Als we de bijbel openslaan:
Oktober 2002 

la bible ouverte 

 
De Heer heeft je laten weten wat goed is





Actualite

Bijbel

Archiv

Aide

email

 

De Heer heeft je laten weten wat goed is

"De Heer spant een rechtsgeding aan met zijn volk: "Mijn volk, wat heb ik je aangedaan? Waarmee ben ik je lastig gevallen? Antwoord mij. Is het omdat ik je uit Egypte heb geleid en je heb vrijgekocht uit het slavenhuis en ik je Mozes, Aäron en hun zus Mirjam als gids heb gegeven?"
De man die de tempel binnengaat stelt de vraag: "Hoe moet ik me gedragen als ik voor de Heer wil verschijnen? Moet men om hem te behagen honderden rammen offeren, beken olie over het altaar laten stromen? Moet ik mijn eerstgeborene offeren voor wat ik misdaan heb?"
En hij krijgt dit antwoord: "Mens, de Heer heeft je laten weten wat goed is, wat hij van je verlangt: niets anders dan dat je de rechtvaardigheid beoefent, de barmhartigheid liefhebt en zonder pretentie met God op weg gaat." (Micha 6, 1-8)

Ze mogen dan achtentwintig eeuwen oud zijn, deze woorden van de profeet Micha - ze zijn verrassend modern.

God spreekt met zijn volk zoals men discussieert met iemand van wie men houdt.

En quo t'ai-je fatigué?  Zijn verwijten krijgen een ironische ondertoon: "Waarmee ben ik je lastig gevallen?" Is de vrijheid die ik je gegeven heb dan zo lastig? Wegen de eisen van het Verbond dan zo zwaar? God ziet ons niet graag moe, geblaseerd, zonder veerkracht. Zijn Zoon zegt ons:

"Neem mijn juk op je schouders; ja, mijn juk is zacht en mijn last is licht". Het belangrijkste woord in zijn boodschap is "Gelukkig! Zalig!" 

We zijn zo sterk geneigd ons God voor te stellen zoals de heidense goden: een soeverein wezen dat zichzelf mateloos belangrijk vindt, die van zijn onderdanen pijnlijke zaken vraagt, slavendiensten, vleiende woorden... De God van Jezus Christus stelt ons geen leven voor waarin de deugd gekoppeld is aan verveling of pijn. Hij is op ons geluk bedacht: "Ga je eigen weg!" zegt hij tot Abraham, "het is in je eigen belang dat je opstaat en de weg zoekt die voor jou naar levensvervulling zal leiden".

En om te maken dat die zoektocht niet te moeilijk zou zijn, niet teveel een tasten in het duister, geeft God ons herkenbare figuren, gidsen, pioniers in het spirituele avontuur: "Mozes, Aaron, Mirjam".   Dieu donne les repères

Micha spreekt terecht van 'gidsen', in het meervoud, want elk heeft zijn beperktheden; mannelijke en vrouwelijke gidsen staan er op gelijke voet. Dat is wel nieuw bij deze herlezing van de gebeurtenissen van de Uittocht: een onverwachte feministische toets!

Micha brengt ons naar de kern van de godsdienst: het is geen zaak van rituelen en praktijken die men onderhoudt en van heilige plaatsen en tijden."Hoe moet ik mij gedragen als ik voor de Heer wil verschijnen?" God kan niets aanvangen met offerandes en offerpraktijken die geen vertolking zijn van een liefdevolle ingesteldheid van het hart. Het belangrijke? "De rechtvaardigheid beoefenen, de barmhartigheid liefhebben en zonder pretentie op weg gaan met je God".

Miséricordieux  Drie menselijke houdingen die we niet mogen losmaken van elkaar. De rechtvaardigheid beoefenen zonder de barmhartigheid lief te hebben zou ons kunnen hardvochtig maken voor de zwakheden van de ander. God zelf is "de Barmhartige". 

Rechtop blijven, doorgaan, als bescheiden pelgrims die bijgestaan worden door een God die zelf op weg is, en die het ritme kent waarop we hem kunnen volgen zonder moe te worden - dat is een goede manier om ons ander godsbeeld te corrigeren, dat van een God als rechter, die de boekhouding bijhoudt van onze prestaties en onze tekortkomingen!

Maar dàt is een God die men vlug vergeet!