In de tempel van de vrijmetselaars
Ongeveer 300 mensen, de grote zaal zit vol. De vrouwen zijn in het zwart
gekleed. De Grootmeester zit de bijeenkomst voor, omringd door zijn raad.
Het protocol wordt zoals altijd nauwkeurig geëerbiedigd. Mijn komst
is aangekondigd, men heeft mij verwelkomd en gevraagd het woord te nemen.
De vergadering luistert aandachtig, de stilte tijdens mijn toespraak zou
men religieus kunnen noemen. Na mijn tussenkomst over "De Kerk en de
'laïcité'
- " (*) krijg ik pertinente vragen te beantwoorden:
- "Waarom blijft u in de Kerk?"
- "Toch eigenaardig, u lijkt de moed te ontbreken om de laatste
banden die u met de Kerk verbinden door te knippen."
- "U hebt het aangedurfd uit te spreken dat u het oneens bent, maar
u durft de stap die u zou bevrijden niet te zetten."
- Waar u ook gaat, overal draagt u het gewicht mee van uw toebehoren
aan een instituut dat helemaal achterhaald is."
Het publiek leek echt genoegen te scheppen in dit soort vragen en keek
nieuwsgierig uit naar wat ik daarop zou antwoorden.
- "Als men kan spreken van de moed om uit te treden, waarom zou
men dan ook niet kunnen spreken van de moed om te blijven? Is de durf om
de kerk te verlaten méér lovenswaardig dan de durf om erin
te blijven? Mijn kerkervaring beperkt zich niet tot een disciplinaire maatregel
of tot de
- traagheid van een instituut. De Kerk heeft me ook toegang verleend
tot de bronnen die mij doen leven. Zij is het die mij heeft doen luisteren
naar de Heilige Schriften zoals zij die zelf ontvangen heeft. Ik heb de
evangelies mogen beluisteren zoals de heilige Augustinus in de vierde eeuw,
of de
- heilige Franciscus van Assisi in de dertiende eeuw. De christenen waarmee
ik verbonden leef zijn voor mij de Kerk. De Kerk verlaten zou betekenen
hén verlaten. Dat zou ik als een verraad beschouwen."
-
- (*) laïcité: het principe van neutraliteit van officiële
instellingen
In een protestantse kerk: de Temple des Batignolles
- Ik loop regelmatig even binnen bij de dertig hongerstakers: Chinezen,
Turken, Maghrebijnen en een Fransman - uit solidariteit. In deze protestantse
tempel heb ik tot mijn vreugde het peterschap mogen opnemen voor een jonge
Chinese vrouw-zonder-papieren. Ze heeft me een foto van haar
gegeven die ik altijd bij me heb. Ze ziet altijd met ongeduld uit naar
een bezoekje van mij en weet dat ze op mijn solidariteit mag rekenen.
Vandaag is er geen goed nieuws. Er heerst verslagenheid. De eerste minister
weigert de regularisatie van mensen-zonder-papieren die tewerkgesteld zijn
"in een clandestien atelier dat behoort tot een crimineel netwerk".
De hongerstakers, verbijsterd door deze vreemde mengelmoes van problematieken,
blijven vastbesloten om door te gaan. Hun strijd is ook de onze. Meer dan
ooit moeten wij omwille van hun toekomst de baan op.
Jacques Gaillot |