|
|
- De parabels van de schat
en de parel
(Matteüs 13, 44-46)
Het is met het koninkrijk van de hemel als met een
schat die verborgen lag in een akker. Iemand vond hem en verborg
hem opnieuw, en in zijn vreugde besloot hij alles te verkopen
wat hij had en die akker te kopen. Ook is het met het koninkrijk
van de hemel als met een koopman die op zoek was naar mooie parels.
Toen hij een uitzonderlijk waardevolle parel vond, besloot hij
alles te verkopen wat hij had en die te kopen.
-
|
Commentaren op deze parabels leggen vaak een sterke nadruk
op de onthechting die nodig is om te kiezen voor het rijk der
hemelen. Men moet zijn rijkdommen verkopen, opofferen, om dat
rijk te kunnen bereiken. |
-
- De rijkdommen worden er zelfs soms voorgesteld als een
hindernis voor de komst van het rijk. Dit is echter slechts één
aspect van de parabel, waarmee men misschien wel meer dan één
iemand kan ontmoedigen (afschrikken). Men zou daarentegen ook
het accent kunnen leggen op de vreugde en de haast waarmee deze
twee personages proberen te verwerven wat hun duidelijk méér
waardevol lijkt dan wat ze zonder spijt verkopen. Alles bij elkaar
genomen, ze hebben gerekend en geteld, en als ze hun vorige bezit
van de hand doen, dan is het omdat ze me wat ze nu verwerven
veel rijker zullen worden. Het is hun eigenbelang dat hen ertoe
aanzet zo te handelen. Dat heeft niets te maken met belangeloze
onthechting.
-
- Om tot een dergelijke afweging te komen, moet men de waarde
van de dingen kennen. Beiden zoeken en vinden.
|
|
-
- Het rijk der hemelen valt hun niet zomaar in de schoot,
zonder zoeken, zonder verlangen er rijker door te worden, zonder
passie. Het begint met een onbestemd maar diep verlangen. Overigens,
als de schat in het veld 'ontdekt' werd, dan betekent dit dat
hij er reeds wàs, en ongetwijfeld al lang, maar niemand
wist het. Hetzelfde is waar voor de kostbare parel.
- Het is een uitnodiging om in mijn eigen leven deze kostbare
parel te ontdekken. Waar ik woon, daar is ongetwijfeld al lang
een schat. Zodra hij als schat of parel van waarde erkend wordt,
is niets anders nog van tel. Om dichter bij deze schat of parel
te komen moet ik geen offers brengen - het verlangen dat hij
in mij wekt doet het werk. Het is geen kwestie van onthechting,
maar van een immense vreugde die alles nieuw maakt. Dat rijk,
waarvan Jezus slechts in parabels spreekt, alsof het maar moeilijk
gedefinieerd en gevat kan worden, wordt ons dus voorgesteld als
iets waar we ten diepste naar verlangen.
-
- Naast het eigenbelang is er in de keuze om de ontdekte
schat te verwerven ook een vleugje dwaasheid, de dwaasheid van
de verzamelaar die voor een zeldzaam stuk staat, de koorts van
de schattenjager. Je moet in deze twee verhalen de haast zien
waarmee beide mannen overgaan tot de nodige financiële operaties
om het gewenste te kunnen verwerven. Het is misschien het eindpunt
van een heel leven dat gericht was op meer en beter, iets wat
nu werkelijkheid wordt. Zo'n gelegenheid mag een mens niet laten
voorbijgaan!
-
|
Het is niet in de versterving of de ascese dat de sleutel
ligt voor het rijk, maar in de volheid van de vreugde, nu reeds,
en niet pas later. |
-
- Men moet ophouden met van het christendom een godsdienst
te maken die via droefheid en offer naar het uiteindelijke geluk
leidt. Het is via een gepassioneerde zoektocht en de ontdekking
van het enige ware geluk dat het rijk ons op een onovertroffen
wijze gegeven wordt.
|