|
|
||||||
|
Leden van de Iranese verzetsbeweging Ze wonen in de buurt van Parijs, in Auvers-sur-Oise, al meer dan twintig jaar, en genieten de bescherming van de Franse gendarmerie. Ze hebben zich snel aangepast aan de dorpsbevolking. De kinderen lopen er school. De dorpsbewoners beschouwen hen als vrienden. Maar op een morgen, bij het krieken van de dageraad, werden deze tegenstanders van het huidige regime in Iran door een grootscheepse politieoperatie overvallen.
Men vraagt me om in Auvers een bezoek te brengen aan de vrouwen en de mannen die aan een hongerstaking begonnen zijn. We zijn in de hondsdagen. Ik luister naar de trieste verhalen van deze erg verzwakte mensen. Hun gezichten en hun blikken maken indruk op mij, net als bij bedevaarten in Lourdes, wanneer ik aan elke zieke voorbijkom. In aanwezigheid van de menigte spreek ik een gebed uit tot God.
Aan journalisten die me ondervragen antwoord ik: "Ze hebben vernedering en smaad gekend, vandaag kennen ze de overwinning. Ik was bij hen toen ze beproefd werden, het is dus normaal dat ik ook bij hen ben voor het feest". |
||||||
Een mensonwaardige evacuatie
De politie heeft hen behandeld met geweld buiten alle proporties. Ze zijn met een stormram binnengebroken zonder voorafgaande verwittiging, hebben gas gebruikt, sloegen er op los met gummiknuppels, oefenden verbaal geweld uit. De solidariteitskas van het collectief en alle officiële documenten werden in beslag genomen. Terwijl de autoriteiten wisten dat ze van plan waren het gebouw vrijwillig te verlaten zodra de kleine rest zou geregulariseerd zijn.
Ik zie voor mijn ogen menselijke wezens, uiterst kwetsbaar geworden, kapot van een strijd die in augustus 1999 begon en nu bedreigd is omdat de leden van het collectief overal verspreid zijn. Ze zijn niet op wraak bedacht en zeker niet op haat. Ze zoeken geen geweld. Maar meer dan ooit willen ze met elkaar solidair blijven en vastberaden verder strijden tot de dag komt waarop de rest van het collectief geregulariseerd zal zijn. Ze zullen het halen. |
|||||||
Juist voor de trein het station van Nancy binnenrijdt komt een jonge man naar me toe met een video in de hand: "Kent u dit?". Ik bekijk de video die als titel draagt: De mooiste liefdesgeschiedenis. Men ziet Jezus die verschijnt aan zijn apostelen. "Dat moet ongetwijfeld een beetje stijl Hollywood zijn", zegt hij, "maar ik heb niets anders gevonden. Ik wil weten wie Jezus is. Ik weet niets af van het christendom. Op dat gebied sta ik nergens".
Daarop haal ik uit mijn handtas "Un catéchisme au goût de liberté"*** die ik ga schenken aan een gezin waar een zoon gedoopt zal worden, en toon hem het boek. Als ik zie met hoeveel belangstelling hij het doorbladert, zeg ik hem: "Ik stuur het je op". De weg ligt open.
|
|||||||