Als we de bijbel openslaan:
juni 2006 

la bible ouverte 

 
De parabel van Lazarus en de rijke man





Actualite

Bijbel

Aide

email

 

De parabel van Lazarus en de rijke man
(Lucas 16, 19-31)

le riche et Lazare
Er is een rijke die in de weelde baadt. Het ontbreekt hem aan niets. Aan zijn deur een clochard die honger heeft. Hij is ziek en heeft veel pijn. Tussen beiden geen contact. Bij hun dood, een omkering van de situatie: de rijke komt terecht in een plaats waar veel geleden wordt terwijl de arme het geluk kent. Een afgrond scheidt hen van elkaar. Geen enkele vorm van communicatie is mogelijk tussen hen.

 

 
Het is niet de bedoeling van dit kleine verhaal om een beeld te schetsen van het hiernamaals. Het spreekt van de dringende noodzaak ons hier en nu te bekeren. Het is vandaag dat we ons zouden kunnen 'opsluiten' zonder in onze buurt de mens te zien die in nood verkeert. Als wij toelaten dat er een afstand groeit tussen ons en de armen, dan zal die afstand blijven bestaan in het hiernamaals. Nù moeten we kiezen.
 
In de parabel heeft de rijke geen naam. Hij heeft geen andere identiteit dan zijn bezittingen. Hij heeft niemand nodig. Tijdens zijn leven is hij nooit in contact getreden met die de arme die zich aan zijn deur bevond. Hij heeft hem gezien noch gehoord. Hij leefde in een gesloten circuit.
De rijke is alleen. Hij is niet langer op stap. Niets ontbreekt hem nog. Maar hoe zou hij kunnen leven zonder anderen te ontmoeten, zonder communicatie? Hij is al dood. De kloof die hem scheidt van de anderen heeft hij zelf gegraven, een heel eind voor zijn dood. Heel zijn leven was hij al heel ver van Abraham, de gastvrije aartsvader.
 
De arme heeft wél een naam: Lazarus. Dat wil zeggen 'God helpt'. De man is niet gezond, heeft niets te eten. Bedelend en wachtend brengt hij zijn dagen door. Hij keert zich naar de anderen om in leven te blijven. 

abîme

 
In het hiernamaals is er een kloof tussen de rijke en Lazarus: de kloof die er is wanneer er geen communicatie is. Deze kloof, die bij leven tussen hen bestond, is onoverbrugbaar geworden. In de plaats waar hij afziet denkt de rijke, die nu pas ondervindt wat gebrek is, aan de zijnen en smeekt God: "Als iemand uit de doden opstaat en naar hen toegaat, zullen ze zich bekeren."
 
besoin des autres Maar het is juist Jezus, de enige die definitief is teruggekeerd uit de verblijfplaats van de doden, die ons in deze parabel aanspreekt. Door middel van zijn Geest opent hij voor iedereen de beslissende tijd. Daarom is het zo belangrijk dat we hen die door het leven gekwetst zijn niet negeren.