|
|
- De Geest waait waar hij
wil
We zijn nu twee jaar bezig met "Als
we de bijbel openslaan" waarin we commentaren op bijbelteksten
aanbieden. Deze commentaren zijn meestal afkomstig van groepen
of personen aan de basis en gekozen omwille van de krachtige
manier waarop ze op de teksten ingaan en hun betekenis opentrekken.
Het team dat instaat voor "Als
we de bijbel openslaan" vertrekt vanuit de overtuiging
dat het de Geest is die inzicht verschaft in de leer van Jezus
en de betekenis laat zien van de dingen die hij gedaan heeft.
"Wanneer hij komt, de Geest der waarheid, zal hij u tot
de volle waarheid brengen" (Johannes 16, 13).
|
De Geest woont in ieder mens. Niemand
heeft er het monopolie van. En dank zij de verscheidenheid in
de benaderingen kan men in de buurt van de waarheid komen. Het
evangelie heeft nog lang niet heel zijn betekenis ontsluierd.
|
De bezielende kracht ervan moet nog
vrijgemaakt worden uit de bolster van de pasklare interpretaties.
Er staan volkomen nieuwe en verrassende zaken in het evangelie.
Die moeten we naar buiten laten stromen. Men mag die bezielende
kracht niet vervangen door voorschriften of normen. "Aangezien
het evangelie dit zegt, moet je zò handelen".
Het evangelie op die manier gebruiken is uiteraard gemakkelijker
voor het instituut, maar dwarsboomt de kracht waarmee dat evangelie
ons bevraagt. Riskanter dan passief en onderworpen te blijven
leidt de bezielende kracht van het evangelie naar plaatsen waar
men voorheen niet gedacht had te zullen gaan. Wat doet Jezus
als hij mensen ontmoet? Hij geeft geen concrete normen. Hij verbreedt
hun horizon, schenkt hun vertrouwen en maakt hen vrij om zelf
te handelen: "Ga".
Geloven wij voldoende, in deze Pinkstertijd,
dat de Geest tot ieder mens spreekt en hem in staat stelt om
zich te doen begrijpen door de anderen? "Ze werden allen
vervuld van de heilige Geest en begonnen in vreemde talen te
spreken, naargelang de Geest hun te vertolken gaf" (Handelingen
2,4). Mensen vinden
elkaar als ze in staat zijn de taal van de ander te spreken.
Zou er geen moedertaal bestaan die door de hele mensheid gekend
is? |
|
Als men de ander bereikt in het diepste
in hem, en als men zich laat raken door hem, dan is de communicatie
volledig. Dan zitten we op dezelfde golflengte, die van de fundamentele
vragen: Wie is de mens? Wie is God? Wat is de zin van het bestaan?
Het is sàmen, met anderen die heel verschillend zijn,
dat we op deze existentiële vragen dieper kunnen ingaan.
De apostel Petrus was de eerste die
tot zijn verrassing ontdekte dat hij en zijn vrienden niet het
monopolie bezaten van de Geest en dat die ook neergedaald was
over mensen die hij als heidenen beschouwde (Handelingen 10,
11). Toen hij zich bij zijn naaste medewerkers moest verantwoorden
voor het feit dat hij hen gedoopt had zonder andere formaliteiten,
verklaarde hij: "Als God hun nu dezelfde gave gegeven
heeft als aan ons (
), hoe zou ik dan in staat geweest zijn
God tegen te houden?" (Hand. 11, 17).
|
De zekerheid dat de Geest aan ieder
mens geschonken wordt geeft vertrouwen, spreekt onze verantwoordelijkheid
aan, onze durf. |
Dit zal wel niet beletten dat we
fouten maken, maar dat is niet zo erg - als we maar ontvankelijk
blijven voor de Geest die zowel in ons is als in de anderen.
Hiervan diep overtuigd slaan wij
voor iedereen de Bijbel open, zodat we samen kunnen profiteren
van het licht dat hij ons schenkt. |