gehoord hebben, met onze eigen
ogen gezien en aanschouwd hebben, wat onze handen hebben aangeraakt
van het Woord dat leven is
" (1 Johannes 1). En
wij begrijpen, soms pas na lange tijd, dat we nog niet aan het
einde zijn, dat er nog een stap moet gezet, een nieuwe ontmoeting
met Christus, zoals op het einde van het verhaal, wanneer de
blinde-die-ziet Jezus ontmoet en uitroept: "Heer, ik
geloof!"
|