|
|
- Wie ben ik volgens jullie?
"Wie ben ik volgens jullie? Petrus antwoordde:
'U bent de messias, de zoon van de levende God.' - 'Gelukkig
ben je, Simon
' Daarop verbood Jezus de leerlingen ook maar
tegen iemand te zeggen dat hij de messias was." (Matteüs
16, 13-21)
-
|
Jezus is onderweg en ondervraagt zijn leerlingen - waarschijnlijk
op zoek naar zijn eigen identiteit: "Wie ben ik volgens
jullie?" Met dat 'volgens jullie?' richt hij zich tot de
groep van de leerlingen, maar tegelijk in alle scherpte tot ieder
persoonlijk: 'volgens jou?'. |
-
- Juist voordien hebben de leerlingen gerapporteerd hoe
de mensen over hem denken: "Volgens sommigen is de Mensenzoon
Johannes de Doper, volgens anderen Elia of een van de profeten".
Gemakkelijke antwoorden, die tot niets engageren. Wanneer Jezus
dan zegt 'volgens jullie', is Petrus de enige die het woord neemt.
Zijn de anderen bang om zich uit te spreken? Was het voor hen
nog niet duidelijk wat een verstandig antwoord zou geweest zijn?
Vanuit het evangelie kan men niet afleiden dat Simon antwoordt
in naam van de groep, en dat iedereen denkt zoals hij. Eerlijk
en overtuigd spreekt hij uit wat voor hem op dat ogenblik van
zijn tocht met de Meester duidelijk lijkt: "U bent de
Christus (de messias), de zoon van de levende God".
-
- Met de uitdrukking "zoon van de levende God"
bedoelt Petrus een mens die op een bijzonder manier door God
bemind wordt en dicht bij Hem staat. Petrus denkt over de messias
zoals zijn volk dat doet: een redder, een bevrijder die Israël
zal bevrijden van het juk van de Romeinen. Door zijn contact
met Jezus ziet Petrus in deze man een zeer menselijk iemand,
iemand die blinden en kreupelen opricht, een profeet die het
geweten van mensen bevrijdt van het zware gewicht van de Wet
-
En Jezus feliciteert Petrus voor deze enkele woorden, die
zoveel juister zijn dan wat 'de mensen' over hem zeggen: "Gelukkig
ben je, Simon!" |
|
-
- Binnentreden in het mysterie van de persoon van Christus,
hoe onvolmaakt of onvolledig ook, is een bron van vreugde die
niet voorbehouden is aan een elite of aan specialisten in de
kennis van de godsdienst: toegankelijk voor een visser uit Galilea,
symbool voor iedereen die in het spoor van de Meester treedt
met het eerlijke verlangen om hem te leren kennen.
-
- Jezus verduidelijkt: dat heb je niet op je eentje gevonden,
"Het is mijn Vader die het je heeft geopenbaard".
Hij laat verstaan dat deze waarheid over hem nog ver van volledig
is. Inderdaad, "Vanaf die dag begon hij zijn leerlingen
duidelijk te maken dat hij veel zou moeten lijden, gedood zou
worden en, de derde dag, uit de dood zou worden opgewekt
"
(Mt 16, 21). Waarop Petrus zegt: "Neen! God verhoede
het!", dan is het te begrijpen dat Jezus "de
leerlingen streng verbood ook maar tegen iemand te zeggen dat
hij de messias was". Op de eerste plaats voor hen, en
nog veel meer voor de menigte, moest dit alles immers zo ondenkbaar
en onaanvaardbaar lijken.
-
|
Na de passie en de verrijzenis van Jezus zal de tijd komen
waarop de leerlingen, verlicht en gesterkt door de Geest, zullen
opstaan als getuigen van een waarheid die hen op een pijnlijke
manier zal getekend en verrast hebben. |
-
- Waar hij zich ook mag bevinden op de weg van het geloof,
de echte getuige van de Christus is niet iemand die zomaar overal
zijn overtuiging uitbazuint. Met de apostel Paulus is hij er
zich van bewust dat "onze kennis beperkt is"
( Kor. 13,12). Petrus zelf nodigt uit tot zachtmoedigheid en
respect als men ons vraagt waarop de hoop die in ons leeft gebaseerd
is ( Petrus 3,15-16).
-
Dit zal ons niet beletten ons te wagen aan een woord dat onze
overtuiging uitspreekt, dat vertaalt wat we beleven: "Ziehier
wat ik vandaag denk te kunnen zeggen. Dat maakt me gelukkig,
maar ik beweer niet een antwoord te geven dat volledige voldoening
zal schenken
een stuk weg afleggen samen met u zal me misschien
helpen om er zelf klaarder in te zien." |
|
|