|
|
- Beschikbaar voor de zending
- (Handelingen 1, 1-11 en
Lucas 24, 46-53)
|
Het lijdensverhaal, de laatste etappe in het leven van Jezus,
met op het hoogtepunt de kruisiging en de kruisdood van Jezus,
doet ons in de loop van de goede week herleven. We zijn ervan
onder de indruk, het raakt ons heel diep, tot in onze ingewanden. |
-
- Als dit schandelijk levenseinde van Jezus reeds ons, die
vanuit ons geloof dit gebeuren kennen, zo diep aangrijpt, hoe
groot moet dan de ontreddering van de leerlingen niet geweest
zijn? Ze hadden met deze uitzonderlijke man een unieke ervaring
beleefd. Hij had aan hun leven een buitengewone intensiteit gegeven,
onvermoede horizonten voor hen geopend, hen een glimp laten zien
van een nieuwe wereld naar Gods maat. Kon het dan anders dan
dat deze brutale afloop hen diep zou schokken?
-
Het verhaal van de pelgrims, de leerlingen van Emmaüs,
brengt ons die mannen in beeld die Jeruzalem verlaten, niet weten
waarheen te gaan met hun verdriet en hun ongehoorde hoop die
nu in elkaar is gestuikt. |
|
-
- Daarna, hier en daar, en op de eerste plaats bij enkele
vrouwen die terugkomen van het graf, komt opnieuw het bewustzijn
naar boven, de perceptie, dat Jezus niet volkomen verdwenen is,
maar integendeel lééft, aan de overkant van de
dood. Zeker, het is niet meer als vroeger. Ze zullen met hem
niet meer op stap gaan langs de wegen van Palestina. Ze zullen
niet langer met hem op dezelfde manier de wederwaardigheden van
het dagelijkse leven delen. Hij is niet meer helemaal dezelfde.
Hij komt en gaat op een mysterieuze manier. De leerlingen moeten
verscheurd geweest zijn tussen de hoop dat alles weer zou worden
als vroeger en een andere, mysterievolle aanwezigheid van Jezus.
-
- Dan vindt de episode van de Hemelvaart plaats, zoals Lucas
die vertelt in de Handelingen van de Apostelen en in zijn evangelie.
Nadat hij herhaaldelijk aan zijn leerlingen is verschenen werd
de verrezen Jezus ten hemel opgenomen. "Terwijl hij hen
zegende verwijderde hij zich van hen en werd ten hemel opgenomen"
(Lucas 24, 51). In de handelingen van de Apostelen preciseert
Lucas: "Onder hun ogen werd hij verhoogd en een wolk
onttrok hem aan hun ogen. Terwijl ze nog naar de hemel stonden
te staren waarin Jezus verdween, kwamen twee boodschappers hun
zeggen: Mannen van Galilea, waarom blijven jullie naar de hemel
kijken?" (Handelingen van de Apostelen 1, 9-11).
- Wat is er precies gebeurd? Wat weten we van de hemel waarheen
Jezus werd gebracht, bij zijn Vader? Het doet er niet toe. In
dit verhaal gaat het vóór alles over de leerlingen,
en over ons. Hemelvaart, is dat geen manier om uit te drukken
dat de leerlingen ophouden met achterom te kijken en te rouwen
om het feit dat ze nu de tastbare en alles vervullende aanwezigheid
moeten missen van Hem die hen geroepen had? Dat ze hun lot aanvaarden
en bereid zijn om verder te gaan?
-
|
Ze kunnen zich niet langer als voorheen verlaten op de aanwezigheid
van een meester die hen meetrok en alle verantwoordelijkheid
op zich nam. Voortaan zijn ze aan zichzelf overgelaten, gesterkt
door het vertrouwen dat Jezus in hen gesteld heeft en door de
adem van de Geest waarvan ze vervuld werden, zoals het Pinksterverhaal
laat zien. |
-
- Ze zullen hun ogen niet langer naar de hemel richten,
maar op die mannen en vrouwen, uit alle naties en rassen, die
op hun beurt wachten op de komst van de Blijde Boodschap.
-
- Volgens het scheppingsverhaal hield God er in de laatste
fase van de schepping mee op zich met alles te belasten. Hij
rustte uit en liet de verantwoordelijkheid voor deze wereld over
aan de mensen. Zo is het ons verteld.
-
Op dezelfde manier trekt Jezus zich terug en laat aan zijn
leerlingen, en na hen aan ons allen, de verantwoordelijkheid
en het voorrecht om deze wereld menselijker te maken, naar het
beeld dat God voor ogen heeft. Dat is de zending die hij ons
toevertrouwt. |
|
|