De wil om te slagen
Ik ontmoet een vriend die directeur is in een college in
een buitenwijk van Parijs. Hij is jong en zet zich nu al vier
jaar in om het slechte imago van zijn school te verbeteren.
|
Van de 450 leerlingen zijn er heel veel van (Noord-)Afrikaanse
herkomst. Sinds kort zijn er ook een dertigtal doven opgenomen.
De leerlingen komen uit gezinnen in moeilijkheden, waar de vrouw
vaak alleen voor de opvoeding instaat. |
Deze directeur is tenger en klein van gestalte. Maar welk
een geestkracht vanbinnen! Hij is voor niets bang. Barst er een
vechtpartij uit op de speelplaats, dan gaat hij er middenin staan
en dwingt respect af. Hij kent elke leerling bij naam en voornaam
en vergist zich nooit als hij iemand aanspreekt. "Hoewel",
zegt hij, "niet iedereen Mohammed of Fatima heet!"
Dat is zijn sterkte.
Hij maakt dat hij zoveel mogelijk bij de leerlingen is,
niet alleen op de speelplaats, maar ook op straat als ze de school
verlaten. Soms zakt de moed hem in de schoenen. Het geweld, dat
sterk gedaald is, duikt plots weer op nu er sneeuw valt. Bij
het verlaten van de school steken een aantal jongeren keien in
sneeuwballen en bekogelen daarmee de ruiten van auto's.
De leerlingen kennen goed de woorden waarmee hij zijn ambitie
voor hen uitdrukt: "Je moet je er doorslaan",
"Je kunt het".
Een betrouwbaar teken dat hij aan het slagen is: de katholieke
scholen, waar de meer bemiddelde laag van de stadsbevolking naartoe
trekt, aarzelen niet meer om de leerlingen waarvan ze zich willen
ontdoen aan die school in de buitenwijk toe te vertrouwen.
De televisiezenders dringen van alle kanten aan om op zijn
school reportages te maken in verband met het dragen van de hoofddoek.
Hij gaat er niet op in, want geen enkel meisje draagt er een
hoofddoek. Ontgoocheling voor de journalisten! |