|
|
- De parochianen van Partenia
-
|
Een vrouw wacht op een bus die maar niet opduikt. Ze komt
naar mij toe en zegt: "Ik zie u van tijd tot tijd de
bus nemen en iedere keer opnieuw heb ik zin om u een vraag te
stellen. Wat moet ik doen om God te vinden?". - "Ik
kom terug van buiten de stad waar ik bij Roma-gezinnen was die
met uitwijzing bedreigd worden. Ik had het gevoel dat God daar
aanwezig was, bij zijn arme mensen, aan hun zijde." |
We stappen samen op. "Ik zou willen geloven, maar ik
kom er niet toe. Toch zoek ik God". - "Ik ook, net
als u zoek ik God. Als men de hand van de arme vasthoudt, dan
is men op een weg die de ogen opent.". Ik moest afstappen.
"Spijtig" zegt ze me.
-
- In de metro. Een jonge man, ik denk van Indische afkomst,
staat van zijn zitplaats en komt naast mij plaatsnemen. "Stoor
ik u niet? Ik zou graag hebben dat u mij iets uitlegt.
Ik ben geen christen maar ik lees het evangelie, en daarin staat
een woord dat ik niet begrijp: Aan ieder die heeft zal gegeven
worden. Maar wie niet heeft, hem zal ontnomen worden, zelfs wat
hij heeft." - "Ik had liever gehad dat u me over een
ander woord iets vroeg. Dit woord is voor mij een mysterie. Ik
heb lang gezocht om de zin ervan te begrijpen.
-
|
Ieder van ons draagt menselijke en geestelijke rijkdommen
in zich. Die zijn niet bestemd voor onszelf, maar voor de anderen.
Wat we in onze handen houden zal verloren gaan. Wat we bereid
zijn aan de anderen te geven, zal getransformeerd en vermenigvuldigd
worden." - "Dank u wel, met die uitleg kan ik al iets
doen." |
-
- De trein van Parijs naar Montpellier zet aan. Er zijn
geen zitplaatsen meer beschikbaar. Ik blijf in de buurt van de
deuren, blij dat ik toch kon opstappen. Het duurt niet lang voor
een man van Aziatische origine van zijn klapstoel opstaat en
me zegt: "Neemt u maar mijn plaats in." Hij
voegt eraan toe: "Dat doe ik niet omdat u 'monseigneur'
bent, maar omdat u een bejaarde bent." Ik nam zijn plaats
in. Voor deze man was de méns tenminste belangrijker dan
de functie!
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Een woonwijk in rep en
roer
- De bewoners van Petit-Bard, een volkswijk in Montpellier,
laten de moed niet zakken. In een vervallen en onbewoonbaar verklaard
woonblok heeft een brand gezorgd voor één dode
en meerdere gewonden. De getroffen gezinnen hebben beslist het
gymnasium in de buurt te bezetten. Ze weigeren opnieuw hun intrek
te nemen in hun appartementen en eisen dat het gemeentebestuur
voor hen een andere woning beschikbaar stelt.
|
Petit-Bard is een immigrantenwijk en werd in de loop der jaren
een getto. De gezinnen, hoofdzakelijk Marokkanen, willen zich
niet langer laten doen. |
-
- Ik ben ingegaan op hun uitnodiging om ter plaatse te komen
en bezoek het verlaten woonblok. Om zich te schamen als men ziet
in welke staat het gebouw zich bevindt!
-
Op de muren staan opschriften: "Petit-Bard: verlaten
stadsdeel. Wijk in gevaar. Doodsgevaar."
Met de MIB (Mouvement de l'immigration et des banlieues - Beweging
voor immigratie en de voorsteden), de Cimade, de DAL (Droit au
Logement - Recht op wonen) en andere verenigingen komt het verzet
op gang. Een betoging brengt meer dan 1000 mensen op de been
in de wijk. Nooit eerder gezien. |
|
Het is de eerste keer dat de bewoners van Petit-Bard zich roeren
en willen doorgaan tot het einde. Ze hebben begrepen dat er niets
zal gebeuren als ze zelf niets doén. Als ze er zelf niet
voor vechten.
Op dit ogenblik houdt de overheid zich potdoof.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De afwijzing
Een aantal Roma-gezinnen in de buitenwijken van Parijs
worden steeds opnieuw verdreven. Nu hebben ze hun toevlucht gezocht
op een terrein dat toebehoort aan de departementsraad. Hun wordt
beloofd dat ze er niet zullen verdreven worden. Maar het gemeentebestuur
heeft het er niet op begrepen en doet alles wat in zijn macht
ligt om hen weer te doen vertrekken.
|
Organisaties die hen steunen hebben me uitgenodigd. Ik begeef
me ter plaatse en ontmoet er de gezinnen die over tentzeilen
beschikken waaronder ze kunnen schuilen. |
In de vooravond vond een bijeenkomst plaats in de straat,
in de buurt van het bezette terrein. Een woelige bijeenkomst.
Men kon zich moeilijk verstaanbaar maken. Een vijftiental mensen,
waaronder de gemeentesecretaris, voerden oppositie en protesteerden
luidop. De animator nodigde me uit om het woord te nemen. Juist
op dat moment verlieten de tegenstanders, zoals onderling afgesproken,
ostentatief de vergadering.
Bij mijn terugkeer naar Parijs kwam de volgende bedenking
bij me op: Vandaag, in onze samenlevingen met hun scheiding van
kerk en staat, wordt niemand afgewezen omwille van zijn geloof
in God en zijn geloofsovertuiging. Dat is een persoonlijke keuze
en behoort tot de privé-sfeer. Men wordt afgewezen omwille
van zijn solidariteit met de allerarmsten die aan onze deur wonen.
Kiezen voor de armen, dat werkt storend. |
|
|
|
|
|