- Het doopsel van Jezus
(Matteüs 3, 13-17)
Jezus begeeft zich in de menigte
die komt om zich te laten dopen door Johannes de Doper in het
water van de Jordaan. Niets onderscheidt hem van de anderen waardoor
hij de aandacht zou kunnen trekken. Hij doet mee met wat iedereen
doet en onderwerpt zich aan het doopsel van bekering. Op zijn
minst een vreemde stap, want Jezus heeft geen nood aan een doopsel
van bekering.
|
Johannes de Doper protesteert trouwens
als hij hem naar zich toe ziet komen: "Ik ben het die
het nodig heb om me te laten dopen door jou, en jij bent het
die naar mij komt!" |
Hij kan maar niet begrijpen waarom
Jezus zo aandringt om zich een mens tussen de mensen te tonen.
En Jezus antwoordt aan Johannes de Doper: "Laat me op
dit ogenblik mijn gang gaan. Op deze manier moeten WIJ precies
volbrengen wat juist is." Dit 'wij' toont dat
beiden, hoe verschillend ook in hun manier van leven en hun respectieve
zending, ten einde toe de weg zullen gaan die God van hen verwacht.
Ze zullen een gewelddadige dood sterven, Johannes zal onthoofd
worden, Jezus gekruisigd. De leerlingen van Jezus en Johannes
zullen hun twee meesters niet tegen elkaar kunnen uitspelen.
Jezus onderwerpt zich aan een doopsel
van bekering en gaat dan een andere richting uit. Johannes de
Doper verkondigde in de woestijn dat de verschrikkelijke dag
van het Oordeel nabij was. Jezus van zijn kant trekt door steden
en dorpen en kondigt de Blijde Boodschap van het heil aan. Deze
aanzienlijke verandering zal Johannes de Doper verbazen. Op zekere
dag zal hij vanuit de gevangenis aan Jezus laten vragen: "Ben
jij diegene die komen moet, of moeten wij een ander verwachten?"
Het doopsel in de Jordaan met heel
die menigte wordt een belangrijke gebeurtenis voor Jezus. Het
is een gebeuren dat hem tekent. Een beslissend moment. Hij wordt
zich bewust van zijn zending en zijn geestelijk zoonschap. Matteüs
maakt van de persoonlijke beleving van Jezus een publieke verklaring:
"Deze is mijn welbeminde zoon". De hemel gaat
open en voor de eerste maal wordt het mysterie van Jezus als
zoon van de Vader geopenbaard.
De hemel gaat open omdat de tijd
gekomen is waarop God zal spreken. Met Jezus zal het Woord van
God opnieuw van zich laten horen, en met kracht.
Met het teken van de duif wordt Jezus
zich ervan bewust dat een nieuwe schepping zijn zending is, een
nieuwe schepping die God wil en waarvan het volk van Israël
de eerste gegadigde zal zijn. |
|
Het is duidelijk dat de onderdompeling
ten teken van bekering, zoals Johannes de Doper dat vroeg, een
heel andere betekenis krijgt. Alles wat Jezus zal doen zal nieuw
zijn. Hij zal de Blijde Boodschap verkondigen aan de armen, bevrijding
aan hen die gevangen zitten, en blinden de ogen openen. |