Notities Onderweg: Mei 2000

  In de gevangenis in Parijs
  Solidariteit als misdrijf  Tunesiërs in het verzet  
  Archiv



Partenia

De brief

Notities

Catechismus

Terugblik

Link

email

 

In de gevangenis in Parijs

Ik ga op bezoek bij een Baskische vriend, Gabi Mouesca. Hij is 38 jaar oud. Zit sinds 1984 in de gevangenis. Hij werd onlangs voor het Hof van Assisen gedaagd, samen met twee andere Basken, voor feiten die dateren van 1983. Hij heeft dus 17 jaar moeten wachten op zijn proces!

Ik ben verwonderd hem zo fit aan te treffen. Hij is een weerstander, een militant, een gelovige. Ik denk aan zijn oude moeder van 77 jaar. Ik bewonder haar. Sinds 1984 komt ze hem om de veertien dagen bezoeken. Om in Parijs te geraken moet ze heen en terug 1.400 km afleggen. Dan mag ze hem een half uur lang in de spreekkamer zien! "Geen enkele keer is mijn moeder op bezoek geweest zonder te wenen" vertrouwt hij me toe.

We spreken over zijn proces. Ik heb het gevolgd in het justitiepaleis in Parijs. Er waren indrukwekkende momenten bij. Toen Gabi een minuut stilte vroeg voor alle slachtoffers. Geweigerd door de voorzitter. Toen de advocaat-generaal de hoogste straf vroeg, 30 jaar gevangenschap. Gabi stond toen op: "Mijnheer, u koestert een stille haat. Hoe kunt u vragen om mensen 30 jaar lang op te sluiten?"

De zeven magistraten van het bijzondere Hof van Assisen hebben hem 15 jaar gegeven. Voor Gabi gaat de strijd voor het Baskische volk verder.

     
   

Solidariteit als misdrijf

De repressie tegen de mensen-zonder-papieren treft voortaan ook diegenen die hen helpen. Zo werd in Rijsel een vrouw veroordeeld, in Clermont-Ferrand een syndicalist. In Orléans is vandaag Delphine aan de beurt.

Ik had Delphine in Tours leren kennen in 1997. Ze was aan een hongerstaking begonnen die 55 dagen zou duren, om de regularisatie te verkrijgen voor haar toekomstige man, een Algerijn, slachtoffer van een dubbele straf. Ze haalde het. Haar vriend kreeg een verblijfsvergunning voor tien jaar.

Maar onlangs werd Delphine in Tours voor de rechtbank gedaagd. Omdat ze iemand zonder papieren geholpen had bij een aantal administratieve stappen. Ze werd vrijgesproken. Toen ging het parket in beroep. De rechtbank van Orléans veroordeelde haar tot twee maanden gevangenisstraf met uitstel voor "hulp aan een vreemdeling om hier onwettig te verblijven". Schandalig. Een vonnis waar het gerecht geen eer van haalt! Solidariteit wordt een misdrijf…

Onmiddellijk ondertekenen wij met enkelen een brief, gericht tot mevrouw de minister van Justitie. Daarin verklaren wij dat wij mensen-zonder-papieren geholpen hebben bij een aantal administratieve stappen, of hen gastvrijheid verleend hebben. Met de vraag dat men ons dit misdrijf ten laste zou leggen.
 

   

 

     
   

Tunesiërs in het verzet

Een boeiende avond, op het getouw gezet door de Nationale Raad voor de Vrijheden in Tunesië (CNTL). Er heerst een groot gevoel van solidariteit onder de honderden Tunesiërs die hier bijeengekomen zijn in een veel te kleine zaal. Ik ben blij dat ik in hun midden ben. Zij heten me welkom als een broer. Wij blijven samen tot laat in de nacht. Voor ik wegga moet ik eerst nog van het lam eten.

Tunesiërs uit binnen- en buitenland (laatstgenoemden in ballingschap) nemen het woord. De getuigenissen zijn aandoenlijk. Een advocaat van Bizerte heeft het over gevangenen die gefolterd worden. Een vrouw spreekt over mensen die verdwenen zijn. Op mijn beurt neem ik het woord. Ik spreek uit naam van een werkgroep "Tunesië", om te zeggen dat we onze verantwoordelijkheid zullen opnemen ten overstaan van de medeplichtigen en de aanhangers van mijnheer Ben Ali aan déze kant van de Middellandse zee.

Tunesië is één grote gevangenis geworden. Geen enkele vrijheid wordt er geëerbiedigd. Folteringen zijn er schering en inslag. Cultuur wordt onmogelijk gemaakt. Denken is verboden. Elke publicatie wordt gecontroleerd. Er verschijnt geen dagblad of boek zonder de uitdrukkelijke toestemming van de autoriteiten. Iedereen moet de lof zingen van de president. De omstandigheden waarin de begrafenis van Bourguiba moest plaatsvinden lieten duidelijk zien hoe het Tunesische volk misprezen wordt.

Maar de ontevredenheid van het volk begint zich te uiten. Jongeren manifesteren. Verantwoordelijken durven hun mond opendoen. De Tunesische samenleving is niet langer tot zwijgen bereid. Het is een voorzichtig begin. Er komt weer een beetje hoop.
 

   

 



Partenia

De brief

Notities

Catechismus

Terugblik

Link

email

 

Archiv :