In de zetel van "Mie
de Pain" |
|
("Mie de Pain" betekent letterlijk "Kruimels";
het is de naam van een Parijse organisatie die o.a. maaltijden
verstrekt aan daklozen)
Een honderdtal jonge daklozen, waarvan een aantal ook zonder
papieren, hebben in Parijs op vreedzame wijze de zetel van de
organisatie "Mie de Pain" bezet. De directeur heeft
- en dat spreekt in zijn voordeel - geen beroep gedaan op de
politie om hen buiten te zetten.
|
Deze jongeren zijn afkomstig uit Marokko, Tunesië, Siërra
Leone, Guinea, Lituanië, en vooral van Algerije. Wat eisen
ze? Ze willen een vaste verblijfplaats die die naam waardig is,
en dat men werk zou maken van hun dossiers. |
Ik breng de namiddag met hen door in de grote zaal van
het souterrain, waar het daglicht nooit binnenkomt. Een echte
gevangenis. Ze kunnen nergens elders naartoe. De slaapzaal is
enkel 's avonds toegankelijk. Een aantal van hen ligt op een
bank te slapen, zo moe zijn ze. In de loop van de namiddag komt
een organisatie langs die hen wat te eten geeft. Ze appreciëren
het, ze hebben immers sinds 's ochtends niets meer gegeten.
Temidden van het heen- en weergeloop zie ik een jongere
die zijn matje openrolt en heel eerbiedig begint te bidden, alsof
hij daar alleen was. Hij is pas klaar of een ander neemt zijn
plaats in. Hij bidt met de taal van zijn lichaam en stoort zich
niet aan het lawaai. Niet ver van hem hangt aan de muur een groot
kruisbeeld.
Al die moslims zijn gehecht aan hun godsdienstige praktijken.
Ze drinken geen alcohol en letten nauwkeurig op wat ze eten.
Hun godsdienst geeft hen een identiteit en een erkenning die
de samenleving hen op dit moment ontzegt.
Onverwijld wordt een steuncomité opgericht en een
bijeenkomst gepland vòòr het stadhuis van Parijs. |