Als we de bijbel openslaan:
November 2004 

la bible ouverte 

 
De eucharistie, viering van een God die bevrijdt





Actualite

Bijbel

Archiv

Aide

email

 

De eucharistie, viering van een God die bevrijdt

" Het brood van God daalt uit de hemel neer en geeft leven aan de wereld… Ik ben uit de hemel neergedaald om de wil te doen van Hem die mij gezonden heeft. En dit is zijn wil, dat ik niets van wat Hij mij gegeven heeft, verloren laat gaan, maar het doe opstaan… ' (Johannes 6, 33 vv.)
 
Voorgoed bevrijd leven, dank zij "de Mensenzoon, die gekomen is om zijn leven te geven om de mensen te bevrijden" (Marcus 10, 45): dat vieren we in elke eucharistieviering. Sinds het tweede Vaticaans Concilie waait die geest van bevrijding weer door de mis. Tijdens het eucharistisch gebed drukt de christelijke gemeenschap - rechtstaande, niet langer geknield - uit dat ze een God viert die bevrijdt, een God die redt uit het kwaad en de dood.
 
célébration Het is op de eerste plaats een viering die door een gans volk voltrokken wordt, in het kader van een bijeenkomst waartoe we worden opgeroepen. Het is een feestmaal waar de genodigden tijd nemen om elkaar aan te kijken, elkaar wederzijds te beluisteren, om zich door het delen met elkaar te bevrijden van het gewicht van het leven van elke dag. 
 
Een tijd van ontvankelijkheid en openheid, waarin men zich bewust wordt van het feit dat er nog andere soorten honger zijn in ons leven: "Een mens leeft niet van brood alleen, maar van elk woord dat komt uit de mond van God." Het hart wordt vrijgemaakt om dit woord te kunnen binnenlaten.
 
Doorheen het eerste en het tweede Testament herlezen we de geschiedenis. We zien hoe God tussenkomt om de mensen op te richten, wie ze ook zijn, en in het bijzonder zijn gezondenen: Abraham, Mozes en het volk van Israël, onttrokken aan de slavernij in Egypte of Babylon.
 
Een van de leidmotieven is:
"Vrees niet! Sta op en ga!" 
lève-toi et va!
 
Jezus, in het spoor van talrijke profeten, spreekt dit met een scheppende kracht uit tot zieken en hulpbehoevenden (lammen, blinden, doven), ook tot slachtoffers van rampen en personen die opgesloten zitten in de hel van een uitzichtloos bestaan. "Ga, je geloof heeft je gered!" Hijzelf toont hoe hij in de volle zin van het woord een vrij mens is m.b.t. een ander soort gevangenschap, die van de Wet en de sabbat. Zijn enige stelregel is: "Goed doen, liever een leven redden dan het te laten verloren gaan" (Marcus 3, 4).
 
Deze gebeurtenissen worden becommentarieerd en bemediteerd tijdens de mis. Ze zetten aan tot gemeenschappelijk en persoonlijk gebed. Ze dagen ons uit om de weg van de bevrijding in te slaan, een weg die ons opricht - de houding van het lofgebed - , om met liederen als uit één mond in dialoog te treden met diegene die voorgaat in de dankzegging: "U loven wij, heilige Vader, door Jezus Christus. Hij is de weg die leidt naar U. hij is de waarheid die ons vrijmaakt, hij is het leven dat ons van vreugde vervult…". Rechtop staan we ook op het moment van de communie, zoals de Hebreeën bij het paasmaal, de lendenen omgord en sandalen aan de voeten, klaar om op stap te gaan naar het onbekende, een land dat helemaal bevrijd is.
 
longue épreuve Maar tussen het moment van vertrekken en dat van aankomen in het beloofde land liggen veertig jaren woestijn, de lange beproeving van de dagelijkse geduldige bevrijding. Bevrijd, jazeker, maar met de volledige nuancering van het "reeds" en het "nog niet"! "Onze vaderen, die het manna gegeten hebben in de woestijn, zijn niettemin gestorven.
 
Wie van dit brood eet, dat uit de hemel is neergedaald, zal niet sterven, maar leven in eeuwigheid." (Johannes 6, 49). 
 
Deze bevrijdende dimensie beleven in de schoot van deze wereld evengoed als in de schoot van onze Kerken, en het geloof dat ons bezielt uitdrukken met woorden die doordrongen zijn van onze cultuur in dit derde millennium. Met partnerrelaties binnen onze gemeenschappen zoals wij ons die vandaag voorstellen. Met onze eigen bevrijding van achterhaalde regels die het gezicht op het essentiële verbergen, naar het voorbeeld van de eerste christenen in Antiochië. In hun tijd hebben zij 'neen' gezegd tegen de besnijdenis, lieten dit erkennen door de instanties in Jeruzalem en openden zo voor de heidenen de poorten van het evangelie (zie Handelingen van de Apostelen 15)… Sint-Paulus dringt aan: "Als Christus jullie heeft vrijgemaakt, dan is het opdat jullie werkelijk vrije mensen zouden zijn" (Galaten 5,1).