Als we de bijbel openslaan:
December 2003 

la bible ouverte 

 
Het gebruik van de naam van Jezus





Actualite

Bijbel

Archiv

Aide

email

 

Het gebruik van de naam van Jezus (Marcus 9, 38-40)

chasser les démons "Meester," zei Johannes tot Jezus, "wij hebben iemand in uw naam demonen zien uitdrijven, en wij hebben hem tegengehouden, omdat hij geen van de onzen was. 
 
" Jezus antwoordde: "Laat hem begaan. Niemand zal in mijn naam een machtige daad verrichten en onmiddellijk daarna van mij kwaad spreken. Wie niet tegen ons is, is vóór ons."
 
Dat moet van ons blijven.Wie we niet tot de onzen kunnen rekenen is slecht gezien, wat hij ook doet of zegt. Hij heeft niet het recht hetzelfde te doen als wij, men moet het hem beletten. Waar gaan we naartoe en wat blijft er ons nog over als om het even wie onze waarden en onze manieren van doen overneemt? Een heel normale reactie van Johannes, een van de twaalf apostelen, tegenover de man die demonen uitdreef en daarbij gebruik maakte van de naam van Jezus. Het komt hen alléén toe zulke machtige daden te verrichten. Geen sprake van dat ze hun kennis en hun macht zouden delen met onbekenden, vreemdelingen.
 
Ja, maar we zien dat Jezus zich niet wil laten opsluiten binnen de kleine groep van de twaalf. De twaalf zijn geen eigenaars van Jezus.
 
Niemand kan zich Jezus toe-eigenen: de gedoopten niet, de katholieken niet. Jezus behoort toe aan iedereen.  tout le monde
 
Hij is gekomen voor allen, niet voor enkelen. Om te verhinderen dat ze op hem beslag zouden leggen zien we dat hij zich laat interpelleren door vreemdelingen, zondaars, vrouwen: Zacheüs, de oneerlijke belastingsontvanger, de Kanaänietische vrouw die alleen maar de kruimels vraagt, de overspelige vrouw die hij niet veroordeelt, de Romeinse honderdman wiens vertrouwen hem raakt… Hij ziet in elk van hen een kind van God, een kind van Abraham, juist zoals in zijn broers, de Joden, die trouw de wet onderhouden. Dankzij de tussenkomsten van al die mensen op zijn levensweg wordt de zending van Jezus ruimer en overschrijdt de grenzen van een kleine kring.
 
Had Johannes misschien ook de indruk dat de naam van Jezus misbruikt werd toen iemand die ze als een tegenstander van de volgelingen van Jezus beschouwden, zich op diens naam beriep? De naam van Jezus verkondigen is zijn Blijde Boodschap verkondigen: kreupelen lopen, doven horen, blinden zien, demonen worden verdreven… Welnu, deze Blijde Boodschap is bestemd voor iedereen, is niet voorbehouden voor een beperkte groep. Waar het op aankomt, dat is dat deze boodschap meer en meer ingang vindt. De manier waarop is van weinig belang. "Laat hem begaan" zegt Jezus. Inderdaad, wat doet deze boodschap anders dan bevrijding brengen aan mensen die gevangen zitten in hun innerlijke demonen: ongecontroleerde driften, fobieën, angsten…? Dat is werkelijk het essentiële: mensen oprichten en hen weer de kans geven zich te integreren in het sociaal weefsel. Het resultaat, daarop komt het aan. Ook als de manier waarop niet helemaal duidelijk is, die man lijkt er in elk geval van uit te gaan dat de naam van Jezus efficiënt is om een genezing te verrichten. En daarmee ligt hij feitelijk in de lijn van Gods plan. "Hij is vóór ons", stelt Jezus vast.
 
parole d'évangile Laten we toch blij zijn als we zien dat evangeliewoorden volkse zegswijzen geworden zijn, en dat christelijke riten geïntegreerd zijn in het sociaal leven, zoals Kerstmis bijvoorbeeld.  
 
Laten we toch blij zijn als we zien dat andere culturen de katholieke liturgieën transformeren. Laten we toch blij zijn als we zien dat vrijzinnige humanitaire instellingen de armenzorg op zich nemen. Laten we toch blij zijn bij de wetenschappelijke vooruitgang waar die een verbetering betekent voor het leven van de mens. Laten we toch blij zijn met het feit dat de mensheid zich meer en meer bewust wordt van de kwetsbaarheid van onze planeet!
 
Zeker, de christenen zijn niet langer de eigenaars van deze waarden en ze kunnen de indruk hebben dat deze op een gevaarlijke manier op drift geraken. Dat is nu eenmaal de keerzijde van de verdere ontplooiing van de Blijde Boodschap.Niemand heeft dat in de hand. Alleen het eindresultaat moet in rekening gebracht worden. Men herkent een boom aan zijn vruchten. Als bevrijding, genezing, vooruitgang van het mensdom de vruchten zijn, laten we dan blij zijn, want "wie niet tegen ons is, die is vóór ons".