carnet de route
 
Tijdens de vlucht Parijs – Bamako  
Een gegeven woord  
Krakers  
De strijd van mensen zonder papieren  
   
   
Tijdens de vlucht Parijs – Bamako  
   
De vakbonden van Air France organiseren een betoging in Parijs om te vragen dat er een einde komt aan de uitwijzingen van vreemdelingen aan boord van vliegtuigen van de maatschappij. Er is veel volk.  
   
expulsion en avion Het boordpersoneel en de passagiers zijn gedwongen getuige te zijn van scènes van extreem geweld. Onder hun ogen worden mensen fysiek en moreel vernederd.
 
   
Er zijn echter moedige reacties. Men stelt me juist een vrouw voor die zich op de vlucht van Parijs naar Bamako bevond. Ik had gehoord van haar moed tegenover de agenten. Voor het vliegtuig opsteeg waren twee uitgewezenen, vergezeld van politieagenten in burger, luidop beginnen roepen. Ze werden onmiddellijk met geweld vastgeklonken. De agenten legden kussens op hun mond om hun het roepen te beletten.  
   
Die blonde mevrouw heeft het geweld niet verdragen: “Ik schaam me dat ik Française ben. Ik heb geen ticket gekocht om dergelijke zaken te moeten meemaken!”
Toen ik haar gelukwenste met haar reactie, antwoordde ze bescheiden: “Ik heb alleen gedaan wat ik als burger moest doen. Ik duld niet dat men een mens minacht.”
courage
 
   
Deze vrouw heeft het vliegtuig moeten verlaten en werd 24 uur lang op het vliegveld in voorlopige hechtenis geplaatst. De politie heeft haar ervan beschuldigd twee vreemdelingen die moesten uitgewezen worden te hebben “aangezet tot opstandigheid”. Op het proces hebben de rechters haar in vrijheid gesteld.  
   
Ook de boordcommandant is moedig tussengekomen. Hij gaf de politieagenten bevel de uitgewezenen het vliegtuig te doen verlaten. Ik kom hem eveneens tegen tijdens de betoging. Hij draagt zijn uniform van boordcommandant. Hij vertelt me in welke zin hij straks iets zal zeggen. Het is voor hem een eer en een recht de mensen te respecteren.  
   
haute en page  
   
Een gegeven woord  
   
De advocate van Marina Petrella, een Italiaanse, neemt me mee in haar wagen. Ze vertrekt graag vroeg om niet te laat te komen op het proces dat in Versailles plaatsvindt.  
   
Marina Petrella Marina is 53 en woont sinds 1993 in Frankrijk. Met een verblijfsvergunning voor 10 jaar die de Parijse prefectuur haar heeft toegekend, heeft ze zich met hart en ziel ingezet voor haar beroep als maatschappelijk werkster. Met haar oudste dochter en haar nieuwe levensgezel heeft ze een gezinsleven opgebouwd. Haar tweede dochter is 10 jaar oud. Vandaag zit Marina vast in een gevangenis in de Parijse regio en dreigt uitgeleverd te worden aan Italië.
 
   
30 jaar geleden heeft Marina in Italië deel uitgemaakt van die tientallen duizenden jonge militanten die in hun revolte tegen het kapitalisme zelfs naar de wapens hebben gegrepen. Meerdere honderden van hen zijn naar toen naar Frankrijk gevlucht, waar de president van de republiek bevestigde dat niemand zou uitgeleverd worden om politieke redenen.
Deze vorm van politiek asiel vanwege Frankrijk, die mijn land tot eer strekt, is twintig jaar lang ononderbroken in voege gebleven, ongeacht de kleur van de regering. Het was de facto een principe binnen de republiek. Vandaag wordt dit principe met de voeten getreden.
In de rechtszaal komt Marina aan, begeleid door politieagenten. Dicht bij mij bevinden zich haar vriend – met zijn mooie zwarte snor – en haar oudste dochter.
 
   
Marina neemt het woord, het duurt wat lang naar mijn mening. De advocate pleit met overtuiging en veel gevoel. Maar het verzoek om haar voorlopig in vrijheid te stellen wordt afgewezen. Het proces gaat verder. Als Marina aan Italië wordt uitgeleverd, riskeert ze levenslange gevangenisstraf.
De families van de Italiaanse vluchtelingen hebben vertrouwen gehad in het woord van Frankrijk. Ze hebben hun leven uitgebouwd met de zekerheid dat dit woord nooit zou ingetrokken worden. Vandaag is hun lot aan het wankelen, want morgen zijn zij aan de beurt.
la liberté est refusée
 
   
haute en page  
Krakers  
   
relogement De vereniging ‘Droit au logement’ (Recht op Wonen) vraagt me dringend naar Aubervilliers te komen, in de rand van Parijs. De situatie is er verhard met de komst van de ordestrijdkrachten. Dag en nacht lossen een aantal gezinnen, hoofdzakelijk uit Ivoorkust, elkaar af in het tentenkamp dat ze opgesteld hebben tegenover een scholencomplex, om voor alle krakers van de wijk nieuwe woningen te bekomen.
 
   
Ik laat alles vallen en neem de metro tot bij de families in moeilijkheden. Ik vind er een openluchtslaapzaal. Het tentenkamp heeft tot 80 tenten en 140 personen geteld! Vrouwen zitten op dekens, hun baby op hun rug. Veel kleine kinderen. De politieagenten zijn niet veraf. Ik kan het maar niet gewoon worden: gezinnen op straat zien wonen. Ik begrijp nog altijd niet waarom er zoveel tijd nodig is, zoveel strijd en moeite om een oplossing te vinden.
De woordvoerder legt me de situatie uit; ze duurt nu al twee maanden. Een aantal gezinnen had zijn intrek genomen in sociale woningen van de stad. De burgemeester heeft de zaak voor de rechtbank gebracht en die heeft opdracht gegeven de krakers te ontzetten.
 
   
demandes des logements Ik luister lang naar die vrouwen, ze zijn vastberaden en woedend. Ze moeten niet zoeken naar woorden. “We beschikken over papieren. We hebben werk. We hebben een gezin. Al jaren vragen we om een woning. Vergeefs. We vechten voort tot het einde.”
 
   
De gemeente beweert niets te kunnen doen. Reeds 3800 aanvragen voor woningen zijn nog hangende. De prefectuur bemoeit zich nu met de kwestie. Na heel wat overleg is er een oplossing voor het probleem uit de bus gekomen.  
   
haute en page  
   
De strijd van mensen zonder papieren  
   
régularisation 506 mensen vechten al vijf maanden voor hun waardigheid en wachten op de regularisatie van hun situatie. Met dat doel hebben ze gekozen om de St.-Pauluskerk in Massy, in de Parijse voorstad, te bezetten. Het gaat om kinderen, vrouwen en mannen die om diverse redenen naar Frankrijk gekomen zijn en zich ondertussen goed hebben geïntegreerd in de Franse samenleving.
 
   
Ik herinner me de ochtend die ik met deze mensen heb doorgebracht op het kerkplein, onder een mooie zomerzon. Ze leven er samen in alle eenvoud en grààg. Alles is goed georganiseerd. Elke nacht is er een groep die voor de aflossing instaat en in de kerk komt slapen. ’s Ochtends vroeg wordt alles in orde gebracht en opgeruimd.
Vijf maanden strijd, mobilisering, bijeenkomsten, en die 506 personen hebben van de prefectuur alleen dit als antwoord gekregen: twee uitwijzingen, continu uitstel van het onderzoek van hun dossiers, vijf arrestaties op het einde van een betoging, toen de stoet op de terugweg was.
 
   
De bisschop heeft de mensen zonder papieren gevraagd de kerk te verlaten en heeft stappen gezet bij justitie en de prefect om ze uit de kerk te zetten. Deurwaarders zijn de bezetting komen vaststellen. De mensen zonder papieren moeten verschijnen voor de rechtbank van tweede aanleg.
De strijd gaat voort.
“We kunnen de wind geen bevelen geven, maar we kunnen besluiten om een venster te openen.”
Eglise et les sans-papiers