Notities Onderweg: Februari 2002

  Een avond in de voorstad.  Afscheid van Maria
  Geweldloosheid   
  Archiv
  Bibliotheek - frans van Bisschop Jacques Gaillot 
  Geschiedenis van het Bisdom Partenia, Biografie van Bisschop Jacques Gaillot



Partenia

De brief

Notities

Bijbel

Een avond in de voorstad.

banlieue  De trein bracht me naar die risico-stad, waar auto's in brand staan en waar net een drama had plaatsgevonden dat in de nationale pers druk becommentarieerd werd: Moussa, 17 jaar, werd door een politieagent neergeschoten toen hij een wegversperring openbrak. Ik kwam voor een conferentie met debat in het Cultureel Centrum, samen met een moslim-socioloog en een Algerijnse dame, en verlangde een bezoek te brengen aan de familie van Moussa. De actualiteit was dààr. In de trein bogen twee jongeren zich over een krant die een vrouw zat te lezen, om te zien wat men over Moussa schreef. Ik nam de gelegenheid te baat om te vragen waar zijn familie woonde. "In de muzikantenwijk" zeiden ze. "Is dat ver van het station?" - "Ja, maar met de bus valt dat wel mee". Bij aankomst in het station nodigden ze me uit dezelfde bus te nemen. Omdat ze eerder dan ik de bus moesten verlaten vroegen ze de chauffeur mij zo dicht mogelijk bij de muzikantenwijk te laten afstappen. De twee jongeren namen op een sympathieke wijze afscheid, ze wisten dat ik in goede handen was.

Op een gegeven moment hield de buschauffeur halt en wees mij een bepaalde richting aan. Het was donker en het vroor. Niemand te bespeuren. Ik sloeg de aangeduide richting in en hoopte iemand te ontmoeten. Precies. Twee jongeren stonden te praten onder een straatlantaarn. Ik ging naar hen toe om te vragen waar de familie van Moussa woonde. "Ziet u dat gebouw ginder? Wel, daar is het. Derde verdieping, tweede deur". Ik bedankte hen, ze zetten me op de goede weg.

Ik had pas op de deur geklopt of er kwam een meisje opendoen. Ze nodigde me uit binnen te komen. In de woonkamer zaten mensen hardop te praten. De mama van Moussa kwam naar me toe en nam me mee naar een kamer waar haar man met een van zijn vrienden zat. Het was de kamer van Moussa. Men bood me koffie en gebak aan. De mama toonde me een kader met een mooie foto van haar zoon. Een zoon van zeventien die een hele toekomst voor zich had. De tranen in haar ogen spraken van haar liefde voor hem, en tegelijkertijd van haar verdriet. Zijn vader, die hield vol dat zijn zoon niet naar hem luisterde. "Hij deed gewoon zijn zin. Ik wist niet waar hij at. Als hij thuis kwam, dan was het om zich onmiddellijk in zijn kamer terug te trekken." Zijn mama bewaarde het stilzwijgen. Ze waren blij dat ik met hen meevoelde. Moussa was onze band. Ik bleef een hele tijd bij hen.

Daarna vertrok ik, in het duister en in de kou, op zoek naar het Cultureel Centrum. Zodra ik jongeren zag, ging ik recht op hen af om hen de weg te vragen. Ze waren als sterren die mij de weg toonden naar de plaats die ik zocht.

     

Terugblik

Archiv

Link

email

  

 

fleur 
Afscheid
van
Maria 

Ze vond de dood, omvergereden door een camion. Ze liet een zoon achter van twee jaar en half en een ontredderde echtgenoot. Voor de familie - Basken en Porugezen - hebben God en godsdienst geen betekenis, met uitzondering van haar mama. Ze kwamen vragen of ik een plechtigheid wou organiseren op het kerkhof van Père Lachaise. Maria heeft een bijzondere plaats in hun hart. Ze was een mensenrechtenactiviste, een wereldburger. Op ontelbare fronten had ze tegen onrecht gestreden.

Ze zijn van overal bijeengekomen in de kerk van het beroemde kerkhof: uit Corsica, Baskenland, Portugal, Ierland… Iedereen krijgt een roos waaraan een enveloppe hangt met een kaart erin. Men kan er zijn laatste boodschap aan Maria op neerschrijven. Basken komen op de kist tien lampen plaatsen, dezelfde die Picasso schilderde in zijn "Guernica", en die voor de Basken sindsdien de hoop in de duisternis symboliseren.

Guernica 

tableau de Pablo Picasso "Guernica" 

De lezing van een Engelse dichter helpt ons om over de dood te denken:

Op een frisse morgen sta ik op het strand.
Een zeilboot vaart voorbij,
op weg naar de oceaan.
Hij is de schoonheid. Hij is het leven.

Ik kijk hem achterna
totdat hij aan de horizon verdwijnt.
Iemand naast me zegt: "Hij is weg!"

Weg? Waarheen?
Hij is alleen uit mijn blik verdwenen.
Zijn mast is nog steeds even hoog.
Zijn romp heeft nog altijd de kracht
om zijn menselijke last te dragen.
Dat de boot aan de kim verdwijnt
ervaar alleen ik. Hij niet.

En juist op het ogenblik dat iemand
naast mij zegt: "Hij is weg! …"
zijn er anderen
die hem aan de horizon zien verschijnen
en naar zich toekomen
en die vrolijk uitroepen: "Daar is hij!"…

Dat is de dood.

Dan richt de echtgenoot van Maria zich tot de aanwezigen. Met veel gevoel leest hij een tekst die hij zelf heeft voorbereid. "Ik wou u zeggen dat ik met Maria zeer gelukkige dagen heb beleefd. En vandaag heb ik in mezelf ontreddering gevonden, angst en diepe droefheid. Voor al die gevoelens had zij mij afgeschermd, ook dat heb ik vandaag ontdekt. Tot gisteren hield ik van haar zoals ik nooit eerder van iemand heb gehouden, en die liefde leek me eenvoudig vanzelfsprekend. Ik had me nooit afgevraagd waarom ik van haar hield. Maar vandaag weet ik het. Ik weet nu dat Maria een uitzonderlijk iemand was, die mij een uitzonderlijke liefde geschonken heeft en mij al die jaren béter heeft gemaakt. Ik weet ook dat zij bij u allen die haar gekend hebben, iets van zichzelf heeft achtergelaten, en tot dat deel van Maria dat in elk van u blijft verderleven zou ik willen zeggen: Ik hou van jou."

De woorden van Jezus "Blijf in mijn liefde" - uit het Johannesevangelie - vielen bij de talrijke aanwezigen als in goede grond. Liefde, ontroering en verdriet verbonden hen tot een hechte gemeenschap.

De kist werd in het graf neergelaten en wij wierpen er onze rozen op, met de enveloppen die onze geheimen meedroegen. Intussen zetten de Basken het lied in van hun vrijheidsstrijd.
Zo namen we afscheid van Maria.

   

 

     
   

Geweldloosheid

In de rand van Parijs verzorgde ik samen met de secretaris-generaal van de vredesbeweging een avond over de vrede.  logo mouvement de la paix 

Toen het ogenblik gekomen was voor het debat met het publiek, ging het over de onveiligheid in het dagelijkse leven: in het lyceum, in de metro, of gewoonweg op straat. De getuigenis van een jong meisje kwam op het gepaste moment: "Ik heet Noëmie. Op zekere dag, toen ik de metro nam, werd ik door een jongere aangevallen. Hij wou mijn geld en mijn GSM. Ik heb hem recht in het gezicht aangekeken en hem gezegd: "Ik heb geen geld, maar wel een GSM. Die GSM zal ik je niet geven!" - "Waarom niet?" zei hij, en hield nog altijd zijn mes op mij gericht.

téléphone  "Omdat ik hem nodig heb om mijn vriendin op te bellen en samen onze spreekbeurt over de vrede in de wereld voor te bereiden." - "Hou dan maar je GSM". Hij ging er vandoor, keerde naar mij terug en gaf me een zoen op mijn wang…" 

Het publiek applaudisseerde. Een man stond op en zei: "Ik heb aan Noëmi les gegeven. In het lyceum hebben we, toen we met geweld te maken kregen, de nodige tijd genomen om van dichterbij kennis te maken met de geweldloosheid."