|
|
- De eucharistie,
viering van een God die bevrijdt
" Het brood van God daalt uit de hemel neer en geeft
leven aan de wereld
Ik ben uit de hemel neergedaald om
de wil te doen van Hem die mij gezonden heeft. En dit is zijn
wil, dat ik niets van wat Hij mij gegeven heeft, verloren laat
gaan, maar het doe opstaan
' (Johannes 6, 33 vv.)
-
- Voorgoed bevrijd leven, dank zij "de Mensenzoon,
die gekomen is om zijn leven te geven om de mensen te bevrijden"
(Marcus 10, 45): dat vieren we in elke eucharistieviering. Sinds
het tweede Vaticaans Concilie waait die geest van bevrijding
weer door de mis. Tijdens het eucharistisch gebed drukt de christelijke
gemeenschap - rechtstaande, niet langer geknield - uit dat ze
een God viert die bevrijdt, een God die redt uit het kwaad en
de dood.
-
|
Het is op de eerste plaats een viering die door een gans volk
voltrokken wordt, in het kader van een bijeenkomst waartoe we
worden opgeroepen. Het is een feestmaal waar de genodigden tijd
nemen om elkaar aan te kijken, elkaar wederzijds te beluisteren,
om zich door het delen met elkaar te bevrijden van het gewicht
van het leven van elke dag. |
-
- Een tijd van ontvankelijkheid en openheid, waarin men
zich bewust wordt van het feit dat er nog andere soorten honger
zijn in ons leven: "Een mens leeft niet van brood alleen,
maar van elk woord dat komt uit de mond van God." Het
hart wordt vrijgemaakt om dit woord te kunnen binnenlaten.
-
- Doorheen het eerste en het tweede Testament herlezen we
de geschiedenis. We zien hoe God tussenkomt om de mensen op te
richten, wie ze ook zijn, en in het bijzonder zijn gezondenen:
Abraham, Mozes en het volk van Israël, onttrokken aan de
slavernij in Egypte of Babylon.
-
- Een van de leidmotieven is:
- "Vrees niet! Sta op en ga!"
|
|
-
- Jezus, in het spoor van talrijke profeten, spreekt dit
met een scheppende kracht uit tot zieken en hulpbehoevenden (lammen,
blinden, doven), ook tot slachtoffers van rampen en personen
die opgesloten zitten in de hel van een uitzichtloos bestaan.
"Ga, je geloof heeft je gered!" Hijzelf toont
hoe hij in de volle zin van het woord een vrij mens is m.b.t.
een ander soort gevangenschap, die van de Wet en de sabbat. Zijn
enige stelregel is: "Goed doen, liever een leven redden
dan het te laten verloren gaan" (Marcus 3, 4).
-
- Deze gebeurtenissen worden becommentarieerd en bemediteerd
tijdens de mis. Ze zetten aan tot gemeenschappelijk en persoonlijk
gebed. Ze dagen ons uit om de weg van de bevrijding in te slaan,
een weg die ons opricht - de houding van het lofgebed - , om
met liederen als uit één mond in dialoog te treden
met diegene die voorgaat in de dankzegging: "U loven
wij, heilige Vader, door Jezus Christus. Hij is de weg die leidt
naar U. hij is de waarheid die ons vrijmaakt, hij is het leven
dat ons van vreugde vervult
". Rechtop staan we
ook op het moment van de communie, zoals de Hebreeën bij
het paasmaal, de lendenen omgord en sandalen aan de voeten, klaar
om op stap te gaan naar het onbekende, een land dat helemaal
bevrijd is.
-
|
Maar tussen het moment van vertrekken en dat van aankomen
in het beloofde land liggen veertig jaren woestijn, de lange
beproeving van de dagelijkse geduldige bevrijding. Bevrijd, jazeker,
maar met de volledige nuancering van het "reeds" en
het "nog niet"! "Onze vaderen, die het manna
gegeten hebben in de woestijn, zijn niettemin gestorven. |
-
- Wie van dit brood eet, dat uit de hemel is neergedaald,
zal niet sterven, maar leven in eeuwigheid." (Johannes
6, 49).
-
- Deze bevrijdende dimensie beleven in de schoot van deze
wereld evengoed als in de schoot van onze Kerken, en het geloof
dat ons bezielt uitdrukken met woorden die doordrongen zijn van
onze cultuur in dit derde millennium. Met partnerrelaties binnen
onze gemeenschappen zoals wij ons die vandaag voorstellen. Met
onze eigen bevrijding van achterhaalde regels die het gezicht
op het essentiële verbergen, naar het voorbeeld van de eerste
christenen in Antiochië. In hun tijd hebben zij 'neen' gezegd
tegen de besnijdenis, lieten dit erkennen door de instanties
in Jeruzalem en openden zo voor de heidenen de poorten van het
evangelie (zie Handelingen van de Apostelen 15)
Sint-Paulus
dringt aan: "Als Christus jullie heeft vrijgemaakt, dan
is het opdat jullie werkelijk vrije mensen zouden zijn"
(Galaten 5,1).
|