|
|
Interview met Abbé
Pierre
De Canadese televisie wilde een ontmoeting met ons beiden.
Zo ben ik opnieuw bij Abbé Pierre geweest - die heel wat
moelijkheden gekend heeft en oud geworden is. Op een bepaald
ogenblik tijdens het interview werd ik verrast door iets wat
hij van zijn tong liet vallen. Hij bevond zich in Madagascar,
aan de voet van de Tananarive, juist na een verschrikkelijke
cycloon die het land geteisterd had.
Abbé Pierre werd geconfronteerd met een voor hem
ondraaglijke ellende. Ellende van zo'n omvang had hij nog nooit
eerder meegemaakt. "Toen", zei hij, "kon ik
het stilzwijgen van God bij zulk een onrechtvaardigheid voor
de mensen niet begrijpen. Het scheelde niet veel of ik ging God
vervloeken. Ik moet bekennen dat ik sindsdien niet meer op dezelfde
manier kan geloven als voorheen." |
|
|
Twee overlijdens
Kort na elkaar heb ik twee Zwitserse vrienden verloren,
twee priesters die mij zeer dierbaar waren. De ene was een befaamd
theoloog, gedreven en soms gevreesd. De ander was een man van
de actie, onvermoeibaar verdediger van de vluchtelingen.
|
- Professor Herbert Haag
- heeft les gegeven aan de beroemde universiteit van Tübingen.
Hij sprak vrijuit, een zeldzaamheid in deze tijd. Een tiental
jaren geleden heeft hij mij in Luzern een prijs overhandigd voor
wat ik in Evreux gedaan heb.
|
Cornelius Koch heeft
zich heel zijn leven ingezet voor vluchtelingen en andere slachtoffers
van uitsluiting uit de maatschappij. Hij was al opgenomen in
de kliniek toen hij ijverde voor een collectieve regularisatie
voor mensen-zonder-papieren in Zwitserland. Het was goed met
hem samenwerken bij de verdediging van mensen-zonder-papieren
in Almeria (Andalousië) of in Freiburg (Zwitserland).
Die twee priesters strekken de kerk tot eer. |
|
|
Leven in groep
Met een delegatie van 22 zijn we naar Palestina geweest.
De meesten waren cameralui, journalisten, fotografen.
|
We hebben zes dagen samengeleefd en logeerden in een Palestijns
kamp vlakbij Betlehem. |
Ik verbleef in een kamer voor zes personen, met stapelbedden.
De gezamenlijke activiteiten, de verplaatsingen, de ontmoetingen
brachten mee dat we altijd heel dicht bij elkaar waren.
Drie van hen waren moslims. Een andere zei me dat hij gedoopt
was en uit een katholiek gezin kwam, maar dat hij de kerk had
verlaten om zichzelf te kunnen zijn. De kerk vertegenwoordigt
voor hem de morele orde. Voor hem is authenticiteit belangrijk.
Hij heeft zich van de kerk losgemaakt om vrij te zijn. De overigen
bekenden zich tot geen enkele godsdienst, maar waren toch niet
ongevoelig voor het feit dat een bisschop tot hun gezelschap
behoorde. Waar het op aankomt is gewoon onder hen aanwezig te
zijn als mens, als dienaar. Ik kan van het evangelie niet getuigen
zolang de ander niet heeft gemerkt dat ik voor hem een broer
ben. Als ik mij ten opzichte van de ander meerderwaardig voel,
kan er van een echte ontmoeting geen sprake zijn.
Dit verblijf heeft ons de kans geboden om als een wonderlijke
groep het leven met elkaar te delen, met echte menselijke relaties
die niemand zal kunnen vergeten. Dankzij de Palestijnen. |
|
|