|
|
- 5e zondag door het jaar,
Lucas 4, 21-30:
- Waar zijn de profeten?
|
"Ik verzeker u, geen profeet wordt goed onthaald in
eigen land". Jezus spreekt deze woorden uit in zijn
stad Nazareth, na een tussenkomst in de synagoge die niet onopgemerkt
is gebleven. |
-
- Het is verontrustend en verrassend te zien dat de jonge
profeet van Nazareth niet welkom was bij de zijnen. Zoals zoveel
anderen vóór hem ervaart Jezus wat het is verworpen
te worden.
-
- Later, als hij met zijn leerlingen Jeruzalem nadert, schiet
zijn gemoed vol: "Jeruzalem, die de profeten doodt
".
Hij zegt niet: "die de priesters doodt"! De
priesters staan niet in de frontlijn. Zij zien toe op de naleving
van de wet van Mozes, verdedigen de traditie, verzekeren de goede
gang van zaken van het religieus instituut. Vandaar de spanningen
en het wederzijdse onbegrip tussen de profeten en de priesters.
-
|
De profeten lopen gevaar. Zij prediken geen berusting, maar
bevrijding. Men doodt hen omdat ze, waar ze ook opduiken, iets
nieuws aanbrengen. Wat nieuw is, maakt bang en werkt storend. |
-
- Zij vaardigen geen wetten uit, organiseren niets, bepalen
niets. Ze openen een toekomst, moedigen de vrijheid aan, raken
het geweten van mensen en maken hen opstandig. Ze durven beweren
dat de grootste sukkelaars Gods lievelingen zijn en voortaan
geroepen om hun eigen toekomst in handen te nemen.
-
- Voor hen kan men God niet beperken tot één
plaats, ook niet als die heilig is, of tot één
volk, ook als dat uitverkoren is. God is overal aan het werk
en is er voor allen.
-
- Vanzelfsprekend zijn de profeten een doorn in het oog
van diegenen die de macht in handen hebben en worden ze door
instellingen verdacht gemaakt en aan de kant geschoven. Ze maken
het de mensen moeilijk: deze voelen zich onzeker worden in hun
manier van leven, geloven en praktiseren.
-
Onze tijd heeft nood aan profeten. Zonder twijfel doet de
Heilige Geest er opstaan onder ons. Er zijn altijd vrouwen en
mannen die bezield zijn door een geest van vrijheid en een nieuwe
taal spreken. |
|
-
- Maar het instituut haast zich hun het zwijgen op te leggen
en ze alle verantwoordelijkheid te ontnemen. Zo komen ze terecht
op het voorplein, in de mensenmenigte, en openen voor velen een
nieuw perspectief. Ze geven ons de hoop dat een andere wereld
onmisbaar is geworden en dat een andere Kerk nog altijd mogelijk
is.
|