Notities Onderweg: Januari 1999 | ||
Met de Basken op het justitiepaleis |
Met de Koerden in het justitiepaleis | |
|
EEN DAK BOVEN HET HOOFDIn het centrum van Parijs wordt een theater dat al acht jaar lang leeg staat inderhaast bezet door ongeveer 200 slechtbehuisden en daklozen. De kinderen zijn duidelijk opgetogen met deze verblijfplaats waar ze met de decors kunnen spelen. Een jonge moeder, haar baby in de armen, vertelt me haar miserie: haar man is al 18 maanden in de gevangenis en verscheen nog altijd niet voor de rechtbank; haar ander kind is ook nog aan de borst; morgenvroeg zal de directrice van de home waar ze woont haar aan de deur zetten, na een ruzie - en zij weet niet waar naartoe. We zijn pas drie uur in dit gebouw aangekomen als men komt zeggen dat de politie ons er weer uit zal zetten. Zoals gewoonlijk gaat iedereen op de grond zitten als teken van geweldloos verzet.
DE BEGRAFENIS VAN BRUNOBruno is gestorven van aids. Iedereen hield van deze jonge man die deel uitmaakte van het Comité van de Daklozen. In de kathedraal van Nanterre bevindt zich een massa mensen 'zonder': mensen zonder werk, zonder dak, zonder papieren. Het gebeurt niet zo vaak dat dergelijke mensen, die gewoonlijk aan een kerkgebouw voorbijgaan, een kathedraal bezetten en er het woord nemen! Diep ontroerd komt iedereen een kaars plaatsen bij de lijkkist.
MET DE BASKEN OP HET JUSTITENPALEISHet proces van de Baskische politieke gevangenen begint. De gerechtszaal is overvol. De Basken hebben de hele nacht met de bus gereisd om erbij te zijn. Ik bevind mij onder hen. De politie is zeer talrijk aanwezig. Ik ben heel gelukkig een vrouw terug te zien die een restaurant uitbaat in Bayonne. Haar kinderen vergezellen haar. Haar man, opgesloten in de gevangenis van Fleuris Mérogis, verschijnt op de beklaagdenbank. Zijzelf riskeert ook een gevangenisstraf. Het zou een catastrofe zijn voor de familie, voor de kinderen, het restaurant. Ik heb dat geschreven naar de voorzitter van de rechtbank. Met verwondering hoor ik hem over mijn brief spreken. Hij leest hem voor. Een Baskische priester komt getuigen. Vurig verdedigt hij de zaak van het Baskische volk. De aanwezigen kunnen het niet laten uitbundig toe te juichen. We verlaten het justitiepaleis. We gaan in het Quartier Latin couscous eten en nieuwe krachten opdoen. Wanneer de Basken moedig de lange terugreis naar hun ver land aanvatten, is het al laat geworden.
MET DE KOERDEN IN HET JUSTITIEPALEIS
Ik bevind me weer in dezelfde gerechtszaal. Nu worden 17 Koerden, die al meer dan drie jaar in de gevangenis zitten, berecht. Eigenlijk waren ze met 18, maar één van hen heeft zelfmoord gepleegd in zijn cel enkele uren voor hij werd vrijgesproken door de Kamer van inbeschuldigingstelling. Hij was 28 jaar oud, studeerde sociologie en ijverde voor de erkenning van de rechten van de Koerden. Hij kon zijn opsluiting niet langer verdragen. Ik ben opgeroepen als getuige. De gevangen Koerden bekijken mij en luisteren heel aandachtig naar wat ik zeg. Voor het tribunaal breng ik verslag uit van mijn opeenvolgende reizen naar Koerdistan. Ik geef uitleg over mijn aanwezigheid in het tribunaal van Ankara naar aanleiding van een proces tegen politieke gevangenen. Ik doe mijn best om hen iets te laten beseffen van de ellende van het Koerdische volk. Ze worden verjaagd uit hun dorpen, uit hun land en zijn al 14 jaar lang het slachtoffer van het onmenselijke optreden van het leger. Men wil die jonge Koerden veroordelen zonder te denken aan hun vermoorde volksgenoten, voor wie zij vechten.
VAN ONDERUIT BEKEKEN. AAN TAFELMourad, een jonge Algerijn, is samen met mij bij een familie aan tafel genodigd. Hij heeft geen papieren, zit zonder werk. Zoals zovele anderen heeft hij al heel wat moeilijkheden doorstaan en vecht hij om te overleven. We gaan aan tafel. Eerst is er een slaatje als voorgerecht. Daarna volgt een schotel stoofvlees met aardappelen. De gastvouw bedient Mourad, hij krijgt een overvol bord. Hij begint er aan, maar schuift dan heel voorzichtig zijn bord van zich weg. Een van de kinderen houdt hem voortdurend in het oog, en zegt: "Lust je dit niet?" - "Toch wel." antwoordt Mourad onmiddellijk, maar duidelijk verveeld, "Ik vind het héél lekker!" De kleine gaat door: "Het is nog niet gedaan, er komt nog een dessert." Ook de moeder spoort hem aan: "Eet maar, het zal je geen kwaad doen. Je bent zo mager." Mourad doet nog een poging, maar het gaat niet. Nu mengt de vader zich in het gesprek: "Gaat het niet? " - "Zeker, het gaat best, maar ik ben een hele maaltijd niet meer gewoon. Overdag eet ik altijd heel weinig, en om de honger te stillen rook ik een sigaret. Het is heel lang geleden dat ik echt aan tafel ben geweest." De maatschappij bekijken zoals dié mensen het doen, van onderuit, dat zijn we niet zo gewoon. Het plaatst alles in een ander daglicht. Het is heel waardevol als iemand de wereld zo leert bekijken, van onderuit. Heeft Jezus, gekneed en gevormd in Nazareth, ons niet leren kijken naar het mysterie van God 'van onderuit'?
VAN ONDERUIT BEKEKEN. OP HET STADHUIS
Abdallah vraagt mij om getuige te zijn op zijn huwelijk. Ik heb tot mijn vreugde op 14 juli, op de Place de la Bastille, waar toen een hele massa bijeen was, het peterschap voor hem mogen opnemen. Hij is een van die mensen zonder papieren. Hij heeft een Franse vriendin. Ik tref beiden aan in de entreehal van het stadhuis. Abdallah ziet er zenuwachtig uit. Nauwlettend bekijkt hij alle voorbijgangers. Om de tijd te doden rookt hij een sigaret.
| |
Top |
PS: Partenia in cijfers - 1997
Aantal pagina's op het Internet per maand: 175 Totaal aantal pagina's op het Internet - in zeven talen: 63.875 Totaal aantal bezoekers op het Internet in 1997: 92.000 Toename van het aantal bezoekers in 1997: 22.000 Gemiddeld aantal bezoekers per maand: 7.660 Aantal e-mails voor bisschop Gaillot in 1997: 2.300 Aantal e-mails op het adres van de Webmaster van Partenia in 1997: 346 |