|
|
- In Calais
-
|
Deze vissers- en passagiershaven ligt recht tegenover Engeland.
Vreemdelingen uit zwart Afrika, Iran, Irak
komen uiteindelijk
aan in Calais. Ze dromen ervan tot in Engeland te geraken. Dank
zij hun vastberadenheid en volharding zal een zeker aantal van
hen erin slagen het Kanaal over te steken. |
-
- Ik was uitgenodigd door de vereniging die werd opgericht
om hen te helpen en maakte kennis met de leden ervan: mannen
en vrouwen die mijn bewondering afdwingen door hun solidariteit
in de dingen van elke dag.
- Op een braakliggend terrein waarover een ijskoude wind
jaagt zie ik de mensen-zonder-papieren, vaak achternagezeten
door de politie, op weg naar de voedselbedeling. Ik ga naar hen
toe.
-
- Ik zie die lange rij jonge mensen die geduldig hun beurt
afwachten en dan weggaan en verdwijnen. Voor mij een ondraaglijk
schouwspel.
-
|
-
- In de vooravond, in het donker, komen de mensen-zonder-papieren
bijeen met actievoerders en sympathisanten om te beginnen aan
de optocht door de straten van de stad. Als ze in het centrum
van de stad aankomen wordt hun een warme maaltijd opgediend door
de vereniging. Opnieuw een wachtrij in de kou, onder het licht
van de straatlantaarns. Zodra ze bediend zijn zoekt ieder zich
met zijn kartonnen bord een plaatsje. Ik eet samen met hen. Het
is vlug op, maar welkom. Daarna verzamelen ze zich weer voor
enkele toespraken.
-
- Ik vind het onaanvaardbaar dat de politieke verantwoordelijken
niet in beweging komen en alles overlaten aan de verenigingen.
|
|
-
- Zeggen dat de mensen-zonder-papieren in Calais niets verloren
hebben lost niets op. De vreemdelingen, slachtoffers van de ellende
en het geweld in hun land, zullen naar ons blijven komen, ongeacht
onze wetten en redevoeringen.
-
- Ik heb het geluk te kunnen slapen in een bed. Maar ik
vind moeilijk de slaap, ik denk aan die jongeren die niets hebben.
Ze zijn weer vertrokken om zich ergens in het bos schuil te houden.
|
|
|
Kerstviering
- Het is donker en wie het «Comité van de Daklozen»
niet kent vindt maar moeilijk het slechtverlichte steegje dat
er naartoe leidt. Maar zodra men het lokaal binnenstapt ontdekt
men er tot zijn vreugde een versierde zaal, vol licht. Ze is
niet groot, maar ze brengt mensen bij elkaar. Mourad heeft heel
de namiddag besteed aan de voorbereiding van het feest.
-
|
-
- Een aantal mensen-zonder-papieren, in hoofdzaak moslims,
zijn reeds aanwezig. Actievoerders uit verenigingen, christenen
en andere, vinden eindelijk de plaats. Ze hebben ongetwijfeld
geen ster gezien om hen de weg te tonen? We zijn blij elkaar
te ontmoeten en samen kerstmis te kunnen vieren.
- Na het evangelie dat de geboorte van Jezus aankondigt,
kan iedereen het woord nemen.
-
- De verantwoordelijke van het Comité van de Daklozen
haalt het woord op dat Farid in de vooravond uitsprak tijdens
de betoging met de mensen-zonder-papieren: «Als ik betoog,
dan besta ik.»
|
|
-
- Dat woord 'bestaan' zullen meerderen weer opnemen. «Ik
ook, ik besta als we Kerstmis vieren». «Met Kerstmis
voel ik me erkend zoals ik ben.» «Het is waar, met
Kerstmis bestaan we allemaal, of we nu papieren hebben of niet,
gelovig zijn of niet.»
- Ik herhaal de woorden die ik diezelfde dag in het televisiejournaal
heb uitgesproken: «Als God onder ons komt wonen, dan
betekent dit dat wij belangrijk zijn. Als hij ons menselijk bestaan
komt delen, dan betekent dit dat wij iets waard zijn. Kerstmis
is het feest van de waardigheid van de mens. Een onvergelijkbare
waardigheid.»
-
|
Na de mis schikt men de zaal vlug om, men zet er tafels om
couscous te eten. Het is het feest van de hervonden broederlijkheid.
Een mooi kerstfeest! |
|