bible
 
Petrus en Johannes begeven zich naar het graf  
Johannes 20,1-10  
   
Marie Madeleine au tombeau ouvert Ze worden voorgegaan door Maria Magdalena. Zij is het die vroeg in de ochtend, als eerste, naar het graf gaat en vaststelt dat de steen van het graf is weggehaald. Het komt bij Maria Magdalena niet op dat Jezus zou kunnen verrezen zijn en ze begrijpt dus helemaal niet wat er gebeurt. Ze komt naar het graf om te wenen over Hem van wie ze altijd is blijven houden. Haastig gaat ze Petrus en Johannes verwittigen: “Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben.” De twee leerlingen, nog altijd helemaal in de war tengevolge van de dood van Jezus, staan op en lopen allebei naar het graf. Maar hoe gedreven! Ze vertrekken, op zoek naar tekens.
 
   
Ongetwijfeld wil de evangelist ons iets vertellen over het haastig en angstig zoeken van de primitieve Kerk naar tekens. Na het schandaal van het kruis blijven veel christenen twijfelen en niet begrijpen: “Waar is die verrezen Heer dan toch? Waar kun je tekens vinden van zijn aanwezigheid onder ons?”  
   
De leerling van wie Jezus hield, komt als eerste bij het graf aan. Hij gaat niet binnen maar buigt zich voorover en ziet de linnen doeken op de grond liggen. Simon Petrus, die hem volgt, komt op zijn beurt aan. “Ook hij zag de linnen doeken, en de doek die Jezus’ gezicht bedekt had… Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde.” (Joh. 20,6-8)  
   
Voor Johannes was het zien van die linnen doeken voldoende om te geloven: Jezus leeft. Hij kon onmogelijk gevangen blijven in de dood. Maar Petrus staat perplex bij het zien van diezelfde tekens. Hij is traag in het geloven.  
   
Maria Magdalena, Petrus en Johannes zijn allen even gedreven op zoek naar de aanwezigheid van Jezus. Elk van hen doet het op zijn eigen ritme, volgens eigen aard en temperament. Maria Magdalena geeft blijk van haar affectieve band met hem, Johannes van zijn intuïtie, Petrus van zijn traagheid in het geloof.  
   
Kennen wij vandaag dezelfde haast bij het zoeken naar tekens van de Verrezene? Waar lopen wij naartoe? Onnodig nog naar het graf te lopen. Daar zijn de tekens niet meer te vinden. Je vindt ze midden in het leven. Maar daarvoor moet je naar buiten. Uitbreken uit onze muren en mentaliteit om te gaan naar plaatsen waar de liefde voor de meest kwetsbaren beoefend wordt, voor hen die het meest door de samenleving in de steek worden gelaten – en waar christenen bijeenkomen om te bidden en het brood te delen.
sortir nos murs
 
   
In de verscheidenheid van onze gevoeligheden en temperamenten lijken we op Maria Magdalena, op Johannes, of op Petrus. Voor die zoektocht naar tekens hebben we elkaar nodig, moeten we elkaar helpen, want onze spirituele gaven verschillen. We vullen elkaar aan en hebben elkaar nodig om zonder dralen de Verrezene tegemoet te gaan.